‘Galle en de stranden in het zuiden’
TINEKE WINK
Na zeven uren opeengepakt in de bus te hebben gezeten, komen we bezweet aan in Colombo. Dit vind ik het vervelendste aan reizen. Je bent moe en bezweet, snakt naar verkoeling en comfort, maar je hebt geen idee hoe je dat gaat bereiken.
Biertjes in de koelkast
Uiteindelijk vragen we een tuktuk chauffeur ons te brengen naar een soort winkelcentrum met Wifi. Hij brengt ons naar een pleintje met meerdere horecazaken, waaronder de Burger King. Na wekenlang Aziatisch eten in chaotische tentjes is het stiekem ook wel weer lekker om een keertje burgers en patat te eten in de airco. We drinken nog een (veel te duur) biertje bij een Dutch cafe waar niks Nederlands aan is, behalve dat ze ook Heineken bier verkopen. Om dit hoge bedrag te compenseren maken we hier extra lang gebruik van Wifi en frissen we ons in de luxe wc-ruimte op. Na een paar uur zijn we weer helemaal opgeladen en klaar om de volgende bus in te gaan, naar Battaramulla. Omdat de bus continue stopt om passagiers op te pikken en het verkeer muurvast zit, doen we bijna 1,5 uur over een stukje van 10 km. Maar hé, daar betalen we dan wel slechts 20 cent(!!) per persoon voor. Er is niks te doen in Battaramulla, toch blijven we hier twee nachten. We moeten namelijk de dag erna ons visum verlengen omdat we langer dan een maand in Sri Lanka blijven. Hier moeten we een hele dag voor uittrekken, aangezien het proces urenlang kan duren. Gelukkig slapen we in een geweldig guesthouse, waardoor het hier al leuker is dan verwacht. De eigenaar is ontzettend behulpzaam en sociaal. Zo laat hij ons de eerste avond zien waar we lekker (en uiteraard goedkoop en lokaal) kunnen eten, geeft hij ons tips voor het zuiden van Sri Lanka en maakt hij ’s ochtends een uitgebreid ontbijt voor ons. Als we voorzichtig vragen of we onze biertjes in zijn koelkast mogen bewaren, zegt hij “Of course! It’s your home!” Hij spreekt bovendien goed Engels en dat is hier zo’n verademing. Veel locals kunnen we namelijk slecht verstaan.
Wachten, wachten en nog eens wachten
De volgende dag gaan we naar het immigration office om onze visa te verlengen. Ik zie er wel een beetje tegenop, omdat het zoveel tijd kost. En ja het duurt inderdaad ontzettend lang. Vergeleken met Nederland gaat alles heel omslachtig en het is er bovendien heel druk. Met een cappuccino en een boek slaan we ons er wel doorheen. Totdat we ongeduldiger beginnen te worden omdat de laatste stap (paspoort terugkrijgen) wel heel erg lang duurt. We zijn niet de enigen die daar zo over denken, gezien de gespannen sfeer in deze ruimte. Zo is er een monnik die aan de baliemedewerker vraagt of zijn nummer al is omgeroepen. Hierop begint een toerist tegen hem uit te vallen, dat zij ook al heel lang aan het wachten is. Hij kijkt alsof ze niet goed bij haar hoofd is en terecht. Een andere toerist valt tegen de baliemedewerker uit, omdat haar visum op de een of andere manier niet is goedgekeurd. Als ons nummer dan eindelijk wordt geroepen halen we dan ook opgelucht adem. We weten niet hoe snel we naar de balie moeten rennen om een handtekening te zetten. Na zes uren wachten is het een verademing om weg te mogen gaan. Omdat het natuurlijk super warm is, verruilen we onze broek voor een luchtige short. Terwijl ik op Ingrid wacht, komt er een man boos naar me toe lopen. Of ik wel weet dat ik in een overheidsgebouw ben en het daar gebruikelijk is je benen te bedekken. Ik wil hem uitleggen dat ik me net heb omgekleed en wegga, maar hij luistert niet en kijkt me nog steeds kwaad aan. Heel onredelijk, aangezien de helft van de mensen hier in korte broek loopt en we ons de rest van de tijd wel aan het protocol hebben gehouden.
