‘Eerste weken in Sri Lanka’
TINEKE WINK
Er is nog een land waar we samen naartoe gaan, op naar het groene Sri Lanka! Na een lange dag reizen (overstappen in Kuala Lumpur) komen we uitgeput aan op het vliegveld. Gelukkig worden we opgehaald door iemand van ons guesthouse, een grote vriendelijke reus. We zijn gewend dat Aziatische mannen heel klein zijn dus hier kijken we wel van op. We hebben twee overnachtingen geboekt in Negombo, rustiger en reisvriendelijker dan de hoofdstad Colombo.
Eerste dagen
We hebben al snel onze eerste kleine cultuurshock. Het is bijna 11 uur ‘s avonds als we eindelijk ingecheckt zijn en we zin hebben in een biertje. We lopen op straat op zoek naar een tentje of supermarkt. Maar alles is dicht en er is bijna niemand meer op straat, wat een beetje een unheimisch gevoel geeft. Alsof we in een spookstad zijn. Wel komen we nog een jongen op een fiets tegen die de hele tijd naast ons blijft fietsen en een spraakwaterval over ons uitstort. Dat we morgen wel bij hem en zijn moeder langs kunnen komen om thee te drinken. Ik ben wel een beetje achterdochtig zo ‘s avonds laat. Gelukkig weten we hem na een tijdje van ons af te schudden en lopen we naar het enige smoezelige kraampje dat nog open is. De vrouw die deze bemand heeft wel bier zegt ze, al zie ik geen drank in de koelkast staan. We wachten geduldig tot een man met een sporttas aan komt lopen. Met, tadaa, twee XL biertjes. Ik begrijp niet dat het allemaal zo geheimzinnig moet gaan, maar oké prima wij hebben ons bier.
De dag erna krijgen we een heerlijk ontbijt van onze lieve guesthouse mama. Super uitgebreid met vers fruit en hoppers. Hoppers zijn hele dunne pannenkoekjes die gemaakt worden in kleine wokpannetjes. Hierdoor krijgen ze de vorm van een soort mandje en kunnen er allerlei vullingen in gedaan worden. Wij krijgen er een met ei, een met banaan en daarnaast nog een zoete pannenkoek. Na het eten zitten we bomvol, op een goede manier. En dat voor maar 500 roepies (ong 2,50). Sri Lanka is ook nog eens super goedkoop 🙂
Na het ontbijt willen we het centrum even in. Maar we komen er al snel achter wat een chaos het daar is. Geen normale winkel of eettentje te bekennen, op 1 supermarkt na. Het krioelt er van de mensen, het verkeer is chaos en we zijn de enige toeristen. Volgens mij zijn we niet echt op de gezelligste plek van de stad… Het toeristische Beach Road blijkt wel wat gezelliger te zijn, hier drinken we biertjes en bereiden we onze reis voor. Na wat speurwerk blijkt er zoveel te doen in Sri Lanka. We zijn hier 5 weken dus we hebben tijd zat om alle highlights (en meer) af te gaan 🙂
De vriendelijke reus van ons guesthouse brengt ons met de tuktuk naar het dichtstbijzijnde treinstation. Daar helpt hij ons met treinkaartjes kopen. Een kaartje is spotgoedkoop, voor minder dan een euro reizen we 2,5 uur met de trein naar Kandy. Het is wel even zoeken naar het juiste perron want er staan nergens borden met vertrektijden. Het enige dat we weten is dat de trein om 11.25 vertrekt. Met behulp van een paar locals komen we een heel eind en jawel, precies op tijd komt de trein aanrijden. We hebben geluk en vinden beide nog een zitplek naast een local. Helaas kan ik zo niks van het uitzicht zien. Tot we bij een heel mooi gedeelte komen en de man me vraagt of ik bij het raam wil zitten zodat ik van het uitzicht kan genieten. Wat super lief! Hier zeg ik uiteraard geen nee tegen. Ik ben nu al verliefd op het heuvelachtige en groene binnenland van Sri Lanka. En dan moet een van de mooiste treinreizen, van Kandy naar Ella (of andersom) nog komen.
