Heimwee of wegwee
TINEKE WINK
20 was ik toen ik graag naar Curaçao wilde voor een half jaar. Ik had nog totaal geen binding met het eiland, maar het leek me perfect als beginner. Betalen met guldens, een Albert Heijn en de Nederlandse taal. Kortom, thuis in de tropen. Ik stapte een reisbureau binnen, zoals dat destijds ging. Niet uren speuren naar het goedkoopste ticket, ik boekte gewoon het eerste beste ticket dat me werd aangeboden. Mijn vriendinnen hielden een afscheidsfeestje voor me en ik kreeg van hen een persoonlijk boekje met leuke anekdotes en verhalen over iedereen zodat ik ze toch een beetje bij me had. Ik vertrok met het rooskleurige beeld dat het leven daar lang leve de lol zou zijn. Maar daar bleek ik gewoon nog niet klaar te zijn voor een avontuur als dit.
Het begon al bij aankomst op het vliegveld. Het was donker en ik werd opgehaald door de huisbaas van het huis waar ik in zou verblijven. Ik had het op internet gevonden en het zag er leuk uit. Ik zou in een huis met 6 andere meiden wonen en mijn kamer kostte 300 euro per maand. In de auto voelde ik me al heel erg verloren. Ik had nog nooit iets alleen gedaan en vond het doodeng. Waarom deed ik dit? Het huis viel ook tegen, mijn kamer was wel erg klein, er liepen muizen en met zoveel mensen in een huis wonen vond ik te heftig. Ik merkte dat ik toch wel heel erg gehecht was aan mijn privacy.
Ook had ik geen rijbewijs (nog steeds niet!) en vond ik het heel vervelend om steeds afhankelijk te zijn van de lokale busjes. Deze hebben geen vaste vertrektijden dus het was altijd maar afwachten hoe laat en of er één zou vertrekken. Toen ik via mijn huisgenoten een dagje mee kon lopen bij een callcenter (ik kon met ze meerijden, ideaal) dacht ik oké, misschien is dit het wel. Maar na een halve dag wist ik al, dit is zó niks voor mij. Een hele aardige man uit Sneek nam op, hij deed me aan thuis denken, en de gedachte om hem voor te moeten liegen (zo voelde dat) vond ik vreselijk. De eenzaamheid overviel me.
Overdag gingen mijn huisgenoten stage lopen of werken en ik ging naar het strand in mijn eentje. Eigenlijk zou ik werk moeten zoeken maar ik durfde simpelweg niet. Ik ging wel mee uit en reed met huisgenoten mee naar Willemstad en andere mooie plekjes. Ik vond Curaçao een prachtig eiland, maar ik had zo’n heimwee dat ik er niet optimaal van kon genieten. Toen heb ik na lang wikken en wegen mijn ticket om geboekt. Ik moest nog anderhalve week geduld hebben, maar er viel een last van mijn schouders en ik kon de laatste periode ‘vakantie’ vieren.
Eenmaal thuis viel ik pas echt in een gat. Ik zat eerst maanden thuis op de bank en daarna ging ik van bijbaantje naar bijbaantje. Ik zat niet lekker in mijn vel en het hele jaar is eigenlijk langs me heen gegaan. Het voelde zo als falen. Wat één van de mooiste periodes van mijn leven had moeten worden was een klein dieptepunt. Lange tijd heb ik me voor dit kortstondige avontuur geschaamd, vertelde er niemand over. Ik dacht als ik het er niet over heb, dan is het er ook niet. Ik besefte toen niet dat het leven niet alleen maar uit hoogtepunten kan bestaan. Nu mogen mensen het best wel weten. Het is oké om te falen, want je krijgt er nieuwe inzichten van.
Het heeft er gelukkig niet tot geleid dat ik nooit meer het avontuur aan durfde te gaan. Mijn reisverslaving kwam enkele jaren later opzetten. Met een studie in Salamanca en 2 keer een reis door Azië wist ik hoe het was om van langere tijd van huis te zijn. Dat het ontzettend verrijkend is en dat je er enorm door groeit. Hoe vaker ik reis, hoe minder de heimwee. Niet dat ik niemand mis, maar ik laat me er niet meer door beperken en denk weinig aan Nederland. Ik weet dat de mensen die me dierbaar zijn wel blijven. Ik heb door deze reiservaringen eerder last van wegwee, een ongekende drang om weg te gaan van huis. De laatste reis had voor mij nog veel langer mogen duren.
Terug naar Curaçao. Een eiland van eens maar nooit weer na dit kortstondige avontuur? Gelukkig niet! Nu ga ik bijna elk jaar wel een keer naar dit eiland met familie. De tweede keer heeft het eiland mijn hart echt gestolen. De eerste keer heb ik er zo weinig van meegekregen, nu heb ik alle mooie baaitjes en gekleurde huisjes gezien en alle indrukken opgezogen als een spons. Oh wat ben ik van het eiland gaan houden.
