Mestia – Ushguli hike in Georgië
MINKE WINK
De Opper-Svanetië regio in Georgië, vlakbij de Russische grens, is een van de meest spectaculaire delen van het Kaukasusgebergte. De met sneeuw bedekte bergen en pittoreske, middeleeuwse Svan-dorpen in deze regio maken deel uit van UNESCO-werelderfgoed die door zijn isolatie lang op natuurlijke wijze is bewaard. De beste manier om dit deel van Georgië te ervaren is te voet tijdens de populaire vierdaagse trektocht van Mestia naar Ushguli.
Deze trektocht voert je door traditionele, afgelegen dorpen bezaaid met iconische middeleeuwse Svan-torens, over grillige bergkammen en door diepe valleien naar een van de hoogste dorpen van Europa. De glooiende, groene alpenweiden, met sneeuw bedekte bergtoppen en indrukwekkende gletsjers zorgen voor een adembenemend landschap. Met stip een van de meest memorabele ervaringen die je in Georgië kunt hebben en het hoogtepunt van elke avontuurlijke rondreis door dit prachtige land. Naast het unieke culturele aspect van deze trekking is de natuur ronduit spectaculair. Niet voor niks is dit dan ook een van de meest populaire meerdaagse trektochten in het Kaukasus gebergte en daarom raad ik aan om deze trekking buiten het hoogseizoen (juli en augustus) te plannen.
In deze blog deel ik onze route, accommodaties en ervaringen tijdens deze meerdaagse trekking in Georgië.
Dag 1: Mestia – Zhabeshi (16 km)
Na een uitgebreid ontbijtbuffet lopen we vanaf ons guesthouse via het centrale plein van Mestia het dorp uit. Al snel zien we de eerste gele borden die ons de komende 4 dagen de weg gaan wijzen naar Ushguli samen met de rood-witte of geel-witte vlaggen die op rotsen en bomen zijn geschilderd. De gele wegwijzers zijn schaars, maar altijd een opluchting als we ze zien omdat we dan weten dat we op de goede weg zijn en meer informatie krijgen over het aantal kilometers dat we nog moeten lopen.
We lopen geleidelijk omhoog en zien Mestia steeds kleiner worden. Het pad is modderig, maar gelukkig regent het bijna niet meer. Na een pittig klimmetje door het bos bereiken we uiteindelijk een open vlakte met mooie uitzichten op de Tetnuldi berg en de Usba berg prominent erachter. Nonchalante koeien en paarden verplaatsen zich al grazend en trekken zich niets van ons aan.
Samen met ons zijn er slechts een handjevol andere hikers die vandaag hebben besloten om aan deze vierdaagse trektocht te beginnen. Het trekkingsseizoen is eigenlijk nog niet begonnen en het is maar de vraag of het mogelijk is om de hele route te kunnen volgen. De vriendelijke vrouw van het toeristen informatie centrum in Mestia heeft ons verzekerd dat we de eerste 2 dagen de route kunnen volgen en daarna advies moeten inwinnen bij de locals om te kijken of we de bergpas over kunnen en er niet teveel sneeuw ligt. We gaan het zien.
Na een korte pauze vervolgen we het pad dat ons weer langzaam naar beneden leidt. Er zijn meerdere opties qua wandelpaden en we volgen er eentje die wat hoger ligt. Al snel belanden we tussen de ietwat norse koeien op slipperige modderpaadjes. Niet heel chill. We lopen weer terug naar de vallei beneden en volgen een ander modderig pad door verlaten dorpjes richting Zhabeshi. Uiteindelijk komen we aan bij een brug over de rivier die ons op de verharde weg brengt. Het laatste stukje lopen we over deze sfeerloze, maar in ieder geval droge, verharde weg tot we bij ons guesthouse aankomen. We zijn net op tijd want niet lang na aankomst begint het keihard te regenen.
Na een warme douche schuiven we in de woonkamer aan een uitgebreid diner vergezeld met lokale wijn en chacha. Onze gastfamilie zorgt ervoor dat we niks tekortkomen. Wat een fijne plek!