Hostel with a view
Aangekomen in Kandy worden we meteen overvallen door allerlei tuktuk chauffeurs. Ons hostel heeft ons van te voren gewaarschuwd voor de vele scams. Veel chauffeurs zeggen te weten waar het hostel zich bevindt, rijden wat rondjes en delen vervolgens mee dat het niet te vinden is. Maar ze hebben wel een alternatief voor je, een hotel waar zij commissie voor krijgen. Gelukkig hebben wij een betrouwbare tuktuk chauffeur en brengt hij ons netjes naar het Sleep Cheep Hostel, het hostel waar we de komende nachten zullen slapen. De eerste indruk is meteen goed. Het uitzicht vanuit de bergen is geweldig en ook de gemeenschappelijke keuken doet ons hart sneller kloppen. Wat heerlijk om weer zelf thee te kunnen maken en drankjes in de koelkast koud te kunnen zetten. Even niet buiten de deur eten, maar zelf ontbijtjes klaarmaken en in het hostel biertjes drinken. In de supermarkt staan we dan ook te stuiteren. We slaan zakjes chips, eieren, jam, brood, thee en bier in. Wat boodschappen doen hier extra leuk maakt, is dat het ook nog eens super goedkoop is. Als je tenminste “luxeproducten” als Nutella links kan laten liggen. Bij de supermarkt komen we heel toevallig onze tuktuk chauffeur ook tegen. We spreken af dat hij ons de volgende dag door Kandy rondrijdt zodat we daar de highlights kunnen bewonderen. De rest van de middag doen we het rustig aan. We drinken biertjes bij het hostel en genieten van het geweldige uitzicht. ‘s Avonds eten we bij het Indiase restaurant boven de supermarkt. Hier hebben we een geweldig uitzicht over de verlichte stad. Dit gedeelte van Kandy doet me heel erg denken aan de stad Granada in Spanje 🙂
Sightseeing
Na een heerlijk uitgebreid ontbijtje met liters groene thee, Ingrid’s goed gelukte scrambled eggs op toast en chemische jam is het tijd om op pad te gaan. Om 10 uur staat de tuktuk chauffeur klaar om ons Kandy te laten zien. We willen naar de Botanical Gardens en naar de Gadaladeniya tempel die net buiten de stad ligt. We maken nog een tussenstop bij de rivier en gaan daarna naar de tempel. De meeste tempels vind ik toch vrij kitcherig door al dat goud, hoe mooi dat ook kan zijn. Een witte tempel als deze vind ik wel bijzonder.
Na deze tempel gaan we naar de Botanical Gardens, het grootste botanische park van Sri Lanka. Het park is inderdaad gigantisch en je hebt er wel een paar uurtjes nodig om alles te bekijken. Het park bestaat uit meer dan 4000 verschillende plantensoorten. Vooral al die verschillende palmbomen vallen bij mij in de smaak.
Als de tuktuk chauffeur ons weer op komt halen hebben we nog heel veel tijd over, maar we hebben eigenlijk geen idee waar we nu naartoe willen. We willen ook wat bezienswaardigheden overhouden voor morgen. De suggesties van de chauffeur slaan we af, zo hebben we niet zo’n zin in een traditionele dansvoorstelling, een theefabriek of de spice gardens. Gelukkig komt hij daarna nog met een top idee, langs de winkel rijden voor een biertje en dat vervolgens opdrinken bij een geweldig uitzichtpunt in de bergen waar je over de stad uitkijkt.
