‘Toeristisch Titicaca’

SANDRA WINK

Ik word alweer vroeg wakker, lees alle gemiste apjes door en vertel het thuisfront over mijn hike. Het is rustig in het hostel, héél erg rustig. Ik heb zo’n vermoeden dat ik de enige gast ben. Dat vermoeden klopt als ze het ontbijtbuffet direct weer opruimen zodra ik klaar ben.

Het meer op

Niet veel later word ik opgehaald voor mijn dagtour naar de eilanden Uros en Taquile op het Titicaca meer. Van verhalen weet ik dat dit een toeristische tour is, dus ik bereid me voor op een kleurrijk circus. Met zo’n 20 man gaan we op een bootje en varen we richting Uros, oftewel de drijvende dorpjes. Zodra we aanmeren, merk je direct dat dit een toeristisch tafereel is. We worden ontvangen door vrouwen in ‘traditionele’ kleding die ons in koor begroeten en er is natuurlijk de mogelijkheid om souvenirs te kopen. Toch doet de gids het erg leuk en vertelt hij met veel passie en humor over het leven op deze eilandjes. De mensen en kinderen zijn heel lief en vinden het leuk om op de foto te gaan.

Twee vrouwen peddelen ons op een andere ‘traditionele’ boot naar het volgende eiland. Ik ben vooral met het dochtertje van een van de moeders aan het spelen, zo’n schattig kind. Op het eiland wordt wederom van je verwacht dat je de portemonnee trekt voor een thee of een snack. Ik ben voorzien en maak foto’s tot we weer de boot op moeten.

We varen naar het eiland Taquile waar we langzaam wandelen naar het restaurant voor de lunch. Een mooi eiland, en af en toe lopen locals of koeien ons voorbij. De lunch is verder prima, het gaat er goed in. Later krijgen we nog een tentoonstelling te zien van hoe ze hier kleding en dergelijke maken. Ook laten de locals hun eigen traditionele kleding zien. Op het moment dat ze voor ons een ingestudeerd dansje doen en muziek maken voel ik me een beetje opgelaten. Al helemaal wanneer ze toeristen uit het publiek plukken om mee te dansen. Ai, tenenkrommend dit. Het nummer is snel voorbij en we lopen weer richting de boot die ons terugbrengt naar Puno.

Als we bijna bij de haven zijn houdt de boot er opeens mee op. Er zit iets vast in de motor en er zit niks anders op dan wachten tot een andere boot ons ophaalt. Aan het eind van de middag ben ik weer in het hostel. Ik boek hier mijn bus voor de volgende dag en plof dan uitgeput mijn bed in.

Isla del Sol

Ik zit nog maar net aan het ontbijt als de taxi al voor me klaar staat. Ik klok snel mijn koffie achterover en stop een broodje in mijn mond. Even later zit ik met een handjevol toeristen in de bus naar Copacabana in Bolivia. Nog geen drie uren verder zijn we al bij de grens van Peru en Bolivia en de grensovergang verloopt soepel en snel.

Copacabana ziet eruit als een toeristisch kustplaatsje, overal roepen ze tours en bestemmingen naar je hoofd in de hoop dat je iets van het lijstje wilt. La Paz! Cuzco! Isla de la Luna! Isla del Sol! Dat laatste moet ik hebben. Ik boek een iets te duur bootticket en dump de helft van mijn spullen bij het hostel waar ik morgen verblijf. Het bootje tuft langzaam over het water en het geluid van de motor en de warmte van de zon zorgt ervoor dat ik weg dommel. Na een powernap meren we aan en raak ik in gesprek met een Nederlands meisje. We besluiten samen een kamer te delen in het guesthouse.

Het is nog een hele klim naar het guesthouse, en de felle zon maakt het er niet makkelijker op. Eenmaal boven worden we hartelijk ontvangen door de volle gastvrouw in haar wijde rok, lange vlechten en met bolhoedje. We krijgen de kamers toegewezen.

Donkere wolken pakken zich samen boven het eiland en Lorenne en ik zijn voorlopig meer dan tevreden met ons bed. Het wordt al snel koud en donker en na een tijdje lezen krijg ik trek. Van de kamer loop je eerst naar buiten toe als je naar de eetkamer of badkamer wilt. Ik trotseer de kou en zit even later met de gastvrouw aan tafel met een kom soep om op te warmen. We praten over onze families, het leven op het eiland en hoe het toerisme alles verandert. Het noorden van het eiland is afgesloten voor toeristen vanwege een conflict tussen de dorpen. Dit heeft als oorzaak het groeiende toerisme en de groepen locals die er op de verkeerde manier van profiteren. Het verschil tussen rijk en arm is daardoor in de afgelopen jaren steeds groter geworden. Het is treurig om te bedenken dat door het opkomende (massa)toerisme de eerst zo vredige dorpjes nu in protest zijn tegen de verkeerde uitpak van het toerisme. Ik had écht niet verwacht dat het toerisme zich al compleet had ingeworteld hier.

Het voelt daarom dubbel om hier rond te lopen. Alsof je niet helemaal welkom bent. Toch zijn de locals in hun nog traditionele klederdracht erg vriendelijk, vooral als we even een praatje met ze maken. Zijn we toch wel gewild hier?

Het is ‘s ochtends vroeg als we het stukje eiland verkennen, met heerlijke pannenkoeken met banaan en chocola als ontbijt achter de kiezen. Veel kinderen en ouderen lopen met een lama of ezel aan een touw over de smalle stenen voetpaden. Behalve dieren is hier geen vervoer en geen lawaai, en we zijn omringd door het ultra kalme water van het Titicaca meer. Wát een rust.

We lopen richting het hoogste punt met een panorama uitzicht over het meer en het dichtbij gelegen Isla de la Luna. Hier voel je goed dat je op de 4000 meter boven zeeniveau bent, er staat een heel fris windje. We maken een aantal foto’s en zoeken daarna de warmte weer op in het guesthouse.

In de voormiddag slenteren we op ons gemak naar de haven, zodat we met de 15.00 uur boot mee terug naar Copacabana kunnen. We sluiten de relaxte dag af met een koffie op een terras met uitzicht op de haven.

Anderhalf uur later zijn we weer aan wal in Copacabana. Ik neem afscheid van Lorenne die direct verder reist naar La Paz. Ik blijf nog een nachtje in Copacabana, daarna ga ik ook naar de grootste stad van Bolivia. Dan meet ik Felipe ook, en het plan is om de laatste weken samen te reizen. Een heel gek maar ook fijn idee om hem weer te zien. Ondanks onze leventjes in ons eigen land hebben we nog wel regelmatig contact. Ik ben benieuwd hoe het straks tijdens het reizen zal gaan!