‘Treinen en theeplantages’
TINEKE WINK
Na tempels, olifanten en stranden aan de kust is het nu tijd voor een week lang in de bergen! We beginnen in Ella, een stadje waar ik al wekenlang benieuwd naar ben. Ik ben blij dat we dit deel van Sri Lanka voor het laatst hebben bewaard. Ook al hebben we al veel mooie plekken van dit geweldige land gezien, de treinreis en theeplantages zijn zó typerend voor Sri Lanka.
Ella
Het is nog best een reis met de bus. We moeten maar liefst drie keer overstappen. Bij de eerste keer moeten we super snel van bus switchen, wat heel fijn is met backpacks haha. Ingrid heeft een paar trage Chinezen voor zich en als de buschauffeur tegen haar zegt dat ze door moet lopen, geeft ze aan dat ze geen kant op kan. We hebben wel steeds geluk met zitplaatsen, want staan is echt een uitdaging in een bus waarin je alle kanten op wordt geslingerd.
Toch staat Ingrid later haar plek af aan een oudere vrouw, die in ruil voor haar zitplek haar tas op schoot houdt. Dat is hier heel normaal, dat degenen die zitten de tassen bewaken. Als er later weer een zitplek vrij komt gebaart de vrouw dat ze weer kan zitten. Ingrid vraagt later nog aan een 80-jarige man of hij wil zitten, maar hij weigert. Dat gebeurt hier ook veel, dat oudjes aan wie we onze zitplek aanbieden weigeren. Er zijn zelfs weleens mensen die voor ons opstaan. Dat zou je niet zeggen als je ziet op welke wijze iedereen de bus instapt (dringen en duwen). Ook in winkels dringen de locals (altijd mannen) voor, wat hier volgens mij heel normaal is.
Bouwplaats
Na zo’n vier uren in drie verschillende bussen zijn we eindelijk in Ella. We halen biertjes en gaan met de tuktuk naar ons guesthouse. Omdat de accommodatie nog in aanbouw is, lijkt het meer op een soort bouwplaats. Onze kamer is echter prima en we zijn meteen verliefd op het geweldige uitzicht vanaf het dakterras. We krijgen weer thee aangeboden, maar slaan het voor het eerst, verontschuldigend, af. We hebben al biertjes gekocht en dit uitzicht vraagt gewoon om bier.
We merken gelijk dat het hier een stuk frisser is dan in de rest van Sri Lanka. Overdag is het ‘maar’ 23 graden en ’s avonds een graadje of 15. Ik vind het niet erg om wat meer lagen kleding aan te hebben. Ik heb op de markt in Cambodja jasjes gekocht die nu mooi van pas komen 🙂 Hoe ik me nu voel is zo’n contrast met gisteravond, toen ik nog radeloos was om het verlies van mijn telefoon. Ik ben weer helemaal gelukkig! Die avond eten we weer heerlijk in het centrum van Ella. We hebben weer een warme douche en de ventilator hoeft voor het eerst sinds weken niet aan.
Ontbijten op het dakterras
Omdat het terras nog in aanbouw is, staan er naast een paar stoelen nog geen tafels. Het ontbijt is binnen. Hoewel het nog niet zo warm is, willen we toch in onze pyjama-outfit met dikke sokken buiten ontbijten. Met dit uitzicht moeten we gewoon naar buiten. De gastheer zet de tafel voor ons buiten en we genieten van een uitgebreid ontbijt op de bouwplaats. Aan de rechterkant zien we een prachtige groene theeplantage en aan de linkerkant beton en stenen.
Nine Arch Bridge
Na het ontbijt staan we te popelen om naar de ‘Nine Arch Bridge’ te gaan, een van de highlights van Ella. Het is een brug die in de koloniale periode is gebouwd door de Engelsen en je hebt hier een mooi uitzicht over het groene landschap. We lopen totaal verkeerd en als er een tuktuk stopt laten we ons er maar heen brengen. Het blijkt ook helemaal niet in Ella, maar in Demodora te liggen. We halen drankjes bij het barretje en gaan op de brug zitten, wat zo te zien nogal een toeristische trekpleister is. Een half uur later horen we in de verte de trein toeteren, wat betekent dat iedereen van het spoor af moet gaan. We zien dat iedereen snel een mooi plekje zoekt om de trein te fotograferen en gaan er zelf ook bij staan. Jammer genoeg komt niet de beroemde blauwe trein, maar een rode voorbij, maar het is alsnog een heel mooi gezicht.