Ik heb er over nagedacht om er een tijdje te gaan wonen, maar dat zou ik destijds financieel niet redden. Bovendien wilde ik graag met kinderen werken en kwam er een (éénjarige)opleiding met baan in de kinderopvang op mijn pad. Ik wist dat ik daar voor moest gaan. Ik wil hier eerst een basis opbouwen, zodat ik emigreren niet ga zien als iets definitiefs maar er altijd een mogelijkheid is om vanuit die basis verder te gaan in Nederland.
Waar komt die behoefte om te reizen en Nederland achter te laten dan zo vandaan? Naast dat niets me meer het gevoel kan geven dat ik leef als ik reis, word ik ontzettend gelukkig van mooi weer. Denk aan 25+ graden, zonnetje en een briesje. Maar word ik echt gelukkig van mooi weer of denk ik dat dat zo is? Ik besloot me er eens in te verdiepen en las een aantal artikelen over het verband van zon en geluk. Zon doet veel met ons, dat is een feit. De endorfine die door de zon vrijkomt zorgt voor energie, rust in je hoofd en een goed gevoel. Maar het blijkt dat we de negatieve en positieve effecten van het weer flink overschatten.
Zelf doe ik dat ook. Als je naar buiten kijkt en je ziet dat de zon schijnt denk je misschien dat het een geweldige dag zal gaan worden, maar uiteindelijk kom je weer bij je basisgeluksgevoel uit. Dat heeft te maken met focussering illusie. Hoe meer je je ergens op focust, hoe meer waarde je eraan hecht. Het weer is namelijk maar één aspect van je leven. Er zijn genoeg andere factoren die bepalen of je gelukkig bent of niet. Zou ik gelukkig zijn in een warm klimaat maar met niemand om me heen en geen financiële middelen? Dat lijkt me niet.
Dat ik me zo gelukkig voel op reis wordt ook bepaald door meerdere factoren. De vrijheid die ik voel op reis omdat er geen ballast is, de bijzondere ontmoetingen, de nieuwe indrukken die je opdoet, de tijdsbeleving (een dag lijkt langer te duren) en het leven in het hier en nu. Er zijn zoveel voordelen op te noemen. Emoties worden op reis uitvergroot. Je bent niet vrolijk, maar euforisch. En die factoren zou ik ook meer in het dagelijkse leven willen ervaren. Zo voel ik me op dit moment wel vrij, omdat ik door mijn lage lasten en zuinige uitgavenpatroon rond kan komen van een parttime baan en daarnaast genoeg tijd over houd voor mijn studie en vrije tijd. Dat ik op woensdagmorgen de luxe heb om mijn dag te beginnen met een goed boek, voelt als vrijheid. Wat dat betreft ben ik gelukkig. Ik denk ook niet dat in het buitenland wonen mijn leven er perse beter op maakt en besef dat ik het heel goed heb hier.
Toch houd het me niet hier en blijft de drang om weg te gaan. Dat kan ik niet volledig verklaren, het komt ook voort uit een bepaalde onrust. Floortje Dessing noemt haar liefde voor reizen een aangeboren afwijking, iets waar ik me wel in kan vinden.
Ik blijf wel realistisch. Voor lange tijd in het buitenland wonen is een droom, die ik graag zou willen laten uitkomen. Maar ik zie het ook als een probeersel, als het niet lukt om ergens anders een nieuw leven op te bouwen dan kom ik gewoon terug. Dit keer zal het dan niet als falen voelen.
Soms ben ik bang om me weer dat 20-jarige bleue meisje te voelen, eenzaam en verloren. Maar ik weet nog goed hoe verloren ik me in het begin voelde in de Spaanse stad Salamanca, waar ik met mijn steenkolen-Spaans mijn weg moest vinden in de stad en een kamer moest zoeken. Maar ik weet ook hoe trots ik me voelde toen ik na weken in hostels slapen eindelijk een mooie kamer vond en dat de stad steeds meer als thuis voelde. Het is niet alleen maar leuk en spannend, het is ook zwaar. Maar als je daar eenmaal doorheen bent, is de beloning alleen maar groter.
Het is nog even wachten tot ik die backpack weer op mijn rug kan gooien, dus dit jaar houd ik het in ieder geval nog even bij reizen door Nederland. Minke en ik zijn de 12 provinciesteden aan het ontdekken en ik kijk heel uit naar de zomermaanden hier. Het blijft dus nog even bij dromen en smullen van mijn favoriete programma ‘Ik vertrek’ waar het altijd mis lijkt te gaan, maar uiteindelijk ook weer goed komt.
Ik bewonder het doorzettingsvermogen en optimisme van de meeste deelnemers. Zoals de afgelopen aflevering. Een stel op leeftijd dat een mega groot Frans chateau op wil knappen. In 2,5 jaar tijd hebben ze maar één kamer af en één nacht gasten gehad. In plaats van daarover te sippen, zitten deze mensen in de tuin te genieten van een glas wijn. Zij kijken naar wat er wel goed is gegaan, in plaats van wat er niet is goed gegaan. Zo wil ik ook in een avontuur stappen, onbevangen en zonder verwachtingen.