‘Sanur en Ubud’
TINEKE WINK
Inmiddels ben ik iets langer dan een week in Bali! Zo bizar dat ik 1,5 week geleden nog in Thailand was, het voelt veel langer geleden. Al die nieuwe indrukken – een ander land, andere cultuur, ander geld, andere mensen…
Luxe hotelkamer
Van Bangkok reisde ik naar Jakarta en daar ben ik meteen naar Air Asia gestapt om het eerstvolgende ticket naar Bali te boeken. Helaas moest ik nog een dagje wachten voor ik kon vertrekken dus ik heb mezelf getrakteerd op een heerlijke hotelkamer dichtbij het vliegveld: douchecabine, airconditioning en een heerlijk zacht bed! Wat een luxe! De volgende dag bracht de shuttlebus me naar het vliegveld, waar ik binnen 20 min was. Kortom, weinig van Jakarta gezien, maar weet wel dat de straten modderig waren en vol kuilen zaten vanwege de overstromingen die er een week geleden plaatsvonden.
Sanur
Ik landde in de hoofdstad van Bali, Denpansar, en heb van daaruit een taxi gepakt naar Sanur – een kustplaats een half uurtje verderop. Ik sliep in het Pineapple hostel, wat een super leuk hostel was. Met zwembad, keuken, tv-ruimte, maar wel een beetje crappy dorms. ‘s Avonds zaten we met een groepje in de ‘stamkroeg’ van het hostel, waar elke avond live music te horen was. Dat vond ik het leukst aan Sanur. Maar ik vond het er verder een beetje boring. Het strand was zo zo en er waren alleen maar gezinnen (waaronder veel te veel Nederlanders) waardoor het meer een vakantieoord was. Als iemand had gezegd dat ik aan de Costa Brava was had ik het ook geloofd. Na 2 nachten had ik het er wel gezien en werd tijd om af te reizen naar een culturele stad: Ubud!
Ubud
Hier ben ik nu al bijna een week. Het is een geweldig stadje, lekker overzichtelijk (ik ben er nog nooit verdwaald dus dat zegt wel iets) met fijne eettentjes, leuke winkels, mooie tempels en rijstvelden.
Mango Tree House
Mijn onderkomen voor deze zeven nachten is het Mango Tree House, ik heb een super leuke tijd hier maar slapen doe ik hier niet zo goed. Ik moet nog steeds wennen aan de klamme nachten, het is hier een stuk warmer dan in Thailand. Verder is het er extreem gehorig en slapen we in krakerige stapelbedden. En omdat ik met Ingrid bijna altijd in een privékamer sliep, moet ik er echt aan wennen om nu elke nacht in een dorm te slapen. Dat vind ik een nadeel van alleen reizen, maar van eenzaamheid of heimwee heb ik geen last. In dit hostel zijn bijna alleen maar mensen die alleen reizen en dus zoek je elkaars gezelschap snel op. Overdag vind ik het wel fijn om mijn eigen ding te doen, maar ‘s avonds is het fijn om me aan te sluiten bij mensen in het hostel en samen te eten en een drankje te doen. Het eten is hier trouwens erg lekker. Ik ontbijt met een banana pancake of een fruitsalade met twee toasts met pindakaas. En ‘s avonds meestal nasi of Indiaas. Nasi Kampur is de lokale specialiteit: rijst met verschillende bijgerechten als groenten, vlees, ei en pinda’s. Het is bovendien ook goedkoper dan Thailand, als je maar de juiste tentjes vind. Niet in de toeristische straatjes, maar in zijstraatjes heb je al voor minder dan een euro een avondmaaltijd. Drank is wel prijzig helaas… Sigaretten daarentegen weer spotgoedkoop (1 euro!), misschien hadden die beter niet zo goedkoop kunnen zijn :p
Dagen in Ubud
De dagen vliegen hier om, er is dan ook genoeg te doen. Zo deed ik samen met een Iers meisje een workshop zilveren sieraden maken. Dat leek me echt tof om te doen en ook om een mooi, persoonlijke souvenir van Bali te hebben. Mijne werd een brede ring met daarin de letters: Bali Hidup Bagia, Bali good life in het Balinees. Zo leuk om het proces van het maken van zilver mee te maken! Verder heb ik ook twee middagen lekker aan het zwembad van een luxe resort gelegen, waar je voor 20.000 rupiah (iets meer dan een euro) als niet-hotel gast gebruik van kon maken. Verder heb ik een traditionele Balinese dans gezien, heb ik een dagje een scooter gehuurd en ben ik met een tour mee gegaan. En de laatste dag liet ik me heerlijk verwennen in de spa.