Als de trein uit zicht is druipen veel mensen af en hoeven we de brug gelukkig niet meer met zoveel mensen te delen. Zonder toeristen is deze namelijk een stuk indrukwekkender. Als we later teruglopen wenkt de leuke tuktuk chauffeur ons. We gaan er vanuit dat ie gaat vragen of hij ons terug kan brengen, maar hij stelt juist een alternatieve route voor. Er blijkt een hele mooie wandelroute over het spoor te lopen. Dat klinkt goed! Het is gek om op het spoor te lopen, je gaat ervan uit dat er elk moment een trein aan kan komen. We krijgen gezelschap van een manke hond die ons de hele weg volgt. Ook komen we onderweg nog een man tegen die een paar koeien bij zich heeft. Deze dieren lopen ook gewoon over het spoor en eten het gras dat tussen de rails groeit. De tuktuk chauffeur heeft gelijk, de route is heel erg mooi. We worden getrakteerd op de mooiste uitzichten. Als we terug in Ella zijn kopen we biertjes en gaan we wederom op ons geliefde dakterras zitten. De eigenaar komt zelfs nog glazen brengen, heel lief.
’s Avonds eten we bij een vaag tentje waar een warrige vrouw onze bestellingen op komt nemen. Ze heeft nog welgeteld één flesje cola in de koelkast en loopt al weg voordat Ingrid drinken kan bestellen. De rijst heeft een vreemde smaak en de curry is koud. Jammer dat het tegenvalt, maar aan de andere kant zijn we al zo verwend met lekker eten dat een keertje minder goed eten geen ramp is. In Ella is het koud ’s avonds dus we slaan chocola in en kijken een goede film op bed. De eerste film weer sinds een maand, dat voelt echt al luxe. Ik wil nog lang niet naar huis, maar een van de dingen waar ik wel naar uitkijk is om alle films te kijken die ik heb gemist.
Theeplantages
De volgende ochtend maken we na het ontbijt een wandeling door de theeplantages waar we altijd uitzicht op hebben. De felgroene theeplantage steekt prachtig af tegen de strakblauwe lucht en vanaf hier heb je ook een geweldig uitzicht over de bergen. Na de wandeling gaan we bij een van de twee koffietentjes zitten die Ella rijk is. Dat is ook een luxe hier, koffie drinken. Een koffie is hier prijziger dan een lunch, maar zo lekker om weer eens een goede kop cappuccino te drinken. Het is ook een heerlijke plek in Ella met leuk personeel. We blijven hier uren plakken.
Kookcursus
Om vier uur gaat Ingrid naar een restaurantje waar ze een kookcursus gaat volgen. Omdat dat niet echt iets voor mij is, blijf ik op het dakterras. Een uur later kom ik een kijkje nemen. Ingrid is niet te missen met die enorme koksmuts op haar hoofd. Ze staat samen met twee andere Nederlanders (op de een of andere manier komen we alleen Russen of Nederlanders tegen) in de keuken. Ze maken rijst met kokossambal, roti, een boontjes curry, linzencurry, pompoencurry en een (megazoet) dessert. Ook al doe ik niet mee met de cursus, ik wil natuurlijk wel profiteren van het, ongetwijfeld, heerlijke eten. En heerlijk is het! Met z’n vieren genieten we van de uitgebreide maaltijd. Ingrid heeft mij al beloofd deze goddelijke maaltijd ook in Nederland te gaan bereiden. Dan wel met wijn, in plaats van bier 🙂
Blauwe trein
De volgende dag staan we vroeg op omdat we de beroemde treinreis vanuit Ella richting Kandy gaan maken. We willen met een tuktuk naar Demodora, een halte eerder dan Ella, om de kans op een zitplek te vergroten. Tuktuks zijn hier echter op dit vroege tijdstip moeilijk te vinden en de enige tuktuk die wel stopt vraagt veel te veel voor dat kleine stukje. We halen dus maar een koffie voor onderweg (even duur als de tuktuk, maar net waar de prioriteiten liggen haha) en lopen dan naar het treinstation van Ella. Het duurt niet lang voordat het station vol met toeristen staat. Hier worden we best nerveus van, het gedeelte van de treinreis van Ella naar Haputale (waar wij naartoe gaan) schijnt namelijk een van de mooiste ter wereld te zijn. We willen wel een goed plekje. Als de trein stopt is het dringen geblazen om een goed plekje te bemachtigen. De zitplekken zitten snel vol, maar wij hebben het tussenstuk van de trein dat nog veel leuker is. Hier kunnen we uit de trein hangen, allebei het uitzicht goed zien en mooie foto’s (en filmpjes) maken.