In brand
‘s Avonds halen we eten bij een Take Away in de buurt. Het idee van een Take Away is, uiteraard, om eten mee te nemen, maar dat tafeltje met een paar stoelen ziet er wel uitnodigend uit. Het eten wordt geserveerd en we vallen aan als uitgehongerde wolven. We doen wel zuinig met de curry, aangezien de medewerker ons vertelt dat deze wel ‘spicy’ is. Het aanbod voor een mildere curry als bijgerecht slaan we af, deze is prima. In het begin denk ik nog ‘oh best lekker dat het zo pittig is’, maar een paar happen later staat mijn mond (en die van Ing) volledig in brand. We proberen te blussen met liters water, wat het er natuurlijk niet beter op maakt. De medewerkers zien ons lijden en brengen ons snel de andere curry. Dat hadden we eerder moeten doen haha. Nu proeven we ons eten niet meer zo goed en de rest van de avond blijven we die hete curry voelen. Ach, nu hebben we tenminste wel goed kennisgemaakt met de Sri Lankaanse keuken 😉
Koffie en taart
De dag erna gaan we met dezelfde tuktuk chauffeur op pad. Hij rijdt, wij kiezen. Soms komt hij met suggesties tussendoor, maar wij trekken liever ons eigen plan. Onderweg begint het keihard te regenen, gelukkig stopt het als we bij de Big Boeddha aankomen. Deze mega grote witte Boeddha staat op een berg. Omdat het een tempel is en de slippers uit moeten, is het behoorlijk glibberig op de steile trappen. De Boeddha zelf is heel mooi en indrukwekkend.
Na de Boeddha gaan we naar de Tempel of the Tooth. In de tempel wordt de heilige tand van Boeddha bewaard. Maar het is er echt megadruk en de entreeprijs van 1500 roepies (8 euro) vinden wij toch wat te veel voor een tempel. Bovendien regent het ook weer en hebben we wel zin in een knus koffietentje. Voor een theeland zijn die vrij schaars, maar wij hebben er een gevonden met goede reviews. Deze zijn meer dan terecht, concluderen we als we even later genieten van koffie met een taartje. Toch nog een voordeel van regen, lekker binnen koffie drinken 🙂
We maken vervolgens een wandeling langs het meer. De school is net uit, dus het stikt er van de kinderen met rugtassen. Wat we interessanter vinden dan het meer zelf. Dan begint het nog harder te regenen. We willen wat gaan eten maar iedereen lijkt op hetzelfde idee te zijn gekomen (logisch met het weer), waardoor we noodgedwongen onder een afdakje op de grond ons broodje moeten eten. Niet dat we het erg vinden, maar de voorbijgangers kijken ons wel allemaal raar aan.
Als de tuktuk chauffeur ons weer op komt halen in de stromende regen is het wel duidelijk voor ons waar we nu naartoe willen, het winkelcentrum! We spreken met de chauffeur af dat hij ons over 2 uurtjes weer op komt halen om ons thuis te brengen. Om daarna in het hostel (dat voelt als thuis) thee te drinken en ‘s avonds weer naar het Indiase restaurant te gaan. Het eten is er lekker en spotgoedkoop.
Olifanten project
Na drie dagen in Kandy reizen we verder. Wat een heerlijke stad en perfect begin van de reis! Met de tuktuk reizen we naar het olifanten project. Een van de vrijwilligersprojecten waar het reisbureau, waar zusje Minke werkt, mee samenwerkt. Minke stelde voor om hier een dag vrijwilligerswerk te doen. Dat leek ons wel wat 🙂 Het olifanten project is eigenlijk een opvangcentrum voor 8 olifanten. Deze olifanten zijn allemaal geadopteerd door het opvangcentrum en kunnen hier een fijn leven leiden. Helaas is er nog heel veel vraag naar olifantenritjes en heeft het project dat inkomen ook hard nodig. Terwijl ze het liefst die ritjes helemaal niet meer aanbieden. Gelukkig zitten er geen bankjes op de olifant bevestigd en loopt de mahout (olifantenverzorger) altijd naast de olifant. Daarnaast zijn het korte ritjes van maximaal 10 minuten en wordt er een alternatief geboden aan toeristen om niet op de olifant te gaan zitten maar met ze te gaan wandelen. Als de wandelingen meer aan populariteit gaan winnen, willen ze de olifantenritjes helemaal afschaffen.
