‘Hiken in Chapada Diamantina’

MINKE WINK

Op zo’n 400 kilometer van Salvador ligt een prachtig natuurgebied waar bergen uit de groene wildernis vanuit het niks omhoog rijzen, grotten vol liggen met helderblauw water en watervallen naar beneden storten. Dit is National Park Chapada Diamantina en hier gaan we de komende dagen op avontuur. Alle Brazilianen kennen dit park, maar in Europa is het nagenoeg onbekend. Voor ons des te meer een reden om hier naartoe te gaan.

In de negentiende eeuw ontdekken twee Duitse goudzoekers een enorme ader van diamanten in een regio van ongewone rotsformaties, ondergrondse rivieren, watervallen, valleien en tafelbergen. Er volgt een stormloop van goudzoekers, die de stad Lençóis stichten als basis voor de expedities in het gebied dat nu bekend staat als Chapada Diamantina. Als er na jaren ontginning geen diamanten meer worden gevonden vertrekken de goudzoekers weer. De natuur krijgt hierdoor vrij spel. Het gebied wordt daarom uitgeroepen tot nationaal park en is inmiddels een paradijs voor natuurliefhebbers.

Vanuit Salvador reizen we met de bus landinwaarts naar Lençóis. Dit kleurrijke en koloniale stadje is de perfecte uitvalsbasis voor Chapada Diamantina. Het ligt midden in al het natuurschoon en is zelf ook een pareltje met zijn kinderkopjes straten en huisjes in pasteltinten.

We zijn al even in contact met Pieter, een super leuke Belgische reisagent die voor Diamantina Mountains werkt. Hij regelt voor ons een 3-daagse trekking in de Pati-vallei, één van de mooiste gebieden in Chapada Diamantina. We gaan meteen de volgende dag na aankomst op pad. Pedro is onze gids voor de komende 3 dagen en hij pikt ons op bij ons hostel. We maken kennis met Paulo en Elisabeth, een Braziliaans koppel die samen met ons de trekking gaan doen. Gelukkig spreken ze een beetje Engels want ons Portugees is mega minimaal.

Na 2 uren rijden, komen we aan in het kleine dorpje Guiné. Het laatste stukje bewoonde wereld. We verlaten de auto en beginnen aan de trekking. Deze begint meteen met een half uur klimmen en daarna een aantal uren wandelen door vrij open landschap. We komen aan bij het eerste uitzichtpunt dat ons een kijkje geeft in de Pati-vallei. De zon schijnt fel en de lucht is strakblauw. We genieten intens van onze lunch op deze prachtige plek.

Daarna dalen we af de vallei in. We wandelen nog een aantal uren door bossen, over riviertjes en in bijzondere landschappen. Uiteindelijk arriveren we bij het eerste lokale huis waar een wat ouder Braziliaans koppel woont. Ver weg van de beschaving zonder elektriciteit, tv en internet. Heel bijzonder om te zien.

Ondanks de angst voor corona die er zelfs in deze afgelegen plek goed in zit bij deze mensen, worden we erg hartelijk ontvangen. We nemen een koude douche en komen bij van de eerste dag met een drankje. Ondertussen wordt ons avondeten klaargemaakt en niet veel later genieten we van een heerlijk, uitgebreid diner. Nadat we ons buikje rond hebben gegeten, duiken we onder de wol.

De volgende dag zijn we alweer vroeg uit de veren want om 7 uur ’s ochtends staat het ontbijt alweer klaar. Na het ontbijt lopen we in een half uurtje naar het volgende lokale huis. Hier droppen we onze spullen voordat we weer verder gaan.  

We gaan namelijk een terror berg beklimmen, en dat is fijner zonder al die spullen. Daar zijn we het helemaal mee eens. Met één lichte rugzak gaan we even later op pad. We beklimmen de Moro do Castello. Een pittige klim van anderhalf uur. Bezweet en uitgeput komen we aan op de top, maar het uitzicht maakt alles weer goed.

Nadat we een tijd zijn bijgekomen en van het uitzicht hebben genoten, strompelen we weer naar beneden. Bij een rivier is het tijd voor late lunch en kunnen we afkoelen. We maken nog een wandeling naar een kleine waterval en gaan daarna weer terug naar het tweede lokale huis waar onze spullen liggen. Het avondeten is weer heerlijk en uitgebreid en onder 2 wollen dekens vallen we in een diepe slaap.