Overvolle trein
Na een uitgebreid ontbijtje en nog wat kletsen met de eigenaar van het guesthouse kunnen we onze reis weer hervatten 🙂 We hebben nog drie weken en willen nog heel wat zien en doen! Na een heftig tuktuk ritje (bumperkleven, op het nippertje remmen, inhalen terwijl er net een tegenligger komt, enz.) zijn we blij dat we heelhuids op het treinstation van Colombo aangekomen. Hier kopen we een 2e klas kaartje naar Galle. Als de trein eindelijk aan komt rijden en ik zie hoe de coupes uitpuilen van de mensen, heb ik op slag geen zin meer om in te stappen. Er hangen zelfs mensen uit de deuropening (die gaan nooit dicht in Sri Lanka) omdat het anders niet past. Gelukkig komen we erachter dat we bij de 3e klas coupe staan en we rennen snel naar de 2e klas. Beetje jammer dat we nu wel als een van de laatsten de trein instappen en er geen zitplekken meer zijn. De deuropening is dan een geliefd alternatief (want: mooi uitzicht!). Helaas is die ook al bezet door een man met een camera om zijn nek. Wij gaan er maar bij staan om ook van het uitzicht mee te genieten, wat die man opvat als een uitnodiging om een gesprek te starten. Op zich niks mis mee, maar dit is zo’n exemplaar dat alleen maar over zichzelf praat en over onze verhalen heen walst. Gelukkig is ie verder veel te veel gefocust op z’n camera, dus kunnen wij rustig van een afstandje van het uitzicht meegenieten. De route langs de kust is echt prachtig! Palmbomen, goudgeel zand, schattige huisjes… Ik houd van de treinreizen hier!
Kleurrijk stadje
In Galle komen we weer in onze gebruikelijke bezwete toestand aan. We slapen in de kustplaats Unawatuna, maar voordat we daar naartoe gaan willen we eerst Galle gaan verkennen. Eerst even opfrissen en eten! We vinden alleen een KFC waar een mega lange rij voor staat, dus dan maar eten halen in de supermarkt en dat in het trappenhuis opeten. Heerlijk even in de airco zonder backpack op mijn rug. Een hele dag in de zon lopen met kilo’s bagage op onze rug is geen optie. Als we later een tuktuk nemen en in de toeristische eetstraatjes uitkomen hebben we een plan. We droppen onze backpacks bij een restaurantje waar we ’s avonds terug komen om te eten. We kiezen een van de ‘redelijk betaalbare’ restaurantjes dat nog steeds schrikbarend duur is vergeleken met de rest van Sri Lanka. We zijn zo opgelucht dat we eindelijk van die backpack af zijn, dat we als twee blije eieren door Galle lopen te stuiteren. Maar we zijn vooral zo vrolijk door de straatjes waar we doorheen slenteren. Heel on-Aziatisch en een Zuid-Europees gevoel krijgen we door de knusse balkonnetjes, de mooie terrasjes, de ijssalons en de leuke boetiekjes. Alleen aan de vele tuktuks hier kun je zien dat we in Azië zijn. Je zou trouwens niet zeggen dat Galle een oude Nederlandse vestingstad is, zo Nederlands vind ik het er niet uit zien. Ik kijk mijn ogen uit in dit kleurrijke stadje. We gaan los met de camera en Go Pro, scoren souvenirs en maken een tussenstop bij de ijssalon. Aan het eind van de middag kopen we biertjes bij de slijterij en drinken die op bij de vuurtoren. Waarna we nog een wandeling over het fort maken die in de 17e eeuw door de Nederlandse VOC is gebouwd. ’s Avonds eten we pasta pesto bij het restaurantje dat onze backpacks bewaakt. De saaiste pasta pesto ever en we hebben meteen spijt dat we geen Aziatisch gerecht hebben besteld. Deze fout maken we niet nog een keer!