We rijden in een langzaam tempo door een indrukwekkend groen berglandschap met theeplantages en bossen. We hebben het hele tussenstuk voor onszelf, tot we bij het mooiste gedeelte komen en ook twee andere toeristen ons plekje even willen claimen voor een foto. Wij zijn de moeilijksten niet, maar het hangt er natuurlijk wel vanaf op welke manier het gevraagd wordt. Een Rus kijkt ons nors aan en zegt “me photo”. Ongeduldig wachtend tot we een stapje opzij zetten. Verbouwereerd kijken we haar aan, doen net alsof we haar niet begrijpen om dan daarna toch maar even het plekje af te staan. Ze kijkt namelijk alsof ze ons wel iets aan kan doen als we niet NU aan de kant gaan. Als ze uit het raam hangt schreeuwt ze, waarschijnlijk naar de persoon in het andere tussenstuk die een foto van haar maakt. Ze komt vast heel vrolijk op de foto te staan. Een andere toerist vraagt heel vriendelijk of ze even op onze plaats mag staan ‘for a sec’. Daarna is het tussenstuk weer van ons en kunnen we ons weer vergapen aan de prachtige uitzichten. Ik vind het jammer als het uur voorbij is en we in Haputale aankomen. Dit was één van de hoogtepunten tot nu toe!
Mistig en koud
We blijven twee nachten in Haputale omdat dit dorp omringd is door de mooiste theeplantages en uitkijkpunten. Hier zijn we dus wel benieuwd naar! We worden van het treinstation opgehaald door iemand van ons guesthouse. De kamers zien er ouderwets en vervallen uit, maar op de comfortabele bedden liggen heerlijke dikke dekens. Die hebben we hier wel nodig. Het is de hele dag mistig, wat de stad een grauw en somber uiterlijk geeft. Omdat er weinig toeristen zijn, vallen we extra op en worden we belaagd door tuktuk chauffeurs en opdringerige locals. Dit is wel even wennen na Ella waar iedereen je met rust laat. We blijven even in het centrum om te lunchen en om een warm vest voor een paar euro te kopen. De rest van de middag liggen we op bed, onder de dikke dekens. Door de kou en de mist hebben we geen zin om de stad te verkennen. Bovendien is zo’n luie dag stiekem best fijn. Nog even in die bubbel blijven. We hoeven gelukkig ook de deur niet meer uit, want ’s avonds staat er een heerlijke curry voor ons op tafel.
Mooiste viewpoints
De volgende ochtend zijn we weer vroeg wakker en kunnen we vanuit onze kamer de zon achter de bergen op zien komen. We ontdekken dat we hier een geweldig uitzicht hebben, waar we gisteren door de mist niks van gezien hebben. De natuur in Sri Lanka verrast ons elke keer weer. Zo gaan we die ochtend met de tuktuk naar Lipton’s Seat. Dit schijnt een van de mooiste viewpoints van Sri Lanka te zijn. Onderweg stopt de chauffeur een paar keer zodat we van de indrukwekkende uitzichten kunnen genieten en hij ons iets kan vertellen over de theeplantages. Het is zo mooi hier, eigenlijk zonde dat het door veel toeristen wordt overgeslagen. We rijden over smalle bergweggetjes naar boven tot we bij Lipton’s Seat aankomen.