We zijn aan de vroege kant, dus chillen we eerst wat bij het vrijwilligershuis. Om twee uur krijgen we een rondleiding en uitleg over de olifanten van dit park. Daarna mogen we een wandeling met olifant Raya maken. Raya is een mannetje van 50 jaar en de grootste olifant van het park. Een wandeling is een geweldige manier om een olifant van dichtbij mee te maken. Ik zou nooit meer op een olifant willen zitten. Na de wandeling loopt hij via de trap naar de rivier om er vervolgens in te badderen. We mogen hem ook wassen met een stuk kokosnoot. Al kun je beter zeggen schrubben. Olifanten zijn dol op water en Raya geniet er zichtbaar van. Om zes uur krijgen we avondeten en ontmoeten we de andere vrijwilligers. Er zijn op dit moment maar twee vrijwilligers, dus ze zijn wel blij dat we de groep (ook al is het maar voor 1 dag) even komen versterken. We gaan die avond vroeg op bed, we hebben een lange dag voor de boeg morgen.
We staan om zes uur al op, want om half 7 mogen we met de mahout mee om met Raya te wandelen. We wandelen met hem het terrein af, heel bizar om met zo’n grote olifant midden op de weg te lopen. In Sri Lanka is dat heel normaal. Mensen kijken wel, maar niemand kijkt er verder gek van op. We lopen een prachtig natuurgebied in, waar Raya samen met een andere olifant op het veld gras kan eten. Ondertussen komt de zon steeds meer achter de bomen vandaan. Tranen in mijn ogen, zo mooi zien de olifanten er uit tegen de achtergrond van die opkomende zon en in deze omgeving. Nu al het hoogtepunt van deze dag!
Anderhalf uur later (waarvan we een uur lang in het natuurgebied te zijn gebleven) begint het vrijwilligerswerk dan echt. We hebben een super fijne begeleider, Averil, die vol enthousiasme en passie over het project vertelt. We maken eerst medicijnen en vitamines voor de olifanten klaar. Vooral Ingrid voelt zich als in vis in het water, aangezien zij voor haar werk in Nederland ook de medicijnen klaar zet. Alleen dan voor ouderen. Klein verschil 😉 Ik vind het ook ontzettend leuk en het voelt zeker niet als werk. De vitaminen en medicijnen zitten verstopt in een kneedbaar bolletje die we aan de olifanten geven. Een olifant is er niet zo dol op, dus die moet nog extra besmeerd worden met honing. Na het ontbijt gaan we de olifanten wassen. Voor de olifanten is dit het allerfijnst, maar het is best zwaar. Ik heb veel respect voor de andere vrijwilligers en de mahouts dat zij dit dag in en dag uit doen. Vervolgens maken we de nachtbedden van de olifanten schoon. Omdat we met meerdere vrijwilligers zijn is dit is een mum van tijd gebeurd. Dan merk je wel dat ze wel wat extra handen kunnen gebruiken en dat vrijwilligers hard nodig zijn. We hebben een extra lange pauze en een uitgebreide, heerlijke lunch.
Om 2 uur regelt onze begeleider nog een tour in de paper factory voor ons. Hier wordt papier gemaakt van olifantenpoep. Je ziet het hele proces van dichtbij, heel interessant om te zien! We moeten ook zo lachen om de tourguide die ons steeds ‘children’ noemt en controleert of we wel goed opletten. Vraagt ie halverwege een uitleg ineens – ‘How many colors papers do we have?’ – Wij – ’36! – ‘very good!’. We kopen nog een paar kaarten in de giftshop en lopen dan weer naar de andere vrijwilligers toe. Ze zijn druk bezig met het verzamelen van stenen, waar volgende week een muurtje van gebouwd gaat worden. Wij helpen ze even mee. We zijn om half 4 al klaar met dit klusje en stiekem ben ik wel opgelucht want het is bloedheet. Het zweet gutst van mijn gezicht. Averil weet wel iets om ons te laten afkoelen. Raya wordt alweer gewassen (wat een goed leven heeft hij toch) en wij gaan ook het water in om hem nog wat eten te geven. Waarna we nog even getrakteerd worden op een olifantendouche. We hebben twee geweldige dagen gehad bij dit olifanten project!