Boze Russen
We pakken een tuktuk naar Unawatuna, wat 5km van Galle ligt. Hier slapen we de komende drie nachten. We slapen in een heel leuk guesthouse met dakterras en gedeelde koelkast. Het ligt alleen wel een beetje afgelegen. De dichtstbijzijnde ontbijttentjes zijn restaurants aan het strand. We hebben trek en we nemen hier zonder op de kaart te kijken plaats. Als we de menukaart zien moeten we toch 3x slikken, een standaard ontbijtje is hier zo’n 6 euro. Drie keer zo duur als normaal. En dan is de service ook nog eens bagger, ze vergeten de simpelste dingen als zout en zijn heel erg onvriendelijk. Na het ontbijt gaan we naar de supermarkt om curd (yoghurt) te kopen voor de andere twee ochtenden dat we hier nog zijn. Onderweg naar de supermarkt komen we een Russisch stel tegen. De vrouw heeft haar hele gezicht onder de onuitgesmeerde zonnebrand en spreekt ons vanuit het niets aan. Ze begint in rap tempo Russisch tegen ons te praten. We halen onze schouders op en lopen door. Dit kunnen we niet serieus nemen. In de supermarkt komen we ze weer tegen. We vermoeden dat ze de weg naar de supermarkt wilden vragen, in het Russisch…. Ze kijken ons vuil aan en de man duwt me zowat omver.
Als we later naar het strand gaan, komen we ze voor de derde(!) keer tegen. Dit keer merken ze ons niet op en krijgen we dus geen vuile blikken toegeworpen. We snappen echt niets van dit soort mensen. Het strand is trouwens heel mooi, hier houden we het wel een paar uurtjes uit. Het is wel bloedheet en de zee is niet aangenaam omdat deze zo onrustig is. Na een paar uur in de hitte houden we het voor gezien en lopen we naar het toeristischere strand dat een paar kilometer verderop ligt.
Jungle Beach
Het toeristische strand is net de Costa Brava. Het strand is helemaal volgebouwd met hotels, restaurantjes en het stikt er van de toeristen. Zo zonde. We sluiten de dag af bij Jungle Beach, waar we met een tuktuk naartoe gaan. We vragen of we eerst een omweg kunnen maken door naar de slijterij te gaan en daar spreken we dan ook een prijs voor af. Tot we in de tuktuk zitten en hij ons meedeelt dat deze vandaag gesloten is. Fijn dat hij dat nu pas zegt… We zeggen hem dat we de tuktuk uit willen omdat we nu te veel betalen. Aanvankelijk wil hij niet stoppen, maar omdat we boos worden zet hij de tuktuk toch maar stil. We vluchten de tuktuk uit en gaan snel op zoek naar een andere die ons voor een veel goedkopere prijs naar Jungle Beach brengt. We moeten nog een klein stukje lopen door de jungle tot we er zijn. Het strand is leuk, maar niet heel bijzonder. Wel is er een heel tof uitzichtpunt waar we een tijdje blijven. Vanaf deze plek kunnen we Galle zien liggen. Later hebben we zin in een biertje en gaan bij het enige, op het eerste gezicht niet heel boeiende, restaurantje zitten. Het bier is duur, niet zo koud en in een blikje smaakt het minder lekker dan in een flesje. Als de medewerker vraagt of we zin hebben om nog een biertje te drinken maar dan boven, waar het uitzicht mooier is, twijfelen we. Omdat er niet echt alternatieven zijn gaan we toch maar overstag. Om even later met een biertje van de zonsondergang te genieten en toch wel blij zijn met het tweede biertje haha.