Na het ontbijt beginnen we aan de derde en laatste dag van de trekking. Het eerste halfuur is klimmen, klimmen, klimmen. De zon brand op ons hoofd en het zweet gutst van ons lichaam. Onze kuiten protesteren hevig. Maar we moeten door. Normaal wordt ik heel blij van de bolle zon in strakblauwe lucht. Nu verlang ik naar wolken. Heel veel wolken. Na een paar uren wandelen komen we aan bij een indrukwekkend viewpoint over de Cachoeirão-vallei.

Na duizend foto’s en lunch in de schaduw wandelen we hetzelfde pad weer terug. De laatste uren zijn zwaar. We wandelen op een flink tempo door omdat we anders te uitgeput raken. Het Braziliaanse koppel heeft het moeilijker en ze blijven een beetje achter met de gids. Gelukkig is er nog een andere groep met een sneller tempo en we besluiten met hen mee te lopen. Bij de laatste stop waar we de zonsondergang bewonderen, gaan we bijna nokkie. De wandelaars in onze nieuwe groep zijn super lief en geven ons pinda’s en andere snacks. Dat helpt. We kunnen er nog heel even tegenaan. Als de zon onder is, lopen we in halve duisternis de laatste meters. Uitgeput en opgelucht komen we aan bij de auto die ons weer terug brengt naar het plaatsje Guiné. Na een welverdiende açai bowl is het nog 2 uurtjes rijden voordat we weer terug zijn in Lençóis. Eenmaal aangekomen in ons hostel storten we neer in ons bed. Wat een dag!

Na zo’n 3-daagse trekking willen we even een dagje niks doen. We moeten een paar dingen regelen zoals de was en geld pinnen, maar ’s middags liggen we voor pampus bij een soort stroompje in de buurt van het centrum. Als 2 eieren liggen we op de rotsen te bakken in de zon. Heerlijk!

Die avond gaan we (voor ons backpackers) luxe uiteten en genieten we van een heerlijke hot stone massage. Dat hebben we wel verdiend! 😉

We hebben nog één vrije dag in Lençóis voordat we weer terugreizen naar Salvador. Samen met Pedro gaan we ’s middags weer op pad om nog een paar hoogtepunten in de buurt te zien. We rijden eerst naar Poço del Diablo, een prachtige waterval met poel waar we heerlijk kunnen zwemmen. Het is bloedheet dus afkoeling is meer dan welkom. We hebben ruim de tijd om te zwemmen en relaxen op de rotsen.

Daarna lopen we weer terug naar het beginpunt en gaan we met de auto naar hét viewpoint van Chapada Diamantina, Morro do Pai Inácio. De lucht is wederom strakblauw en het uitzicht waanzinnig.

Die avond gaan we uiteten in één van de smalle straatjes vlakbij ons hostel. Alle klaptafeltjes en stoeltjes staan op straat en er hangt een gezellige sfeer met muziek. Ondanks de oncomfortabele zithouding vanwege de hobbelige straatstenen genieten we intens. Alles voelt weer even zo heerlijk normaal. We gaan voor typisch Bahia Brazilaans eten en kiezen moqueca en carne do sol. Super lekker!

Na het eten gaan we naar een ietwat aparte bar voor drankjes met twee Braziliaanse jongens die we die middag op het uitzichtpunt hebben ontmoet. Toevallig verblijven ze in hetzelfde hostel en ze herkenden ons eerder al van Tinder. Echt heel grappig. Met z’n vieren hebben we een ontzettend leuke avond met biertjes en een potje pool in de bar, en daarna dansjes op straat.

De volgende dag reizen we met de bus weer terug naar Salvador. We gaan het charmante Lençóis en de prachtige natuur eromheen wel missen, maar het is tijd om verder te reizen langs de kust van Brazilië. Eenmaal aangekomen in Salvador gaan we meteen de straat op. Het is heerlijk weer, en er zijn overal mensen en muziek. 

We eten die avond weer typisch Braziliaans op straat in een lokaal restaurantje met live muziek. Nadat we ons eten op hebben worden we vergezeld door blije Brazilianen en omdat er verder geen bars open zijn, staan we niet veel later met z’n allen op straat te dansen. Wat een geweldige afsluiter in Salvador! 

Vanmiddag vliegen we naar onze volgende bestemming, de kuststad Recife. Wordt vervolgd…