Typisch Esther

ESTHER WINK

We lijken als zusjes erg op elkaar en hebben één grote overeenkomst, onze passie voor reizen. Iets wat duidelijk in onze blogs naar voren komt 😉 Een passie die ons bindt en waarin we elkaar kunnen vinden. We staan als zusjes hetzelfde in het leven en lijken erg op elkaar, maar hebben ook ieder onze eigen typische kenmerken en eigenaardigheden. En laten we die nou eens gaan uitlichten!

In deze blog: typisch Esther 🙂

Ik ben als de dood voor spinnen

Ja, echt als de dood. Vanaf kleins af aan al. Ik dacht dat dit wel over zou gaan als ik ouder werd, maar helaas. Al die andere insecten doen me niks. Maar spinnen.. die vind ik echt verschrikkelijk. Al mijn hele leven zijn mijn ouders mijn steun geweest in het vangen van die ellendige beesten op mijn slaapkamer. Maar toen ik op mezelf ging wonen moest ik een andere oplossing bedenken. Dichter dan twee meter bij deze wezens komen doe ik niet, en dus gebruikte ik een stofzuiger om spinnen van mijn kamer weg te halen. En dan was ik alsnog bang dat ze ’s nachts stiekem uit de stofzuigerzak kropen. Of ik ooit van deze fobie afkom, is de vraag.. Beste vrienden zal ik in ieder geval nooit worden met ze.

Ik heb de kleinste oren

Ik weet niet wat het is met mijn oren. Ze zijn waarschijnlijk gestopt met groeien vanaf dat ik een baby was. Met mijn gehoor is helemaal niks mis, maar mijn oren zijn (volgens velen) extreem klein. Ik krijg daar vrijwel altijd commentaar op als ik mijn haar vast heb. Tja, wat zeg je dan? ‘Uh, ja ik weet het.. bedankt..?’ Ik ben in ieder geval blij dat ze niet zo groot zijn!

Ik draag vaak kleren van anderen

En daar heb ik helemaal geen problemen mee. Ik draag vaak kleding van mijn zussen, die ik heb overgenomen of (permanent) heb geleend. Dat is gewoon handig met drie zussen met dezelfde kledingmaat. Maar sinds kort heb ik ook het fenomeen tweedehands kleding ontdekt. En ik ben er helemaal weg van. Voor minder dan 100 euro kun je een geheel nieuwe garderobe aanschaffen. Het bespaart je veel geld en is ook nog eens nuttig: de vaak nog mooie kleding die mensen normaal weg zouden gooien kun je voor een paar centen overnemen. En van het geld dat je overhoudt kun je weer andere leuke dingen doen, zoals.. reizen 😉

Ik ben een studiebol

Ik ben dé studiebol in de familie. En dat is altijd al zo geweest. Oké, als puber had ik even lak aan studeren, maar nu ben ik eigenlijk weer net zo als vroeger. Veel te lang met iets bezig zijn, gewoon omdat ik er een hoog cijfer voor wil en het helemaal perfect moet zijn. En dat werkt verslavend, die goede resultaten halen. Na 3,5 jaar rechten studeren dacht ik er wel genoeg van te hebben, maar het begint na een half jaar werken toch wel weer behoorlijk te kriebelen. Ja ik weet het, de meesten verklaren me voor gek als ik dit zeg. Maar ik vind studeren en nieuwe dingen leren echt leuk. Nu ben ik naast mijn werk mijn Spaans weer aan het bijspijkeren. Dat vind ik fijn, want het geeft me het gevoel dat ik niet stilsta. Vanaf oktober mag ik weer echt in de boeken duiken en stiekem kijk ik daar erg naar uit!

Ik let meer op dieren dan op mensen

Dit is geen grap. Als ik met vriendinnen over straat loop wordt er wel eens commentaar gegeven op mensen die we tegenkomen. Heel normaal, doet iedereen. Maar ik heb daar totaal geen oog voor. Mijn oog valt op de (huis)dieren. Vooral in het buitenland, waar veel straathonden rondlopen. Ik maak me zorgen over ze en wil ze helpen. Maar ook in Nederland let ik veel op dieren. Ik kijk of ze goed verzorgd worden door hun baasjes. Ik weet niet wat het is, het zal wel mijn grote passie voor dieren zijn 😉

Ik ben altijd als laatste klaar met avondeten

Vergeleken met de rest van de familie eet ik veel tijdens het avondeten. Als ik bij mijn vader kom eten, weet hij dat hij voor die avond extra veel moet klaarmaken. Ik ben dus ook langer bezig. En dan moet de rest op mij wachten. Maar ik ben ook gewoon langzamer. Ik raak afgeleid en klets soms veel. En dan duurt het nog langer. Ach, niet te snel eten is ook belangrijk, nietwaar? 😉

Ik ben een koukleum

De verwarming in mijn kamer in Groningen stond volgens anderen altijd op sauna stand. Terwijl het nu hartje zomer is, draag ik mijn wintergarderobe op het werk. Ik heb het altijd koud. Dat is na negen maanden verblijf in een tropisch klimaat alleen maar versterkt. Bizar vind ik het dat Nederlanders gelijk al in een korte broek lopen als het buiten 20 graden is. Dat is toch hartstikke koud?

Ik rijd in de auto van mijn vader

Ik rijd er zo vaak in, dat ik het al bijna ‘mijn auto’ noem. Daddy heeft inmiddels een andere auto (bus) aangeschaft maar vond het handig deze te houden. En daar ben ik ontzettend blij mee. Als je in Friesland woont, is een auto echt noodzakelijk. Ik kan dan ook niet zonder. Het is echt mijn alles 😉

Ik heb iets met eilanden

Ik ben twee keer voor een lange tijd in het buitenland geweest. Daarvan heb ik acht maanden op een eiland gewoond. De eerste keer op Lanzarote in Spanje en de tweede keer op Aruba in de Caraïben. Dat je niet zo snel van een eiland af kan geeft me vaak een claustrofobisch gevoel. Ook frustreren de hoge prijzen en het beperkte aanbod me. Maar dan is er de andere kant. De relaxte mensen, het permanente vakantiegevoel en vooral de manier hoe ik zelf transformeer in een mega relaxt persoon als ik op een eiland ben. Eilanden doen iets met me. Maar die haat-liefde verhouding met eilanden zal altijd wel blijven 😉