‘Minke in Ecuador’
SANDRA WINK
Eenmaal terug in Quito was het nog maar een week wachten totdat Minke zou komen! Na een heeele lange week op kantoor was het eindelijk zover. Een dag voor haar vlucht belden we nog en ik vond het zo raar om te zeggen ‘tot morgen!’. Samen met Flippo haalden we haar op van het vliegveld, en het duurde een eeuwigheid voordat ze eindelijk uit de aankomst deuren kwam wandelen. Na een emotioneel momentje moesten we lachen en was het al snel weer normaal dat we weer samen waren.
De volgende dag vertrokken we gelijk naar Baños, waar we twee nachten verbleven. Hier wist ik inmiddels na 3(!) keer de leuke koffietentjes en lekkere restaurants te vinden. We zochten direct een café op waar we genoten van een cappuccino voordat we op pad gingen.
Samen met nog een meisje van het vrijwilligershuis in Quito pakten we een bus naar de Casa de Arbol, voor de oh zo bekende schommel foto. Het was helder weer en het uitzicht was prachtig.
Eenmaal terug wilden we onze activiteiten voor de volgende dag boeken bij een voor mij bekende tour operator, waarbij we hartelijk werden ontvangen en ik werd gevraagd of ik ook gratis wilde bungeejumpen. Uh.. ik denk er nog even over na, zei ik. Voordat we het wisten zaten we in een taxi en stond ik op het puntje van een plateau naar de 100 meter diepe rivier te kijken. Ik dacht nog ja doei dit ga ik echt niet doen. Een moment later hoorde ik mezelf schreeuwen en swiepte ik heen en weer boven de rivier. Wat een adrenaline kick! Trillend op mijn benen keken we de video en foto’s terug. Heel blij dat ik het toch gedaan heb.
De volgende dag begon met raften, wat voor Minke de eerste keer was. Met lichte zenuwen gingen we het wilde water op waar iedereen als een wilde begon te peddelen. Aan het eind van de rit gingen we nog vrijwillig het water in, wat heel leuk leek in het begin totdat de stroming krachtiger werd en we niet wisten hoe snel we de boot weer in moesten komen.
Eenmaal terug dronken we nog een flinke bak koffie voordat we doorgingen naar onze volgende activiteit. Canopying, oftewel abseilen van een waterval. Beide hadden we dit nog nooit eerder gedaan maar het leek ons niet te extreem. Het tegendeel was waar. Vijf watervallen, waarbij de hoogste 30 meter, was in werkelijkheid een stuk enger dan we voorheen dachten. Vooral op het moment dat Minke in een waterval hing en zichzelf niet meer omhoog kreeg. Ik stond bovenaan de waterval, volledig in paniek omdat ik dacht dat dat kind geen lucht meer kreeg door al dat water wat naar beneden stortte. Gelukkig kreeg ze zichzelf weer beneden en abseilde ik met lichte paniek van dezelfde waterval. Leuk dat canopying, maar één keer was zeker genoeg.
Die avond kwamen we bij van de heftige dag onder het genot van een ‘canelazo’ en een heerlijke maaltijd.
We hadden een strak schema, en gingen de volgende dag alweer naar Latacunga, waarvandaan we Quilotoa zouden bezoeken. Het stadje zelf was niet heel boeiend, dus vonden we al snel een plek voor biertjes en pizza.
De volgende ochtend werden we opgehaald voor de dagtour Quilotoa. Het was koud, grijs en regenachtig toen we vertrokken, maar eenmaal bij het kratermeer aangekomen brak de zon door en konden we genieten van het gigantische groenblauwe meer, omringd door groene bergen.
Na een lunch gingen we door naar het dorpje Pujilí om de wekelijkse markt te bezoeken. Onderweg maakten we nog een stop bij een traditioneel Ecuadoriaans gezin met heel veel cavia’s, waarvan je wist dat er elke dag een zou verdwijnen in hun maag.
De Cotopaxi kon natuurlijk ook niet ontbreken in onze trip, en van veel mensen had ik positieve verhalen gehoord over een hostel in de middle of nowhere waar je, jawel, in hobbit huisjes kon overnachten. Samen met een vriendin uit Quito verbleven we in dit geweldige hostel, met uitzicht op de indrukwekkende Cotopaxi vulkaan!
Daarnaast deden we hier een mountain bike tour in het Cotopaxi National park, heel vet om zo vlak naast de nog actieve vulkaan de fietsen! Diezelfde dag reisden we nog zo’n 6 uur met vier verschillende vervoersmiddelen naar Otavalo.
Op zaterdag verandert het kleine dorpje Otavalo in een grote markt, waarbij we in de ochtend de dierenmarkt bezochten. We liepen hier tussen de massas mensen en dieren, en overal hoorde je varkens gillen en cavia’s piepen.
Met een lichte cultuurshock vertrokken we weer naar de ‘gewone’ markt, om hier helemaal los te gaan met souvenirs kopen. Met volle tassen reisden we in de middag weer terug naar Quito.
Het was zaterdagavond, en aangezien we midden in de uitgaanswijk van Quito zaten, besloten we op stap te gaan. Na een hele geslaagde avond met veel drankjes voelde ik de volgende ochtend vroeg de zon door het raam prikken. Ik dirigeerde Minke het bed uit en binnen no-time gingen we met de ‘teleférico’ naar een hoogte van 4000 meter, waar we uitzicht hadden over deze immens grote stad.
Eenmaal beneden zijn we door het historische centrum van Quito gaan lopen om vervolgens een taxi te pakken naar ‘La Mitad del Mundo’, oftewel het midden van de aarde. Het hele gebeuren om het monument was wat overdreven, met talloze winkeltjes en onzin dingen, maar we vermaakten ons prima en pakken aan het eind van de dag de taxi weer terug naar huis.
Het was maandag, en ik moest werken op kantoor en alles regelen voor de Galápagos. Samen met Minke vertrok ik namelijk al de ochtend daarop. Het besef dat ik daar twee maanden zou werken en wonen was er nog steeds niet toen ik al mijn warme kleding in dozen deed en opborg op kantoor. Die avond nam ik afscheid van Flippo, die ik zal missen de komende weken, maar het feit dat ik op voor zo’n lange tijd tussen de zeeleeuwen, schildpadden en leguanen mag wonen maakt het wel makkelijker.