We gaan nog even op de foto met het standbeeld van mr. Lipton (die een thee-imperium in Sri Lanka is gestart) en lopen daarna de 8 km lange wandeling naar beneden. Ondertussen warmt de zon ons steeds meer op. De wandeling is adembenemend. Wat een geweldige uitzichten op alle theeplantages en de theeplukkers die er aan het werk zijn. Het leven in dit dorp is heel traditioneel. Veel (oudere) mannen met baarden en rokken, en vrouwen in sari’s. Ik ben vooral verliefd op al die kindjes met mutsjes op hun hoofd. Wat een bijzondere stad, een van de mooiste plekken in Sri Lanka.
Thuis voelen
Na de wandeling rusten we een paar uur uit bij ons guesthouse. Later die middag kopen we biertjes bij een slijterij en gaan we naast het spoor op een trap zitten. Hier kijken we uit op een veld en kunnen we later de zon achter de bergen zien ondergaan. We zijn de enige mensen, maar al snel stroomt het veld vol met locals. Het blijkt een sportveld te zijn. Nu kijken we uit op de ondergaande zon en voetballende, cricket spelende en volleyballende locals. We hebben het er met elkaar over dat we ons hier zo thuis voelen. Ik dacht dat mannen hier handtastelijk zouden zijn, maar dat is helemaal niet zo. We worden juist met respect behandeld en als toerist echt op handen gedragen. Nooit verwacht dat er een land zou zijn dat Cambodja zou kunnen overtreffen, Sri Lanka heeft gewoon alles. De liefste locals, de mooiste natuur, de meeste luxe voor weinig geld en de fijnste sfeer. Oke, Cambodja heeft wel de leukste kindjes!
Chocoladethee
Na nog een keer genieten van de zonsopkomst in Haputale en een fijn ontbijt reizen we weer verder, weer in de beroemde blauwe trein. In Nederland zou ik nooit een uur van tevoren al op het station staan, hier vinden we het heerlijk om er lekker vroeg te zijn. In het zonnetje, onze voeten bungelend over de rails, omringd door een paar honden en katten. Langzaam stroomt het station weer vol met locals en toeristen. We hebben geluk met de trein. Het is redelijk rustig en we vinden zelfs twee zitplekken naast elkaar. In Haputale ontmoeten we twee backpackers die de treinreis helemaal niks vonden, omdat het zo druk was. Ze reisden van Kandy naar Ella, dus omgekeerd. Als we de treinen in tegengestelde richting voorbij zien komen zien we inderdaad dat deze bomvol zitten. Blij dat we het traject omgekeerd doen! Deze trein is het beste vervoersmiddel ooit. De steeds veranderende geweldige uitzichten, heel veel beenruimte en diverse verkopers die langskomen met Sri Lankaanse hapjes en drankjes. De zoete thee met chocola is onze favoriet! 1,5 uur later komen we aan (weer veel te snel) in Nuwara Eliya.
Sari’s en IJ-hallen 2.0
In Nuwara Eliya hebben we weer een guesthouse met een mooi uitzicht op de theeplantages (het wordt bijna voorspelbaar). We krijgen weer een pot thee voorgeschoteld (dat wordt ook voorspelbaar haha) en lopen daarna naar de bushalte. Omdat we in the middle of nowhere zitten, moeten we met de bus reizen om in het centrum van de stad te komen. Eigenlijk is het centrum niet erg boeiend (als in mooi), maar we hebben er toch een super leuke middag. We beginnen met een megazoet gebakje bij de bakker en gaan daarna wat winkels in. Zo belanden we in een winkel met de mooiste sari’s. Een sari is een traditioneel kledingstuk dat hier door vrouwen wordt gedragen. Het is een lap stof van vijf tot zeven meter lang die je na enige oefening om je heen kan draperen. Ingrid wil graag een sari voor thuis en laat zich adviseren door de verkoper. Hij helpt haar de sari aan te trekken. Het ziet er super ingewikkeld uit, maar ze ziet er uiteindelijk prachtig uit in haar rode sari. Zelf ga ik op zoek naar een jas voor Adam’s Peak. Deze gaan we vrijdagnacht beklimmen en het schijnt er ’s nachts heel koud te zijn. De (neppe) North Face jassen kosten zo’n 20(!) euro, gelukkig is hier ook een IJ-hallen 2.0. (Amsterdamse vlooienmarkt) Op straat zijn er een aantal verkopers die al hun (tweedehands) kleren op een berg hebben gegooid. Lekker overzichtelijk haha. Maar wel heerlijk om weer tussen de kleding te graaien en af te dingen. Zo weet ik een jas van 5 euro nog tot 1,50 af te dingen.