Heel veel eten
We willen een dag geen tempels of projecten bezoeken, hoe leuk dat ook is. We willen even een dag niks doen, oftewel lezen, schrijven en zwemmen. Vlakbij Kandy vinden we een bungalow met zwembad voor een mooi prijsje. Vanuit het olifanten project gaan we er met een tuktuk heen. Het is even zoeken voor de chauffeur, maar dan zijn we anderhalf uur later eindelijk op locatie. Echt in the middle of nowhere, precies wat we willen. We worden hartelijk ontvangen door een super vriendelijke Sri Lankaanse man die twee koppen kleiner dan ons is. Hij brengt ons een welkomstdrankje en de menukaart. We noemen op wat we willen eten. We zouden wel een drankje lusten, maar hij heeft helaas geen bier. In Sri Lanka heb je een dure vergunning nodig om alcohol te mogen verkopen, dus is het er vaak niet. Hij zegt dat we wel met hem mee kunnen naar het centrum. We vragen of er ook pinautomaten zijn want we hebben weer cash nodig. Nee, zegt hij. Hmm… Dan maar even low budget leven. 10 minuten later zitten we met z’n drieën in een tuktuk en is het eerste wat Ingrid ontdekt in het centrum een ATM. Huh? Hij heeft ons vast verkeerd begrepen.
Daarna halen we bier. In de supermarkt verkopen ze geen alcohol, dat moet bij een wine deli. Dat is een winkel dat streng beveiligd is met tralies. Je kunt er via een luikje je drank bestellen. We slaan een paar biertjes in voor vanavond en morgen en kopen nog wat frisdrank bij de supermarkt. Dat ik doorgaans prima alleen kan doen, maar daar is onze metgezel het niet mee eens. Hij loopt met me mee naar de schappen, geeft advies over de frisdrank en loopt mee naar de kassa. Daar voert hij het woord met de cassiere, waardoor ik me een klein meisje voel (terwijl ik een reus ben hier) dat niet alleen de supermarkt in mag. Hij bedoelt het vast heel goed, maar het voelt een beetje betuttelend.
Terug in de bungalow drinken we een biertje en wachten tot het diner geserveerd wordt. Dit overtreft al onze verwachtingen. Op de hele tafel staat eten uitgestald, dit krijgen we nooit op. Maar het is super lekker en we eten zoveel als we kunnen. Terwijl we eten kijkt hij verwachtingsvol toe of we het wel lekker vinden. Enigszins ongemakkelijk, maar na een tijdje raken we hier wel aan gewend.
Zelfs het ontbijt de volgende dag is super uitgebreid, ik heb iets van 8 toasts voor mezelf, die ik kan beleggen met heerlijke zoete jam en het lekkerste gebakken eitje ooit, bestrooid met kruiden uit eigen tuin. Ingrid gaat voor een Sri Lankaans ontbijt. Ook veel te veel, maar zo’n uitgebreid ontbijt zorgt er wel voor dat we daarna heel lang niks hoeven te eten. We zijn trouwens de enige gasten, dus we worden de hele dag goed verwend. We hebben het zwembad (met geweldig uitzicht) en de hele tuin voor onszelf. We krijgen gedurende de dag vers kokoswater, vegetarische roti (verrukkelijk) en hoppers (de pannenkoekjes) en koffie en thee. We betalen alleen voor het ontbijt en diner, de rest is allemaal van het huis. Super lief! Vond ik de gastvrijheid gisteren nog iets too much, vandaag geef ik me er helemaal aan over. We hebben in Sri Lanka tot dusver nog niet zo lekker gegeten als hier. Het diner is ook weer geweldig. We eten Sri Lankaanse curry en diverse bijgerechten. Veel ingrediënten en kruiden komen uit eigen tuin, waar Ingrid ‘s middags nog een rondleiding door krijgt. Als toetje krijgen we curd, een traditionele yoghurt met een volle, kwarkachtige structuur, wat wordt gemaakt van buffelmelk. Het doet me denken aan hangop yoghurt dat ik in Nederland weleens eet maar dan nog lekkerder. Oh ik zou hier zo een week kunnen blijven, maar we willen ook meer van Sri Lanka zien.