Vanavond mijn laatste nachtje en dan ga ik naar het gevreesde Kuta! Het strand is er smerig, er zijn alleen maar dronken Aussies en het is er extreem toeristisch. Tenminste dat heb ik me laten vertellen. Waarom ik daar dan naar toe ga? Nou ten eerste: wil ik dit met eigen ogen zien en ten tweede kun je er wel uitgaan en daar heb ik na een stad als Ubud, waar alles voor 11 uur dichtgaat, wel behoefte aan. Als het echt zo vreselijk is kan ik zo weer weg, ik wil namelijk vanaf Kuta naar het zuiden van Bali, daar schijnen super mooie stranden te zijn. En dan kan ik dan wel weer de rust opzoeken.
Scooter en regenseizoen
Ik kreeg de tip om een scooter te huren, Bali is namelijk niet zo groot en heel veel plekken kun je makkelijk op de scooter bereiken. Het plan was om naar het bergdorpje Munduk en de kustplaats Lovina in het noorden te gaan (Ubud ligt in het midden van Bali). Ik dacht dat ik het doodeng zou vinden om hier te rijden, aangezien het verkeer hier echt chaos kan zijn, maar nee dat was het probleem niet. Het probleem was dat ik geen kaart kan lezen: de wegenkaart vond ik te ingewikkeld en te duur. ik had alleen de kaart in de Lonely Planet mee, wat wel een beetje hielp. Maar ik kwam veel later dan gedacht in het Noorden (wel een geweldige route gereden door de vele rijstvelden). Eenmaal in t Noorden kwam ik in the middle of nowhere terecht, sprak niemand meer Engels dus de weg vragen lukte niet echt en begon het keihard te plensen waardoor ik tot op het bot verkleumde. Ik heb in een winkel die ik tegenkwam een poncho gekocht en met een beetje moeite en heel veel mensen vragen (ubud that way?) zat ik weer op de goede weg en was ik weer voor t donker terug in Ubud. Ik heb niks gezien wat ik eigenlijk wilde zien, maar ik heb wel een avontuurlijke rit gehad. En ik weet nu hoe ik naar t noorden moet reizen dus nu zit ik er aan te denken om later tijdens de reis terug te gaan naar Ubud, mijn backpack in het hostel achter te laten en dan voor een paar dagen een scooter huren en met een rugzakje weer naar het noorden en daar overnachten. Dan zit ik niet zo aan tijd gebonden en in t donker rijden wil ik echt niet. Er zitten hier en daar namelijk wat gevaarlijke kuilen op de wegen…
Regenseizoen
Behalve die ene keer op de scooter toen het zo nodig keihard moest regenen, vind ik het reizen in het regenseizoen, oftewel laagseizoen, helemaal geen probleem. Het is goedkoper, het is gemakkelijker om een kamer te krijgen en de regen stelt hier niet zo veel voor. Meestal begint de dag zonnig, wordt het wat bewolkter en aan t eind van de dag kun je een regenbui verwachten die meestal niet langer dan een uur duurt.
Balinese dans
Samen met Monique, ook een Nederlands meisje, ging ik naar een traditionele Balinese dans. Op een super mooie locatie, bij een paleis, zaten we bijna front row en kon de dans beginnen. We kregen een heel programma, 7 verschillende thema’s, maar t duurde maar een uur (wat achteraf ook wel prima was). Echt bizar om te zien, ze droegen prachtige kostuums, het dansen was met veel expressie en gebaren en dat maakte het tegelijkertijd bizar en bijzonder. We hadden vooral veel lol om de man die alles aankondigde en niet doorhad (of net deed alsof) dat de microfoon kraakte en dat hij daardoor niet te verstaan was, om de scary blik van een van de danseressen, om de gezichtsuitdrukkingen van de muziekbegeleiding (zichtbaar genietend of zichtbaar chagrijnig) en om de ‘no taxi’ man voor ons in de rij. Deze Canadees had een bordje voor zijn shirt met de geweldige tekst: no taxi. Wat geniaal is aangezien we als we op straat lopen gek worden van de vraag: taxi? Noooo thank you.