Na het winkelen belanden we in de pub, een van de weinige plekken waar we biertjes kunnen drinken. Een gezellige plek met een mix van locals en toeristen. We zitten naast een groepje Sri Lankanen die ons wel interessant vinden. We maken een praatje met hen en een van hen biedt ons wat Sri Lankaanse hapjes aan. Vooral de wades (hartige donuts) vallen in de smaak. Als we later afscheid van ze nemen, heb ik niet eens door dat een van hen al weg is. We komen hem onderweg tegen met nieuwe hapjes. Deze heeft hij speciaal voor ons gehaald, zo lief! De gastvrijheid en gulheid van de locals verbaast en verrast ons nog steeds
Theeplukkers
De volgende ochtend neemt de eigenaar van het guesthouse ons mee in zijn tuktuk naar een paar highlights van Nuwara Eliya. Het is een zwijgzame man, dus veel informatie over de omgeving krijgen we verder niet. Hij neemt ons mee naar een waterval, op een uur rijden van de stad. Naar de top van de waterval is best een vermoeiende klim, ook al is het maar 500 meter omhoog. Het is een mooie waterval om te zien, toch moeten we eerlijk zeggen dat we een beetje verwend zijn geraakt qua mooie uitzichten. We vinden het uitzicht op de groene theeplantages indrukwekkender. De theefabriek die we hierna aandoen is leuker. Ook al werkt de tourguide echt heel snel zijn riedeltje af – “Tea, blabla, tea, Understood? Questions? You can take picture now”. We knikken braaf dat we alles hebben begrepen en dat we geen vragen hebben. Soms maakt Ingrid een foto van een machine om hem een plezier te doen, terwijl we weten dat we niks met die foto zullen gaan doen. De theeplukkers die verderop aan het werk zijn vind ik veel interessanter. Ik wil er naartoe, maar de tourguide sommeert ons eerst om naar het restaurant te gaan voor een gratis kopje thee. Best wel een slimme marketingtruc, want je kunt er ook voor heel weinig geld verschillende soorten thee bestellen en de etalage staat vol lekkere taartjes. Hier kunnen we natuurlijk geen weerstand tegen bieden.
Na dit thee met taart moment kunnen we dan eindelijk de theeplukkers zien. Niet dat we ze voor het eerst zien, maar nu staan ze eindelijk iets dichterbij. Het wordt nog beter als een theeplukker naar ons toe komt lopen. We mogen in het veld gaan staan en foto’s van haar maken. Voor de vorm plukt ze wat theeblaadjes tussen het onkruid vandaan. We geven haar wat geld voor de foto, aangezien theeplukkers gemiddeld maar 5 euro per dag verdienen is dit vast een welkome aanvulling op haar dagloon. En dankzij haar hebben we nu een goede foto.
Spelletjes in de pub
We vragen de eigenaar of hij ons in het centrum af wil zetten. We zijn voor het eerst een beetje in de verveelmodus. We slenteren wat door de stad en IJ-hallen 2.0, kopen nog wat nuttige dingen als slaappillen, sokken en oordopjes, eten streetfood, kijken naar de kleurrijke locals op straat en drinken vervolgens een biertje op het dakterras van een hotel. Niet echt gezellig tussen alleen maar toeristen, maar het is tenminste een terrasje. Terrasjes zijn schaars hier in de bergen hebben we al gemerkt. Het is van dat typische Nederlandse weer. Zodra er een wolk voor de zon verschijnt voelt het meteen frisjes en kan mijn vest weer aan. De wolken nemen nu wel de overhand, dus we laten het terras voor wat het is en gaan lekker in de pub zitten. Een gouden zet, want van vervelen is nu zeker geen sprake meer. Ik heb een spelletje meegenomen en we zitten de rest van de middag in de pub. We eten later nog een lekkere (pittige) curry in een take-away tentje en reizen vervolgens weer in een overvolle bus terug.
