ITB, Europa’s grootste reisbeurs

SANDRA WINK

Voor degene die niet in het toerisme werken of geen bloedfanatieke verzamelaars zijn, is de ITB hoogstwaarschijnlijk onbekend terrein. Voor degene die hier wel wel zijn geweest, ik denk dat je het met me eens bent dat je de ITB in één woord kan omschrijven. Massaal.

Met 5 continenten, 187 landen en meer dan 4 miljoen bezoekers is de ITB, oftewel de Internationale Tourismus-börse een van de grootste vakantie- en reisbeurzen van Europa.

Deze jaarlijkse beurs van in totaal vijf dagen vindt ieder jaar begin maart plaats in Berlijn. Landen, steden, regio’s, reisbureau’s, online boeking services, software en technologie bedrijven, vliegmaatschappijen en hotels, eigenlijk vindt je hier alles wat met reizen te maken heeft.

 
 

De ITB, ik was er nog nooit geweest. Ik wist dat het een grote beurs zo zijn, maar dit is echt massaler dan massaal. Je komt echt ogen tekort als je hier rondloopt. Het kost je ook minstens een half uur om van A naar B te lopen. De eerste dagen ben ik dan ook meerdere malen gigantisch verdwaald en kwam ik vaak bij mijn vriendin thuis met pijnlijke voeten vol blaren. Indrukwekkend is het absoluut, overal waar je kijkt wordt je geprikkeld door prachtige reisfoto’s, videobeelden, muziek, dans, verklede mensen, heerlijk eten en kleurrijke, soms over-the-top stands van vrijwel alle bestemmingen in de wereld.

 
 

De eerste drie dagen staan in het teken van B2B (business to business). Je hebt dan voornamelijk de ‘buyers’ en de ‘sellers’. Als seller heb je een eigen stand in een bepaalde hal dat onder jou categorie valt. Met Me Gusta Galapagos was ik te vinden in Ecuador in Zuid Amerika, oftewel hal 23. Afhankelijk van het budget van het bedrijf of het ministerie van toerisme van een bepaald land heb je een grote ruimte met vanalles erop en eraan of een klein tafeltje waar net twee personen aan kunnen zitten.

 
 

Samen met mijn Ecuadoriaanse collega Alejandra zaten we gezellig knus aan zo’n klein tafeltje. Dan zijn het de zogenoemde buyers die langslopen en inspiratie opdoen voor nieuwe bestemmingen en providers, maar voornamelijk om van de een naar de andere meeting te hollen. Mannen in pak, vrouwen op hoge hakken en casual geklede mensen van alle nationaliteiten komen er voorbij.

 
 

Naast de vele meetings tijdens de beurs zijn er ook ontbijtafspraken, netwerk borrels en business feestjes. Vermoeiend maar vooral ook gezellig!

In het weekend veranderd het publiek van businessmannen in pak naar huismoeders met kortpittige kapsels. De B2C dagen zijn begonnen (business to customer), en dus is iedereen welkom. Ik kreeg het al een tikkeltje benauwd bij het idee. Niet omdat ik niet graag deze mensen vertel over hoe bijzonder en uniek de Galapagos eilanden zijn, maar omdat het merendeel een trolley achter zich aan rolt en deze en alle gratis tassen vult met alles wat er maar mee te krijgen is.

En echt, wat verbaasde ik me over die vreselijke verzameldrang van de meeste mensen. Op onze tafel stond een pot met snoepjes, flyers, stickers en pennen. Zodra ik even wegkeek was de helft van de voorraad alweer verdwenen. Maar ook niet even één snoepje pakken of één pen, maar echt gewoon graaien naar alles wat er maar lag. Geen hallo, geen sorry, geen vraag maar alleen schrapen. Vullen die tassen en koffers en alles wat eetbaar was in de mond stoppen. Ook al wisten ze niet eens wat het was.

 

Zelf al was ik in gesprek met iemand die oprecht geïnteresseerd was in de Galapagos, staken er overal handen door het gesprek heen om alles van tafel te kunnen pakken. Lachwekkend eigenlijk. Zo was er bij een vriendin zelfs een plant ter decoratie van haar tafel meegenomen.

 
 

Aan het eind van de dag zag je mensen als pakezels rondlopen met tassen vol met onzindingen. Waarom? Geen flauw idee, ik zal het in ieder geval nooit begrijpen. Net zoals het gebrek aan manieren en die asociale drang naar schrapen. Maar goed, op zo’n gigantische beurs is er natuurlijk een wereld aan gratis prullaria. Maar of ze uiteindelijk een island hopping programma bij mij gaan boeken? Haha, we zullen het zien. Misschien vinden ze na een jaar die oranje pen met het Me Gusta Galapagos logo en denken ze hé, de Galapagos eilanden is toch wel echt een bestemming die je gezien moet hebben 🙂