Minder spullen, meer vrijheid

TINEKE WINK

Sinds ik vorig jaar het boek ‘Weg ermee’ van Dennis Storm heb gelezen, heeft minimalisme mijn interesse gewekt. Dennis wilde hetzelfde gevoel dat hij op reis had ook in het dagelijkse leven ervaren: met weinig spullen een gevoel van vrijheid beleven. Zo minimaliseerde hij zijn spullen, maar ook de rest van zijn leven waaronder zijn agenda en zijn werk.

Elimineren

Minimalisme gaat dus verder dan het hebben van zo weinig mogelijk spullen. Het gaat erom dat je bepaalt wat belangrijk voor je is en dat je elimineert wat je tegenwerkt. Bijvoorbeeld meer tijd met vrienden, minder werken, bewust je geld uitgeven (aan ervaringen en spullen die je écht blij maken).

Wat maakt mij blij? Schrijven, zon, de natuur, reizen en tijd doorbrengen met vrienden en familie. Wat wil ik elimineren? Stress, dingen tegen mijn zin doen, te veel consumeren en in de winter in Nederland zijn. Die eerste twee heb ik al uit mijn leven geweerd, consumeren kan nog minder (ben nog te gevoelig voor sale) en reizen of vakanties probeer ik zoveel mogelijk in de herfst of winter te plannen.

Ben ik nu minimalistisch bezig? Dat hangt van de benadering af. Als je een minimalist ziet als iemand die zo weinig mogelijk spullen bezit, ben ik geen minimalist. Dennis Storm kan al zijn kleding in één koffer krijgen, mij lukt dat niet. Daar heb ik toch minimaal twee grote koffers voor nodig. Ik houd van kleding, maar probeer wel bewust aankopen te doen. Zo zal ik niet zo snel losgaan bij Primark of allemaal impulsaankopen doen. Ik kan bovendien makkelijk afstand doen van spullen. Als ik uitgekeken raak op een kledingstuk, maak ik er graag iemand anders blij mee.

Parttime werken

Het is al een behoorlijke tijd geleden dat ik fulltime heb gewerkt en dat vind ik helemaal niet erg. Ik ben namelijk niet iemand die zich snel verveelt en kan uren lummelen zoals dat met een mooi woord heet. In deeltijd werken levert altijd gemengde reacties op. De één zou het ook wel willen, een ander moet er niet aan denken om geld in te moeten leveren. Nu is fulltime werken nog steeds de norm in Nederland, maar het wordt wel steeds normaler om parttime te werken. Ook als je geen kinderen hebt. Qua salaris hebben we het hier dan ook best goed, vergeleken met veel andere landen. Dus het kan vaak wel, mits je je levensstijl aan kunt passen.

Mijn eerste ervaring met parttime werken was bij IKEA. Ik kreeg daar een contract van 24 uur, wat daar al het hoogst haalbare was. En hoewel ik destijds liever een groter contract had gehad, beviel dit kleine contract eigenlijk wel goed. Als ik er zin in had maakte ik wat extra uren (dat was altijd mogelijk daar) en als ik er geen zin in had hield ik het lekker op die 24 uur. Heerlijk op een woensdagochtend naar de bioscoop en daarna naar werk. Ik kon er prima van rondkomen. Ik kon niet elke week uiteten of dure kleding kopen, maar dat heb ik ook nooit gemist.

Oké, een goedgevulde spaarrekening wel. Maar ik betwijfel of ik dan niet meer had uitgegeven. Sparen zat toen nog helemaal niet in mijn systeem. Ik gaf meer uit naarmate ik meer verdiende, ook wel leefstijlinflatie genoemd. Ook gaf ik geld uit om mezelf te belonen. Zo heb ik vier maanden fulltime op de klantenservice van Blokker gewerkt. Van 9-6 op kantoor, elke dag met tegenzin naar werk gaan en dan in het weekend overcompenseren door veel geld uit te geven. Vervolgens had ik een knoop in mijn maag op zondagavond, omdat ik er zo tegenop zag om weer vijf dagen op kantoor te zitten. Dat wil ik niet meer. Werk moet voor mij niet puur bedoeld zijn om geld te verdienen. Ik moet er wel voldoening uit halen en met plezier naar mijn werk gaan. Ik heb niet perse iets tegen fulltime werken. Als je gelukkig van je werk wordt, waarom niet? En als je echt niet minder wil verdienen is dat ook begrijpelijk. Soms kan het natuurlijk niet anders, kun je simpelweg niet rondkomen van een parttime baan. Of je hebt een bepaald doel voor ogen. Zo wil ik in 2020 weer naar Azië voor een half jaar. Als ik dan een aantal maanden fulltime moet werken dan vind ik dat helemaal prima omdat ik weet waar ik het voor doe.

Ontspullen heeft een aantal voordelen, maar welke van deze voordelen ervaar ik zelf nu ik minder spullen heb?

Feit of fabel: ik raak nu nooit meer iets kwijt

Fabel! Al raak ik wel minder kwijt dan vroeger. Meestal als ik nu iets kwijt ben, heb ik het zo gevonden. Maar héél soms verdwijnen er nog steeds, op mysterieuze wijze, spullen uit mijn leven. Ik vrees dat ik deze chaotische kant van mezelf nooit helemaal onder controle zal hebben.

Feit of fabel: ik koop nooit meer nieuwe kleding

Fabel! Helaas, ik zou het wel leuk hebben gevonden om te zeggen dat ik nu nooit meer nieuwe kleding koop, maar dat is niet zo. Wel veel bewuster (gemiddeld één tot twee keer in de maand), maar ik geef er nog wel geld aan uit. Zo is Zalando wel een zwakte, vooral sale van merken als Fabienne Chapot en Levi’s. Feit blijft wel dat ik er wel een veel beter gevoel bij heb als ik kleding tweedehands koop. Ik zorg er ook voor dat er ook iets uit mijn kledingkast gaat als ik iets nieuws heb gekocht. 

Feit of fabel: makkelijker keuzes maken

Feit! Als ik mijn kledingkast opendoe, hangt alles netjes op kleur en ik heb alleen kleding in mijn kast hangen die ik daadwerkelijk draag. Het is overzichtelijk en daardoor vind ik het niet lastig om een outfit bij elkaar te zoeken. Ik word ook oprecht heel blij van een overzichtelijke kledingkast. Zodra ik merk dat ik een kledingstuk weinig draag, geef ik het weg of verkoop ik het. Ik gebruik daar de app Vinted voor.