Adam’s Peak
Na twee nachten Nuwara Eliya reizen we weer verder met de trein. We gaan de pittige uitdaging aan om de Adam’s Peak te beklimmen. Deze berg is een belangrijk pelgrimsoord. Het beklimmen van deze berg wordt gezien als een pelgrimstocht en is ook bijzonder voor niet-gelovigen zoals wij. We vinden weer zitplekken naast elkaar en genieten weer van de zoete chocoladethee en de mooiste uitzichten. We stappen uit in Hatton, hier moeten we nog 1,5 uur met de bus naar ons guesthouse dat vlakbij Adam’s Peak ligt. Vergeleken met de trein is die megakrappe bus wel even wennen weer. Ons guesthouse ligt op de busroute, maar de chauffeur heeft er nog nooit van gehoord. Daar heeft Ingrid gelukkig een app voor, dus we stappen weer precies voor het guesthouse uit 🙂
Drie lagen kleding
Op het terras van het guesthouse drinken we biertjes en verliezen we onszelf in het bekijken van allemaal reisfilmpjes. We vergeten bijna dat we om kwart voor 2 moeten opstaan en dat alcohol drinken misschien niet zo slim is. We gaan om 8 uur al slapen, alhoewel slapen, zelfs met een slaappil kan ik de slaap niet vatten. Ik ben stiekem best wel zenuwachtig voor de klim, heb ik er geen te slechte conditie voor? Om kwart voor 2 gaat dan de wekker en constateer ik opgelucht dat ik toch een paar uurtjes heb geslapen. We kleden ons snel om. Ik doe 3 lagen kleding aan en zet een muts op mijn hoofd, alsof het winter is. We hebben vanuit het guesthouse een tuktuk geregeld die ons naar het startpunt van de klim brengt. Net als de meeste mensen starten wij ook rond half 3. De klim duurt gemiddeld namelijk zo’n 3,5 uur en dan ben je mooi op tijd om de zonsopkomst vanaf de top te zien (op 2243 meter hoogte).
Shortcuts
De klim bestaat uit 5500 treden, maar het eerste gedeelte bestaat uit veel vlakke stukken en weinig trappen. Prima te doen dus. Het is vrij druk, maar het pad is breed genoeg om goed door te kunnen lopen. Langs het pad staan overal kraampjes en theehuisjes. Zo krijgen we onderweg nog een gratis zoete pittige thee aangeboden en drinken we nog een kop thee in een theehuisje. Na een uur wordt het pad steeds smaller en begint het steeds drukker te worden. We lopen vast. Bijna een uur lang zit er geen beweging in de stoet met mensen. We kunnen misschien per 5 minuten een paar stappen zetten. Zo halen we de zonsopgang natuurlijk nooit. Ons werd al afgeraden om Adam’s Peak in het weekend te beklimmen vanwege de vele locals die dan vrij zijn. We zien de een na de andere toerist teruglopen. We horen ze tegen anderen zeggen dat het verderop ook zo druk is en het onmogelijk is om tegen zonsopgang de top te bereiken dus ze geven het op. Even denk ik ook aan opgeven, maar dan? Ergens thee drinken en niks meer van deze ervaring meemaken? Voor niks zo vroeg opgestaan? Zonsopgang vanaf de top halen we nu waarschijnlijk niet meer, maar laten we dan in ieder geval de klim afmaken. Na een tijdje zien we dat een local een shortcut heeft bedacht. Langs de rij loopt namelijk een soort goot waar je doorheen kunt lopen. Wij volgen zijn voorbeeld en schieten zo iedereen voorbij.
