Mijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostella

SANDRA WINK

Ze zeggen wel eens dat een pelgrimsroute je hele mindset verandert. Dat je als mens anders naar het leven gaat kijken. Dat de tocht je als persoon zelfs verandert. In juni 2022 volgen Minke en ik de Camino del Norte, de pelgrimsroute van Irun naar Santiago de Compostella. Meer dan 820 kilometer wandelen, 31 dagen lang. Gemiddeld lopen we zo’n 25 kilometer per dag, zonder rustdagen.

Waarom lopen we deze pelgrimstocht? En wat heeft het met ons gedaan?

Wat is de Camino de Santiago?

Eerlijk is eerlijk. Ik had nog nooit van de Camino de Santiago gehoord totdat Minke mij erover vertelde. Ik wist ook niet dat er talloze wandelpaden zijn naar Santiago de Compostella, ieder met een eigen naam (zoals Camino del Norte, Camino Primitivo en Camino Portugúes) en verhaal.

De bekendste pelgrimsroute naar Santiago de Compostella is de Camino Francés. 775 kilometer lang, die begint (je raadt het al) in Frankrijk. Ieder jaar lopen honderdduizenden zogenoemde pelgrims dit pad. Dwars door het binnenland van Spanje, langs de steden Burgos en Leon. Wij kiezen voor de Camino del Norte, die langs de noordkust van Spanje loopt. Minder bekend en uitdagender vanwege het vele klimmen en dalen. Misschien juist daarom wel minder populair. Naast de fysieke uitdaging trekt de kustlijn ons enorm aan.

Mijn ervaring met de Camino del Norte

Behalve de 4-daagse trekking in de bergen van Peru en de 6-daagse strandwandeling in Nederland hebben we beide 0 ervaring met lange wandeltochten, laat staan lopen met zware bepakking en wekenlang klimmen en dalen. Een fysieke en mentale uitdaging, dat willen we dit jaar. Al na de eerste dag lopen weten we: de Camino voldoet hier 100% aan. Het is intens en zwaar, maar ook een geweldig avontuur. Elke dag overwinnen we weer de fysieke en mentale uitdaging. Maar ook elke dag urenlang de tijd hebben om na te denken, zowel meditatief en rustgevend als beangstigend tegelijk. Alles een plekje geven, twijfels die voorbijkomen, herinneringen die naar boven komen, dagdromen en zelfs verveeld raken van je eigen gedachten. In een wereld waar je zo gewend bent aan constante prikkels is het in het begin behoorlijk wennen om helemaal ‘niks’ te doen. Geen telefoon, geen afleiding, maar compleet de vertraging ingaan. Alleen lopen en om je heen kijken.

Na een paar dagen zie ik de kleurcontrasten van de bloemen, bomen en planten feller. Hoor ik de verschillende melodieën van de vogels wat me eerder nog niet was opgevallen. De eerste dagen ben ik vooral druk in mijn hoofd, maar na een week voel ik me helemaal zen en comfortabel met deze manier van slow-travel. Al voer ik op zware momenten nog altijd een flinke discussie met mezelf in mijn hoofd. Tijdens een lange klim, steile afdaling of wanneer het regent of juist heel heet is, voel ik de pijn in mijn schouders van de zware tas die aan me trekt, mijn voeten die schreeuwen om rust en mijn hoofd die me vraagt waar ik in godsnaam mee bezig ben. De laatste kilometers noemen Minke en ik altijd gekscherend de mindfuck, omdat er voor je gevoel nooit een einde aan de etappe komt. Wanneer we dan eindelijk neerploffen op het eerste en beste terras of bankje en onze schoenen en sokken uittrekken voelen we ons zó dankbaar. Ook dat (0.0) biertje aan het einde van de tocht is zo’n gigantische beloning. Mijn voeten tintelen helemaal na en ik kan me niet voorstellen dat ik deze voeten ooit weer pijnloos in beweging krijg. Eerst rust. Gewone dingen zoals een warme douche, schone was en een uitgebreide maaltijd maken je na het lopen zó gelukkig. Het is zo simpel eigenlijk. Als een slak met je huisje op je rug de hele dag lopen, nieuwe dingen zien en genieten van de kleine en simpele dingen in het leven.

Ons Camino ritme

Het is wonderbaarlijk hoe je lichaam zich aanpast aan de omstandigheden. Al na een dag zijn mijn voeten weer de oude en de pijn in mijn schouders verdwijnt na een paar dagen. De tas voelt lichter op mijn rug en mijn voeten kunnen er weer tegenaan. Klimmen en dalen over rotsachtige paden gaat soepeler en ik voel me elke dag een beetje sterker worden.