Accommodaties: Nino Ratiani’s Guesthouse en Ciuri’s Guesthouse
Dag 2: Zhabeshi – Adishi (12km)
We verlaten het dorpje Zhabeshi en onze vriendelijke gastfamilie en lopen terug naar het punt waar de eerste gele wegwijzer ons opwacht. Volgens de wegwijzer is het maar 11 kilometer lopen naar de volgende slaapplek, maar het voelt eerder als 25 kilometer. De dag begint met een pittige klim en de paden zijn niet overal even goed begaanbaar. Af en toe klauteren we door de sneeuw en we moeten steeds op onze app kijken of we nog goed lopen. Dat is het nadeel van hiken in het laagseizoen en zeker in mei. De sneeuw is nog niet overal verdwenen en dat maakt het lastiger om het juiste pad te vinden. De zon op ons hoofd en de uitzichten onderweg maken gelukkig veel goed.
Niet lang nadat we het dorp uit zijn, beginnen we aan de beklimming. We genieten van een prachtig uitzicht op de vallei en de bergen in de verte voordat we dieper het bos induiken. Het laatste stuk van het pad is onverhard, modderig, besneeuwd en ijzig. Behoorlijk uitdagend. Mijn sokken zijn niet meer droog als we uiteindelijk, na dik 2 uren klimmen, boven bij een verlaten skidorp aankomen. Behalve een bange, blaffende hond en een aanhankelijke kat is hier niemand.
Na een korte pauze lopen we verder en volgen we het pad langs de skilift. Al snel komen we de volgende gele wegwijzer tegen die ons twee verschillende kanten opstuurt. Beide routes liggen bezaaid met sneeuw en dus kiezen we de meest aantrekkelijke. Naast de sneeuw, die een uitdaging vormt, komen we onderweg ook een aantal snelstromende beekjes tegen waar we overheen moeten zien te komen. Natte schoenen en sokken valt nog mee te leven, maar met tas en al meegesleept worden door de rivier ziet natuurlijk niemand zitten. Gelukkig komen we steeds een aantal andere hikers tegen en kunnen we elkaar helpen naar de overkant.
De wandeling gaat verder door het bos en komt vervolgens uit in een grote weide. Het dorpje Adishi voelt meer afgelegen dan elk ander dorp tijdens de trektocht. Het ligt genesteld in een smalle vallei ver van de hoofdweg van Mestia naar Ushguli. Het komt pas op het allerlaatste moment van de wandeling in zicht en ziet er bijzonder uit zo aan het eind van de dag.
In het enige open cafeetje in het dorp drinken we een biertje en informeren we bij de locals naar de route voor de volgende dag. Volgens de lokale barman is het mogelijk om de route te vervolgen, maar wordt het wel héél zwaar omdat we een bergpas vol sneeuw over moeten. Er is dus geen duidelijk pad en het weerbericht voor morgen voorspelt onweersbuien. We twijfelen of het niet verstandiger is om gewoon via de saaie maar veilige autoweg naar onze volgende bestemming te lopen. We besluiten er nog een nachtje over te slapen.
Accommodatie: Hotel Family Bachi
Dag 3: Adishi – Iprali (17 km)
Na veel twijfels, overleg en schietgebedjes kiezen we ervoor om de route te vervolgen en de bergpas over te steken. Na het ontbijt begint de zon te schijnen en dit is voor ons nog een extra teken om ervoor te gaan. Omdat we ook een beruchte rivier met sterke stroming over moeten, vragen we nogmaals bij onze gastvrouw of er een paard geregeld is dat ons hierbij kan helpen. Ze verzekert ons dat het allemaal goed komt en dat we de bergpas over kunnen. Let’s do it!
We verlaten het dorpje en de eerste kilometers lopen we ontspannen door de vallei. Af en toe is het pad een beetje modderig, maar heel goed te doen. We genieten van het mooie weer en de prachtige uitzichten op de besneeuwde bergtoppen. Na twee uren lopen, komen we aan bij de rivier waar al een local met paard staat te wachten.