Vervolgens staan we weer vast, maar hier kun je tenminste kiezen uit twee wegen. We kiezen voor de iets moeilijk begaanbare weg, waar het rustiger is. Het laatste stuk bestaat uit alleen maar treden en weer staan we vast. Nog een half uur voordat de zon opkomt. We pakken wederom een shortcut door aan de rechterkant van de trap te lopen en zo weer iedereen in te halen. Die kant is eigenlijk bedoeld voor de mensen die teruglopen, maar er zijn meer locals die voor deze shortcut kiezen. Het laatste stuk is super zwaar, maar de adrenaline wint het van de vermoeidheid. Het uitzicht wordt hoe hoger hoe mooier. De zon komt nu ook op, en zorgt voor schitterende kleurschakelingen in de bergen. Af en toe rusten we uit en genieten we (uithijgend) van het uitzicht.
Magisch moment
Na bijna bij de top te zijn aangekomen, staan we weer vast. De trap staat hier helemaal vol met mensen en we kunnen geen kant meer op. We zien dat het overvol op de top is en dat niemand zich kan verroeren. Een voorbijgaande toerist vertelt dat er op de top echt niks van het uitzicht te zien is door de drukte. Dan staan we hier beter op de trap, waar we tenminste een geweldig uitzicht op de bergen hebben. Maar het uitzicht is niet eens wat ik het mooiste vind aan de pelgrimstocht. Zo wordt er op trommels geslagen om de nieuwe dag in te luiden. Dan klinkt er een gebed en de serene stilte om me heen bezorgt me kippenvel. Wat een magisch moment! Ook van de uitgelaten locals worden we heel vrolijk. Bepakt in kleurrijke wollige winterkleding, van jonge kinderen tot oude omaatjes met een wandelstok. De sfeer is fantastisch. De zon is nu allang op als we nog een paar treden op moeten om de top te bereiken.
Als we weer ergens een opening zien gaan we er snel voor en staan dan eindelijk op de top. De toerist had gelijk, het is hier veel te druk. Misschien was het inderdaad niet slim om in het weekend te gaan, maar achteraf ben ik daar eigenlijk wel blij om. Zo tussen de uitgelaten locals staan is heel bijzonder. We zijn trots op onszelf dat we het maar wel mooi gedaan hebben.
Thee met koekjes
Om zeven uur besluiten we om terug te lopen. Het gaat alleen nog maar drukker worden, aan die lange rij wachtenden te zien. Het is geweldig om langs de rij terug te lopen, naar de lachende en zwaaiende locals te kijken. Als we de rij voorbij zijn gelopen gaat de magie er langzaam vanaf, is onze adrenaline gezakt en voelen we alleen nog maar vermoeidheid en trillende benen van de inspanning. We stoppen bij een theehuisje en drinken thee met een rol koekjes erbij. Het voelt als een koffiepauze, terwijl het nog geen 8 uur is. Onderweg zien we nog tientallen locals naar boven lopen. Bij een oud vrouwtje met wandelstok vraag ik me af hoeveel tijd ze nog nodig zal hebben om boven te komen. Maar ik denk niet dat de locals met tijd bezig zijn. Ze hebben hier waarschijnlijk de hele dag voor uitgetrokken. De terugtocht lijkt eindeloos te duren en het is dan ook al half 10 als we weer bij de tuktuk staan. Gelukkig dat hij op ons gewacht heeft, ook al zijn we ruim een uur later dan gepland terug. Hij brengt ons terug naar het guesthouse waar ons een welverdiend ontbijtje staat te wachten, heerlijke pannenkoeken met kokos. Daarna ploffen we voldaan op bed voor een powernap. De rest van de dag blijven we in het guesthouse om onze vermoeide voeten rust geven. We krijgen weer een heerlijke curry en slapen die nacht beter dan ooit.
Spa-treatment
Na een heel oncomfortabele busreis (tussen iedereen ingeklemd staan) en een relaxte airco busreis (relaxte stoelen en beenruimte) komen we weer in de stad waar we zijn begonnen, Negombo. We hebben hier een 3-daagse ayurvedische spa-treatment geboekt. Drie dagen lang allerlei behandelingen van telkens drie uren. Bij een ayurvedische massage wordt er gebruik gemaakt van warme kruidenolie en het schijnt helend te zijn voor lichaam en geest. We zijn beide gek op wellness, dus we kunnen niet wachten! Maar eerst even bijkomen van de lange reis in een guesthouse met zwembad. Na een week in de bergen is het heerlijk om onze bikini aan te trekken en weer in het zwembad te springen. Een koud biertje maakt dit natuurlijk helemaal compleet 😉 ‘s Avonds lopen we naar het strand om daar een prachtige zonsondergang te bekijken. Daarna zoeken we een leuk eettentje in het toeristische beachroad.