Na een week vinden we zo langzamerhand ons Camino ritme. We staan vaak voor zonsopgang op. We pakken dan stilletjes onze tas in en maken ons klaar voor de volgende etappe. De eerste 10 kilometer gaan altijd heel soepel. Zeker als we voor de ochtendschemering vertrekken, zo rond 6 uur ‘s ochtends, is het voordat we het doorhebben al snel 3 uren later. We verlangen dan vooral naar een café con leche en een (chocolade) broodje, maar dat is soms nog best een uitdaging in een land waar ze vrij laat met de dag beginnen. Zeker als je voornamelijk door de natuur loopt en zelden een dorpje tegenkomt. Wanneer je dan iets vindt, voelt de beloning des te groter.

Het magische gevoel

Onderweg en in de weinige cafés komen we regelmatig andere pelgrims tegen. Je herkent ze aan de Sint Jacobsschelp die aan hun backpack bungelt. De meesten lopen alleen, soms met z’n tweetjes, net zoals wij. Altijd groet je elkaar. En wanneer je ongeveer dezelfde etappes loopt, kom je keer op keer dezelfde mensen tegen. Of je nu veel of weinig woorden met ze deelt, de klik is er. Je hebt hetzelfde doel. Voor een gesprek heb je alle tijd. Eerst vooral luchtige gesprekken maar ook, omdat de klik er al is, diepe gesprekken over het leven. Je hoort interessante levensverhalen en veel pelgrims op deze route hebben al eerder een Camino gelopen. Sommigen zelfs tientallen keren. In het begin van de tocht vinden we dat maar vreemd. Waarom zou je steeds naar hetzelfde eindpunt lopen als je er al eerder bent geweest? Daar komen we later helemaal op terug, want zo’n tocht doet echt iets met je. Vooral door de band die je opbouwt met andere pelgrims. Iedereen is gelijk, het maakt niet uit hoe je eruit ziet, hoe oud je bent, hoe je je gedraagt. In de huidige maatschappij kom je dit nog maar weinig tegen. Op de Camino ervaart iedereen de ultieme vrijheid, gelijkheid en het saamhorigheidsgevoel. Dé ingrediënten voor een bijna perfecte maatschappij zou je zeggen.

Je doet het samen

Niemand heeft haast. Het enige doel dat je hebt is de eindbestemming van die dag bereiken, en een slaapplaats, douche en een maaltijd fixen. We slapen voornamelijk in zogenaamde albergues. Dit zijn speciale hostels of herbergen voor pelgrims. Elke albergue is weer anders. Sommige zijn gevestigd in historische gebouwen, kerken of midden in de natuur in een woonboerderij. Voor een paar euro krijg je een bed in een slaapzaal en deel je een badkamer met een handjevol of zelfs met tientallen andere pelgrims. Onze eerste ervaring met een albergue is heel erg wennen. We liggen hutje mutje op een kamer naast het treinstation, delen 1 badkamer en er is 0 privacy. Toch is het anders dan een hostel, want iedereen is hier met hetzelfde doel en heeft hetzelfde ritme. ’s Nachts is het dus muis en muisstil (als er niemand snurkt). Ik slaap als een baby. Voor een tientje kun je in sommige albergues een uitgebreide pelgrimsmaaltijd krijgen. Het is super gezellig om zo samen te eten. Met z’n allen aan een grote tafel, allemaal bekende onbekenden van elkaar.

Een rollercoaster van emoties

Elke avond vallen we mega voldaan in slaap. Elke dag beginnen we weer vol energie en vaak worden we beloond met een magische zonsopgang. Elke dag zijn we in de buitenlucht, in beweging en in de natuur. Elke dag weer een nieuwe omgeving zien en mooie verhalen horen van de mensen die we ontmoeten. Elke dag horen we wel een ‘Buen Camino!’ van een blije voorbijganger of een oude bewoner in een slaperig dorpje. Maar er zijn ook dagen en momenten dat het minder leuk is. Niet elke etappe is mooi. En het weer in Noord-Spanje is onvoorspelbaar. Soms urenlang in de brandende zon over het asfalt lopen terwijl het verkeer langs je voorbij raast. Of om de 10 minuten je poncho uit en aan doen omdat de buien en zon elkaar in rap tempo afwisselen. Op zulke momenten weten we even niet wat we met onszelf aan moeten. Meestal lassen we dan wat meer pauzes in en doen we het rustiger aan. Al blijven de eerste wandeluren van de dag wel altijd magisch. Al helemaal wanneer het nog donker is buiten. De hele wereld slaapt nog, behalve de vogels. Je begint je dag met een orkest aan vogelgeluiden, en het lopen voelt daardoor bijna meditatief.