Ontbijten zonder bestek
De volgende dag ontbijten we in ons guesthouse. We hebben curd, banaan, chocola en honing, maar geen bestek. We kunnen alleen een beker vinden. Dus knippen we twee lepels uit een fles water en gebruiken we de onderkant van de fles als schaaltje. Zo, hebben we toch ons low-budget ontbijtje. Na het ontbijt reizen we naar een andere kustplaats met de bus. We vragen aan de local in het winkeltje naast de bushalte welke bus we moeten pakken. Als de betreffende bus (binnen 5 min) aan komt rijden houdt hij hem ook voor ons aan, super lief.
Veertig minuten later zijn we in Hikkaduwa. We zijn hier voor de zeeschildpadden die hier veel schijnen te zijn 🙂 Het strand is super toeristisch, maar de locals zijn vandaag gelukkig ook vrij wat het al een stuk gezelliger maakt. Hele gezinnen zwemmen met elkaar in de zee. Het is zo te zien ook een populaire plek om te snorkelen en dus gaan wij na een tijdje zonnen ook het water in. Helaas zien we geen zeeschildpadden, wel heel veel felgekleurde vissen. Ook leuk, maar daar zijn we hier niet voor. We besluiten eerst een lunchtentje te zoeken en gaan later voor de tweede poging. We eten bij een roti tentje, die je hier veel hebt. Het is super lekker en we nemen onszelf voor om vaker roti te gaan eten. Als we voor de tweede keer naar het strand gaan zien we eindelijk reuze schildpadden in het ondiepe water. Geweldig om ze te zien en om ze soms met hun kopje boven water te zien gaan. Als we later biertjes drinken op het strand (favoriete bezigheid) komen er locals met ons praten. Een van hen zegt dat er straks kleine zeeschildpadjes worden vrijgelaten in zee. Oeh, hier moeten we bij zijn! Een uurtje later zie ik allemaal mensen in een kring staan. Ik ren er naartoe en zie dat de babyschildpadjes een voor een richting de zee schuifelen. Het gaat een beetje onhandig, soms weten ze niet meer welke richting ze op moeten gaan. Maar zo schattig om te zien! Na een mooie zonsondergang zoeken we nog naar een leuk lokaal restaurantje in de toeristische straat. Een speld in een hooiberg denken we, maar dat blijkt mee te vallen. We vinden er een waar we tussen de locals zitten en waar we een van de lekkerste rice & curry tot nu toe eten. Wat een geweldige dag hier! We reizen terug met de bus naar Unawatuna. Ingrid gaat die avond nog een drankje doen met een local die we hebben ontmoet bij Jungle Beach en ik duik lekker m’n bed in.
Mirissa
Aan het eind van de volgende ochtend reizen we verder naar de kustplaats Mirissa. We wachten op de bus bij de bushalte en als er een tuktuk langsrijdt laten we ons verleiden tot een tuktuk ritje. Het is alsnog goedkoop en een stuk comfortabeler dan met de bus, waar we nu wel even behoefte aan hebben. De tuktuk chauffeur blijft echter maar doorzagen over het bedrijf van zijn broer die ‘whalewatching tours’ aanbiedt en we moeten hem tot drie keer toe zeggen dat we al een tour hebben geboekt. Mirissa staat namelijk bekend om walvissen en dolfijnen spotten, maar omdat het zo toeristisch is geworden is het aanbod enorm groot. Veel organisaties jagen walvissen op en varen te dichtbij de walvis. Wij hebben van te voren research gedaan en kwamen op een tourorganisatie (Whale Watching Club) uit die walvissen met gepaste afstand benaderd. Morgen blijken ze al vol te zitten, dus hebben we voor overmorgen geboekt.