Voor een veel te hoge prijs brengt hij ons met het paard veilig naar de overkant van de rivier. Na de turbulente rivieroversteek begint gelijk de steile klim naar boven. Door de sneeuw zijn we het pad al snel kwijt en het duurt even voordat we het weer terugvinden. Uiteindelijk lukt het ons met de app en komen we aan bij een uitkijkpunt met uitzicht op de indrukwekkende Adishi gletsjer. We nemen even de tijd om wat nieuwe energie tot ons te nemen in de vorm van een Snickers.
Daarna lopen we verder omhoog. We volgen de voetstappen in de sneeuw en zakken er af en toe diep in weg. Dit stuk vereist pure focus en we durven amper te stoppen en om ons heen te kijken. Het is echt zwaar en we zijn al snel buiten adem. Als we bijna boven zijn, is de lucht helemaal grijs en horen we onweer in de verte. Bomvol adrenaline van de spanning lopen we langzaam door. Stapje voor stapje. Voetje voor voetje. We bereiken het hoogste punt van de dag, de Chkhunderi Pass, zonder het te beseffen. Als we eindelijk boven zijn huil ik in stilte van opluchting. We made it!
Oké, we zijn er nog niet helemaal. Haastig lopen we de berg af tot het punt dat er geen sneeuw meer ligt. Pas dan kunnen we opgelucht ademhalen. En plassen. Na een korte pauze lopen we naar beneden de vallei in. Ondertussen begint het te regenen en te waaien. Beneden staat een herdershut waar we naartoe strompelen om te schuilen. Er staan twee paarden en in de hut zelf schuilen nog twee andere hikers en twee lokale mannen. Ze bieden ons brood, kaas en chacha aan. Ik kan wel janken van geluk. Langzaam komt onze hartslag weer tot rust en warmen we ons op aan de lokale lekkernijen. En we kunnen weer lachen.
Vol energie vervolgen we de route en lopen we over het onverharde pad langs een indrukwekkende kloof richting Iprali. We moeten nog een paar keer een snelstromend beekje over zien te komen, maar de grootste uitdaging ligt gelukkig achter ons. Onderweg passeren we een verlaten uitziend dorp waar wel een bar open is. We ploffen neer op een paar plastic stoelen en genieten van een kopje thee en cola. Daarna lopen we de laatste kilometers over de onverharde weg naar het dorpje Iprali. Helemaal kapot komen we hier uiteindelijk aan. Na een ietwat lauwe douche en een uitgebreid diner leggen we moe en voldaan ons hoofd op het kussen en verdwijnen we in een diepe slaap.
Accommodatie: Betegi Guesthouse
Dag 4: Iprali – Ushguli (12km)
Na twee intense hike dagen zijn we blij dat we vandaag een relaxtere dag voor de boeg hebben. Met het ontbijt nog achter de kiezen wandelen we van Iprali over een onverharde weg naar beneden totdat we de hoofdweg naar Ushguli bereiken. Onderweg worden we vergezeld door twee gezellige honden. Een blije zonder oren en staart en een sippe met een staart die niet meer stopt met kwispelen.
We kunnen ervoor kiezen om de hoofdweg te volgen naar Ushguli, maar er is ook een hoger gelegen pad dat iets meer te bieden heeft. De keuze is snel gemaakt. We klimmen naar boven naar een heuvelpad dat ons door het bos leidt. De zon brandt op ons hoofd en ons lichaam is moe van de afgelopen dagen. Gelukkig hebben we gezelschap en mooie uitzichten op de besneeuwde bergen. We proberen het rustig aan te doen, maar we merken ook dat het eindpunt bijna in zicht is en dat we daar aan toe zijn.