Local bus
Vanuit de bungalow reizen we naar het mega chaotische busstation in Kandy. We hebben geen idee hoe het openbaar vervoer hier werkt, maar we hoeven er gelukkig niet lang over na te denken. We hoeven hier nooit iets te vragen, omdat de locals ons altijd al voor zijn met vragen waar we naartoe moeten. We vallen tussen de locals ook best wel op met onze backpacks en vertwijfelde blik haha. Voordat we er erg in hebben zitten we in een mini busje dat ons naar Dambulla brengt. Hier willen we een tempel bezoeken en een rots beklimmen. Het is een iets luxer busje dan de normale lokale bus maar nog steeds spotgoedkoop (minder dan 2 euro). Kaartjes koop je gewoon in de bus, maar het duurt nog wel even voordat we wegrijden. De bus moet eerst vol zitten.
Dambulla
In Dambulla lopen we een guesthouse in. In de woonkamer ligt een man met ontbloot bovenlijf onderuitgezakt op de bank televisie zit te kijken. Deze ruimte fungeert dus ook als woonruimte voor de locals. We kijken niet meer zo snel meer ergens van op in Azië. We kunnen hier goedkoop overnachten en de kamer ziet er prima uit. We krijgen thee en cake als welkom, zo leuk weer 🙂 Helaas vindt de man het ook nodig om zijn broer uit te nodigen. Een Bob Marley look-a-like met dito tuktuk. We voelen ons totaal niet op ons gemak bij hem. Hij komt arrogant en opdringerig over. Hij laat ons foto’s zien van toeristen in zijn tuktuk en hoopt dat wij ook voor hem als chauffeur kiezen. Maar dat gaat mooi niet gebeuren. Na dit enigszins ongemakkelijke theemoment zeggen we tegen Bob Marley dat we naar de gouden tempel gaan, die op loopafstand is. Hij werpt een kritische blik op onze blote schouders en benen en zegt dat we ons dan wel moeten bedekken. We denken: duh, dit is niet de eerste tempel die we bezoeken. Maar we geven hem onze allerliefste glimlach en zeggen dat we kleren in onze tas hebben. De meeste mensen in Sri Lanka zijn super lief en vriendelijk, dit is even een uitzondering op de regel.
De tempel is super mooi. Zei ik eerder nog dat ik goud al snel kitsch kan vinden, nu neem ik dat terug. Het is lastig om een tempel te omschrijven, foto’s zeggen in dit geval meer dan woorden. We lopen nog wat over het tempelcomplex en omdat ik trek heb gekregen pak ik een zakje chips uit mijn tas dat ik al lopend begin te eten. Tot ik ineens van alle hoeken apen naar me toe zie komen lopen. Voor ik het besef springt er een aap op me, rukt de chips uit mijn handen en gaat er snel vandoor. Ik krijg een hartverzakking en vervloek die stomme aap. Niet eens zozeer voor de chips (al vind ik dat ook best zonde), maar meer vanwege de schrik. Op dat moment dacht ik dat ik aangevallen werd, pas toen de chips uit mijn handen werd gerukt wist ik waar het om te doen was. We halen later nog een zakje met gesneden mango in een gebied met allemaal kraampjes en ik ga er vanuit dat hier weinig apen rondlopen. Toch ben ik er niet gerust op en stop snel het zakje in mijn tas. Ingrid gaat wel eten en ook bij haar is er een aap die het zakje vliegensvlug uit haar handen trekt. Ik schiet nu wel in de lach, omdat ik zie dat de aap bijna stikt in de mango omdat hij de partjes zo gulzig naar binnen werkt. Bang dat een andere aap het weer op zijn (ons) eten voorzien heeft. ‘s Avonds eten we bij een Take Away in de buurt. We delen een overheerlijke nasi die bedoeld is voor twee personen maar waar een heel gezin makkelijk van kan eten.