De eerste dagen genieten we van het strandleven in Mirissa. Het is niet het mooiste strand dat we hebben gezien, maar we vermaken ons prima hier. De dagen bestaan uit zonnen en zwemmen, ergens lunchen, weer zonnen en zwemmen en biertjes drinken tijdens happy hour. ’s Avonds zoeken we een leuk restaurantje op. Tijdens de eerste avond is dat op het strand. Een toplocatie, maar toch vinden we het de dag erna leuker als we weer tussen de locals bij een chaotisch take away/restaurantje eten. Hoe minder toeristen, hoe beter 😉
Walvissen en dolfijnen
De dag erna staan we voor het donker al op om de whalewatching tour te doen. Voordat we aan boord gaan krijgen we nog een kopje thee en een pilletje tegen zeeziekte. We vinden een mooi plekje op het dek van de boot en genieten van de prachtige zonsopkomst onder het genot van een uitgebreid ontbijt. Het is heel fijn om weer eens een boottour mee te maken. We hebben geluk, vandaag waait het niet zo hard en schommelt de boot niet zo erg, wat normaal wel het geval is. Het aantal zeezieken blijft hierdoor beperkt, er zijn alleen een paar kinderen aan boord die lijkbleek zien en continue moeten overgeven. Na een tijdje varen zien we tientallen dolfijnen zwemmen. Echt geweldig om te zien, ik heb ze nog nooit in het wild gezien. Later gaan we op zoek naar walvissen. We spotten er een paar, helaas zijn ze wel ver weg. Iedereen wordt helemaal wild van die walvissen, terwijl ik de dolfijnen veel leuker vind. Ik ben wel blij als we op een gegeven moment terug varen. Niet dat ik klaar met de boottocht ben, maar ik doe een moord voor een powernap. Onze matjes zijn tijdens het spotten weggehaald zodat iedereen bij de railing kan staan. Als we rechtsomkeert maken plof ik opgelucht neer op het matje. We hebben op de een of andere manier beide nogal slecht geslapen vannacht, dus die powernap is heel erg welkom. Na een poosje varen schrik ik wakker. We krijgen nog meer eten en drinken. Roti, cola en een verse kokosnoot. Voor eten mag je ons altijd wakker maken 😉
Tangalle
Na de tour vertrekken we ’s middags met de bus naar Tangalle. Hier schijnt een super mooi strand te zijn. Omdat er niet veel te doen is, blijven we hier maar 1 nachtje. Het strand vlakbij ons guesthouse is niet zo mooi, daarom gaan we de volgende dag naar Silent Beach. Dit strand ligt een paar kilometer verderop en het is inderdaad picture perfect. Mijn favoriete strand tot nu toe! Een azuurblauwe zee, palmbomen, weinig toeristen… Gewoon hoe een strand er uit hoort te zien 😉 we ploffen neer op de ligstoelen. Na een uurtje komt er een local naar ons toe en zegt dat de bedjes bij zijn bar horen. Als we bij hem lunchen zijn ze gratis, anders moeten we er voor betalen. Dan is de keuze niet zo moeilijk, we moeten toch ergens eten en dit is de perfecte locatie! Om twee uur vragen we de menukaart en schrikken van de hoge prijzen. Een bedje is echter ook duur, dus gaan we toch maar voor de lunch. We moeten er twee uren op wachten omdat hij alles zelf moet bereiden, maar dan krijgen we er ook heerlijke vis met friet voor terug. Een perfecte afsluiting van het strandleven. Want dit is het laatste strand van de reis. We nemen een tuktuk naar het busstation om onze reis te vervolgen. Onze gezellige chauffeur droomt van zijn eigen homestay en vraagt ons om advies hoe hij dat aan moet pakken. We hebben homestay ervaring genoeg, dus we kunnen hem wel wat tips geven. Op het busstation helpt hij ons met de goede bus te vinden, heel lief! Het is zo fijn dat alles hier altijd voor ons gedaan wordt. Wat dat betreft is Sri Lanka echt het fijnste land van onze reis! Ook qua luxe, comfort en eten is dit een land waar ik gemakkelijk een langere tijd zou kunnen blijven.