Spa-treatment
De volgende ochtend krijgen we weer een heerlijk uitgebreid ontbijt (wat zal dit afkicken worden na Sri Lanka) en spenderen we de rest van de ochtend aan het zwembad. Om 1 uur worden we opgehaald door een busje van het hotel waar we de spa hebben geboekt. We gaan er ook twee dagen overnachten om de spa-beleving compleet te maken. Na een welkomstdrankje naast een kibbelend Nederlands echtpaar (gezellig), worden we naar onze kamer begeleid. “Is it okay?” vraagt de man en mijn mond valt open van verbazing. “More than okay!” Is dit echt de “budget” kamer? De kamer is mega groot. Met een inloopkast, ruime badkamer, groot zacht bed, een waterkoker, een eigen terras en twee ligstoelen. Zo luxe hebben we het nog nooit gehad op reis. Nu is het wel de duurste kamer tot nu toe, maar die luxe gunnen we onszelf wel omdat we de rest van de reis altijd voor de goedkoopste kamers hebben gekozen.
Een uur later klopt een medewerker van de spa op de deur. “Ready ma’am?” Met alleen een bikinibroekje aan en een omslagdoek om lopen we achter haar aan naar de spa. Eerst gaan we naar een kleine donkere kamer met twee massagebedden. Hier worden we met speciale olie van top tot teen gemasseerd. Zo fijn! Vooral de voetmassage is geweldig. Omdat we beide nogal spierpijn in onze kuiten hebben van Adam’s Peak, is zo’n massage geen overbodige luxe 🙂 Na geen idee hoe lang (want geen tijdsbesef) zijn de massages voorbij en mogen we de herbal sauna in. Wat lekker en tegelijk gek om weer in een sauna te zitten! Ik denk meteen aan rose en bitterballen (mijn saunasnack haha). Het voelt alsof ik in Nederland ben. Tot we daarna op de ligstoelen plaatsnemen in de half open lucht. Het warme briesje, de palmbomen en de zoete pittige thee is weer typisch Sri Lanka.
Daarna krijgen we een shirodharabehandeling. We liggen onder een pot die een continue stroom van warme kruidenolie over ons voorhoofd giet. Ik voel de warme olie in cirkeltjes over mijn hoofd gaan, wat een ontzettend ontspannend effect geeft. Het schijnt stressverlagend te werken, wat ik me best kan voorstellen. Af en toe voel ik dat iemand de olie in mijn haar masseert. Zo heerlijk dit! We gaan nog een flowerbath in. De bloemetjes in het bad ruiken heerlijk en na afloop zijn de geblondeerde plukken in mijn haar roze. Helemaal rozig en zen gaan we terug naar onze kamer, waar ons nog vers fruit staat te wachten. We bestellen een biertje en geven de tijd door wanneer we het diner gebracht willen hebben. Stipt om zeven uur staat er een heerlijke vis met salade en friet voor ons klaar. Deze service maakt de sauna-ervaring echt compleet! En het mooiste is nog dat we hierna nog twee dagen spa tegoed hebben 🙂
Na nog twee heerlijke spadagen is het tijd om afscheid te nemen van dit luxe hotel. De laatste dagen gaan we weer naar een guesthouse met zwembad. Ingrid slaapt er 1 nacht en vertrekt donderdag weer naar Nederland :'( Ik blijf er vier nachten langer, omdat mijn vlucht naar Nepal maandag pas gaat. Het zal wennen worden om alleen te zijn, na drie maanden samen te zijn geweest. Ik ben wel heel blij dat mijn tijd in Azië er nog niet op zit! Het mag eerst nog even lente worden in Nederland 😉