Backpacken 2.0

Lopen is de mooiste manier om een land te leren kennen. Je mist geen enkel detail. Heel bijzonder om zo de vertraging in te gaan. We vormen een Camino Family met andere pelgrims. Na een paar weken lopen we ook meer samen, eten we samen en maken we van de Camino meer dan alleen een wandeltocht. Het is super gezellig en het voelt weer als onze backpackreis door Zuidoost-Azië, maar dan met allemaal gelijkgestemden. We leven echt in een bubbel. Het voelt daardoor ook alsof we al maanden op reis zijn.

De laatste loodjes

Pas bij de laatste 100 kilometer verandert er iets. We zijn steeds meer gefocust om de eindbestemming, Santiago de Compostella, te bereiken. We willen er gewoon zijn. Misschien komt het ook door het weer. Na wekenlang zon en warmte is het nu koud en regenachtig. We maken minder foto’s en video’s. We willen zo snel mogelijk door de etappes heen. Tegelijkertijd willen we ook niet dat de Camino stopt. Heel dubbel allemaal.

Op de kilometerpaaltjes staan nog maar 2 cijfers. 80, 60, 50, 30 kilometer… Als we nu de bus pakken zijn we er gewoon in een half uur, denken we. Nu hebben we nog ruim 6 uren lopen te gaan. We spotten steeds meer pelgrims op de route. Gezinnen, ouderen en heel veel schoolkinderen. Hele grote groepen. In combinatie met de regen zijn we er op een gegeven moment helemaal klaar mee. We weten niet meer wat we met onszelf aan moeten en ploffen neer in de regen op een terrasje. We blijven enigszins droog door de parasol en zien de hordes pelgrims voorbijkomen in hun poncho’s.

Na een lange pauze komt de zon weer tevoorschijn. We hijsen nog één keer onze backpack op onze schouders en lopen regelrecht naar onze eindbestemming. 9 kilometer, 8, 7, 6, 5… We worden ongeduldig bij de laatste kilometers en de tijd lijkt langzamer te gaan. We lopen de stad tegemoet en zien al een stukje kathedraal in de verte. Mijn hart slaat direct over. Met een fles wijn onder onze arm lopen we door de stad waar het krioelt van de pelgrims. Vol zenuwen lopen we richting de kathedraal en doordat we eerst verkeerd lopen, beseffen we niet dat we al op het eindpunt staan. We draaien ons om en daar staat ie: de kathedraal van Santiago de Compostella, direct voor onze neus. Nadat we uitgebreid knuffelen, bijpraten en wijn drinken met mede pelgrims komt het besef dat we er zijn. En dat het voorbij is. We voelen ons sip, opgelucht en ultiem gelukkig.

Op een roze wolk in Santiago de Compostella

In de paar dagen dat we in Santiago blijven zweven we op een roze wolk. We voelen de opluchting van het einde van de tocht, maar zijn ook nog steeds op de ‘Camino’. In een stad waar je nog nooit bent geweest, voelt het alsof je hier al jaren woont. Waar we ook lopen, komen we pelgrims tegen waar we momenten mee hebben gedeeld op de Camino del Norte. Met mede pelgrims blijven we zo lang mogelijk in de bubbel. En nu is er ook tijd voor feest en dansen. Doordat er iedere dag duizenden pelgrims arriveren in de stad, hangt er zo’n goede vibe. Pelgrims lopen met een lach op hun gezicht rond. Maar na een dag of twee vervaagt deze roze wolk langzaam. Pelgrims vervolgen hun tocht naar Finisterre (het échte eindpunt van de tocht) of keren weer terug naar huis. De ‘Camino Family’ valt steeds meer uit elkaar. En dan is het ook tijd voor ons om weer terug naar huis te gaan. Dat valt ons best zwaar. De herinneringen blijven, en we weten zeker dat er weer een moment komt dat de Camino ons roept. En als de Camino roept, dan luisteren we. Dan hijsen we ons huisje weer op onze rug en zetten de eerste stap. Lopen, eten en slapen. Terug naar de basis. Niks moeten en de ultieme vrijheid ervaren. Camino, we komen terug! 😉

Lees verder:

Etappe 1 t/m 6 : van Irun naar Bilbao
Etappe 7 t/m 12 : van Bilbao naar Santillana del Mar
Etappe 13 t/m 18 : van Santillana del Mar naar Gijón
Etappe 19 t/m 24 : van Gijón naar Ribadeo
Etappe 25 t/m 31 : van Ribadeo naar Santiago de Compostella

Of ga naar het complete overzicht:

Camino del Norte – De kustroute naar Santiago de Compostella