Telefoondrama
We komen begin van de avond aan in Tissamaharama (beter bekend als Tissa). Bij de receptie van het guesthouse krijgen we een welkomstdrankje, waarna we naar onze kamer worden gebracht. Hier kom ik er al snel achter dat ik mijn telefoon niet meer bij me heb. Ik schiet meteen in de stress, maar ik dwing mezelf om kalm te blijven. Ik gooi mijn tassen leeg op bed, zonder resultaat, en ga daarna terug naar de receptie. Ik heb zo’n vermoeden dat ie daar ligt. Er liggen twee telefoons op de desk, maar die van mij ligt er niet tussen. Wanhopig probeer ik me te herinneren wanneer ik hem voor het laatst in mijn handen had. In de bus? Maar door de paniek kan ik niet meer helder denken. Ingrid en ik zoeken overal, maar na een tijdje geef ik het op. Ik vraag of hier veel gestolen wordt. De eigenaar van het guesthouse vermoedt dat mijn telefoon in de bus is gestolen. Hij helpt me samen met twee Nederlandse jongens om de locatie van mijn telefoon op te sporen. Helaas zonder resultaat. We proberen ook de Go Pro filmpjes van Sri Lanka terug te halen, maar die moet ik als verloren beschouwen. Dat vind ik nog het ergste. Als het moet kan ik best een maand zonder telefoon, maar die filmpjes zijn me zo dierbaar.
Gelukkige pechvogel
De volgende dag staan we om half 4(!) op voor de safari die we hebben geboekt. Gelukkig heb ik, dankzij een slaappil, nog goed geslapen. Ik probeer het telefoondrama van me af te zetten en het te relativeren wat maar gedeeltelijk lukt. Wat ook niet helpt is dat de safari best wel saai is, waardoor mijn gedachten de hele tijd afdwalen. Het Yala National park staat bekend om de luipaarden, maar wij hebben er geen een gezien. Als we een olifant op de weg spotten, staan we al in een file tussen de jeeps om een glimp van het dier op te kunnen vangen. We zien vooral pauwen, herten, vogels, buffels, krokodillen en everzwijnen. Ook leuk, maar niet echt waarvoor we een safari boeken. Rond half 12 gaan we terug. Blij dat we niet een dagtour hebben geboekt. Onderweg komen we een andere jeep tegen waar ik de Nederlandse jongens in zie zitten. Toevallig, denk ik nog. De eigenaar stapt uit en komt naar ons toe voor een praatje. Ik heb helemaal niet door dat ie al een tijdje met mijn telefoon in zijn handen staat. Is deze misschien van jou? vraagt hij terloops. Ik zie mijn glimmende telefoonhoesje en zit er even verbaasd naar te kijken. Het dringt nog niet helemaal tot me door. Als het kwartje valt ben ik zo blij. Dankbaar pak ik mijn telefoon aan. De rest van de rit heb ik een grote glimlach op mijn gezicht. Hoe kan dit?! Mijn telefoon bleek al die tijd onder het gastenboek bij de receptie te hebben gelegen. Hoe komt ie daar terecht? Ook omdat de eigenaar vervolgens schaamteloos vraagt wat hij ervoor terug krijgt. Bovendien benadrukt hij steeds dat een ander de telefoon nooit terug had gegeven en dat we een review moeten schrijven op booking.com. Natuurlijk ben ik hem dankbaar, dus geef ik hem een paar honderd rupee. Toch vind ik het een raar verhaal. Ik vergeet mijn telefoon bij de receptie, ze zeggen dat hij wel gestolen moet zijn en de volgende dag vinden ze het onder een gastenboek? Het maakt verder niet uit, dat ik hem terug heb is het enige dat telt. Mijn zusje Minke noemt me de pechvogel met het meeste geluk die ze kent en ze heeft wel gelijk. Op de een of andere manier komt het altijd wel goed. Een week voor de reis vergat ik een tas in de bus met daarin mijn paspoort, portemonnee en laptop. Twee dagen later had ik hem terug.