Pidurangala rots
De dag erna vraagt de man van de guesthouse hoe we naar Sigirya gaan. We zeggen dat we met de bus gaan, terwijl we eigenlijk met de tuktuk gaan. Het voelt niet goed om tegen die aardige man te liegen, maar alles beter dan met zijn broer (Bob Marley) mee. We lopen met onze backpacks naar de weg voor een tuktuk. Gelukkig is het bewolkt, want die 13 kilo op mijn rug is in de felle zon niet te doen. In Sigirya let onze tuktuk chauffeur op onze bagage terwijl wij de Pidurangala rots beklimmen. De meeste mensen beklimmen de beroemde leeuwenrots, maar om verschillende redenen beklimmen we de rots die er tegenover ligt. 1. De prijs van 500 roepies (2,50) tegenover 5000 roepies (25 euro). 2. Het uitzicht op de leeuwenrots 3. geen zin in massa’s toeristen. De rots die wij beklimmen is zelfs al druk, omdat het zondag is en bovendien ook Independent Day. De weg er naartoe is goed te doen, al moet ik wel een aantal keer even op adem komen omdat mijn conditie nihil is geworden sinds ik hier ben. We genieten iets te veel van het goede leven qua eten en biertjes en doen weinig aan beweging. Na iets meer dan een half uur kijk ik verbaasd omhoog. Ik zie de top al. Nu al?! Wat ik helemaal niet erg vind overigens. Het is helaas vrij bewolkt, maar alsnog is het uitzicht op de Lion Rock heel spectaculair.
Nilaveli
De tuktuk chauffeur dropt ons bij het busstation. We reizen verder naar het noordoosten, naar Nilaveli. We zitten op een stoepje (wat we graag doen, maar waar we altijd raar op worden aangekeken) iets naast het busstation te wachten. Een vrouw vraagt of we oké zijn en anderen vragen waar we naartoe moeten. Dankzij de lieve locals weten we zeker dat we bus 49 moeten hebben en dat deze binnen een half uur komt. Het kan bijna niet meer misgaan als het al vijf keer is medegedeeld haha. We halen om en om eten voor de busreis (had ik al verteld dat we te veel eten?). Ik loop met mijn buit over straat, als ik plots struikel en languit op straat val. Mijn rechterknie helemaal open. Twee backpackers tillen me overeind en vragen bezorgd of het wel gaat. Ik knik en bedank ze en loop, nog nashakend, naar de bus. Daar zie ik Ingrid al naar me wenken omdat de bus al weg wilde rijden. En ik denken dat we nog alle tijd hadden. Er is alleen nog een plekje op een 3-zits vrij, een plek waar 1 bil en 1 been past, maar goed we kunnen in ieder geval zitten. Ik verbijt de pijn van mijn knie op mijn oncomfortabele stoel maar toch geniet ik van de reis. Vanwege het feit dat we voor minder dan een euro 2,5 uur reizen. Vanwege de locals die vrolijk en uitgelaten zijn. Vanwege de Sri Lankaanse muziek op maximaal volume. De heftige rijstijl is iets waar ik echter niet aan zal wennen, de buschauffeur moet een paar keer vol op de rem voor tegenliggers en er is geen duidelijke voorrang structuur. Je eist je voorrang op door te toeteren en of het nou aan de rechter- of linkerkant is maakt niet uit. De bus stopt in Trincomalee. De laatste 10 km naar Nilaveli moeten we met een tuktuk reizen. Maar voordat we verder reizen zoeken we eerst een plekje met Wifi om accommodatie te vinden. Een onmogelijke opgave blijkt al snel, dus dan maar terug naar dat café met die knappe Sri Lankaanse man. Nooit gedacht dat we mannen met ‘rokken’ aantrekkelijk konden vinden haha. We drinken er spotgoedkoop koffie en cola en lopen daarna nog even naar de kleurrijke tempel die we onderweg hebben gezien. We zijn helemaal verliefd als we de tempel van dichtbij bewonderen. Een combinatie van Disneyland, een snoepwinkel en de kathedraal van Moskou. Beter kan ik het niet omschrijven.