Alleen de laatste paar kilometers zijn we genoodzaakt om de hoofdweg naar Ushguli te volgen. Zodra we hier aankomen, worden we ingehaald door het ene na het andere busje vol toeristen. Wauw! Even wennen dit. Als het bijzondere dorpje Ushguli voor ons opdoemt, voelen we een lichte teleurstelling vanwege de vele busjes en talloze toeristen die hier rondlopen. We besluiten even bij te komen op een terras en komen hier toevallig een paar andere hikers van de afgelopen dagen tegen. Niemand van ons voelt de behoefte om langer in Ushguli te blijven. Met z’n allen regelen we al snel weer een taxi terug naar Mestia en na een uitgebreide maaltijd duiken we de sauna van ons guesthouse in. De ultieme ontspanning en perfecte afsluiter van deze intense 4-daagse trektocht!
Accommodatie: Nino Ratiani’s Guesthouse (met sauna!)
Heb je een gids nodig voor deze trekking?
Je kunt deze trekking prima zonder gids doen. In Mestia worden wel gidsen aangeboden, maar het is niet nodig. Het pad is meestal gemakkelijk te volgen. Ik raad wel aan om Maps.me te downloaden met offline kaarten van het gebied en de wandelpaden. Ook de app AllTrails is handig om te gebruiken, maar voor deze app heb je wel verbinding nodig.
Met een Georgische simkaart heb je op de meeste plekken goed signaal. In de guesthouses is wel wifi, maar dat werkt vaak niet zo goed.
Hoe kom je in Mestia?
De goedkoopste en gemakkelijkste optie om in Mestia te komen is met een rechtstreekse marshrutka (minibus) vanuit Tbilisi of Kutaisi. Het is ook mogelijk om met een nachttrein naar de stad Zoegdidi te reizen en vanaf hier verder te reizen met een marshtrutka naar Mestia. Wij gingen zelf met de trein naar Kutaisi en bleven hier een nacht slapen. De volgende dag vertrokken we met een rechtstreekse marshtrutka in 5 uren naar Mestia. Na de trekking reisden we met een rechtstreekse marshtrutka vanuit Mestia weer terug naar Tbilisi. Een rit die 8 tot 9 uren duurde. Er is ook marshrutka verbinding tussen Mestia en Batoemi aan de Zwarte Zee, mocht je de reis willen afsluiten aan het strand.
Wat is de beste reistijd voor de Mestia-Ushguli trekking?
Juni tot oktober is het officiële wandelseizoen, aangezien de rest van het jaar koud en besneeuwd wordt, waardoor het pad onveilig wordt. Juli en augustus zijn de populairste en drukste maanden omdat ze de warmste zijn. Je kunt deze trekking daarom het beste in juni of september plannen.
Wij liepen de route zelf eind mei en moesten van tevoren checken of de route wel begaanbaar was. De rivier kan dan nog te hoog staan door de smeltende sneeuw en de pas kan geblokkeerd zijn. We hadden geluk dat de pas net toegankelijk was op de dag dat wij deze over moesten. Zelfs tot half juni kan er nog teveel sneeuw liggen dus check altijd van tevoren in Mestia bij het toeristisch informatiepunt of de guesthouses en passen open zijn. Halverwege tot eind september zullen pensions voor het seizoen sluiten om te ontsnappen aan de eerste sneeuwval die blijft hangen. Er is echter meestal één pension in elk dorp dat in oktober open is, ook weer afhankelijk van het weer en de sneeuw.
Waar kun je onderweg overnachten?
Je kunt onderweg kamperen, maar er zijn ook guesthouses in de dorpen langs de route. Vooraf reserveren wordt wel echt aanbevolen (met name in het hoogseizoen) en veel accommodaties zijn tegenwoordig beschikbaar op Booking.com.
Behalve in Mestia en Ushguli zijn er op de route geen winkels. Neem daarom voldoende snacks mee voor onderweg of vraag bij je guesthouse om een lunchpakket. Ontbijt en diner kun je ook via de guesthouses regelen en is vaak erg goed en uitgebreid. Maaltijden bestaan over het algemeen uit aardappelen, soep, chistvari (gefrituurd maïsbrood gevuld met kaas), khachapuri, kaas, salade en brood.