We vragen of de tuktuk chauffeur ons accommodaties aan kan wijzen in Nilaveli. Hij brengt ons naar een (in onze ogen) fancy plek aan het strand waar we never nooit accommodatie kunnen betalen. Of wel? Naast luxe bungalows heeft dit hotel ook iets simpelere bungalows. Voor ons doen nog steeds luxe vergeleken met de hutjes in Cambodja/Filipijnen. En super goedkoop, want we weten nog iets af te dingen van de prijs. We betalen er samen 12,50 per nacht voor 🙂 We maken een wandeling over het strand en door de omgeving. Het is heerlijk om weer op een strand te zijn. We zitten zo’n 2km van de (weinige) restaurantjes af dus we krijgen hier genoeg beweging. Er is verder weinig te doen. We zijn hier vooral om weer bij te kleuren op het strand, want we moeten nodig weer aan ons vervaagde tintje werken 😉 Die avond eten we super lekker bij een klein restaurantje. De biertjes die we bestellen moeten we een beetje wegmoffelen onder de tafel. Op Independent Day mag er officieel geen alcohol worden gedronken. De locals staan een uur lang in de keuken te zwoegen voor ons eten. We zijn op dat moment de enige gasten, dus ze moeten alles nog bereiden. Wat trouwens helemaal niet erg is, die kleine lokale eettentjes vinden we zoveel leuker dan massale ketens.
Zwembad
Vlakbij onze bungalows ligt een hotel met een heel fijn zwembad. We zien het wel zitten om hier een dagje door te brengen. Aangezien het eten hier heel prijzig is verwachten we dat ook van het zwembad. Niets is minder waar, voor slechts 500 roepies (2,50) kunnen we de hele dag gebruik maken van een ligbed + zwembad. Er liggen een paar Nederlandse boeken en tijdschriften dus ik vermaak me hier wel. Later zien we in onze ooghoek een groot beest voorbij lopen. In eerste instantie denken we – wat een grote hond – tot we omkijken en zien dat er gewoon koeien op het strand lopen. We hebben ze weleens op de weg zien lopen, maar nog nooit op het strand.
‘s Avonds eten we wederom alleen in een restaurant. Wel het goedkoopste restaurant tot nu toe met gerechten vanaf een euro. Het is wel super fijn dat het zo goedkoop is, maar het is hier verder wel heel stil. De eettentjes zijn op een hand te tellen en staan ver uit elkaar. We hebben nu ook wel behoefte aan een iets toeristischere plek, waar het geen laagseizoen is en het niet zo zoeken is naar eten.
Maar eerst nog een dag chillen bij het zwembad 🙂 Het is die dag bloedheet dus die verkoeling is wel nodig! Later in de middag gaan we met de tuktuk naar de hotsprings. We willen er wat meer info over opzoeken op internet, maar helaas is er hier ook nauwelijks wifi te vinden. Dus we gokken het er maar op, er van uitgaande dat de entree niet duur is en het baden zijn waar we in kunnen chillen. De entree stelt inderdaad niets voor, voor slechts 50 roepies (0,25 cent) kunnen we naar binnen. Het is echter heel anders dan we verwachten. Er staan een aantal putten gevuld met (zuiverend) heet water waar locals hun haren wassen. Wij hebben daar niet zo’n behoefte aan, wij willen er van top tot teen in. Maar omdat dat niet kan, lopen we wat doelloos heen en weer. We halen nog wat drinken en lopen dan terug naar de tuktuk. We gaan nog even naar een dorpje in de buurt wat iets toeristischer is dan Nilaveli, maar nog steeds heel erg stil. De volgende dag vertrekken we weer uit Nilaveli. De tuktuk chauffeur brengt ons naar het treinstation, waar we al snel achter komen dat de trein naar Colombo vandaag niet rijdt. In Sri Lanka krijg je niet de kans om in de stress te schieten, want er zijn meteen locals die ons te hulp schieten. Een van hen biedt aan ons naar het busstation te brengen, we kunnen hier nog net de bus halen. Gelukkig dat we op tijd op het station waren! De bus is een stuk minder comfortabel dan de trein, maar ook een stukje sneller. In plaats van 9 uren, doen we nu 7 uren over de reis.