‘Een beetje zout’

MINKE WINK

Na een soepele grenscontrole komen we niet veel later aan in Copacabana, een klein dorpje aan het schitterende Titicacameer.

Copacabana

We vinden al snel een simpel hotel waar we onze spullen droppen voordat we iets gaan eten. Daarna lopen we naar het strand aan het meer waar serieus honderden zwaantje fietsboten aan de kant van het water liggen. En niet eentje in het water. Dat kan natuurlijk niet. Voor een prikje mogen we een halfuurtje in een zwaantje het meer op. We trappen ons een ongeluk en komen centimeter voor centimeter vooruit. Lachen, gieren, brullen. Na een halfuur zijn we uitgeput en leveren we het zwaantje weer in.

De volgende dag laten we de zwaantjes aan de kant van het water liggen en stappen we op een motorboot naar het eiland Isla del Sol, oftewel het eiland van de zon.

Isla del Sol

Erg toepasselijke naam want de zon brand je hoofd er zowat af hier. Mijn vervelde, verbrande, super charmante hoofd blijf ik dus ook flink insmeren met zonnebrand. Afgezien van de felle zon, waar we absoluut niet over mogen klagen, is het eiland ook echt adembenemend mooi!

We lopen een stuk naar boven en genieten van prachtige uitzichten over het knalblauwe meer en de wit besneeuwde bergtoppen in de verte. Geweldig! Daniëlle krijgt helaas erg last van de hoogte en gaat alvast naar beneden en ik besluit nog een korte wandeling te maken. Ik ben helemaal alleen en ik geniet intens van het eiland en de prachtige uitzichten. Af en toe komen er een paar hikers voorbij en krijg ik gezelschap van een paar ezels en de lokale mensen, maar verder is hier echt niemand. Wat een verademing. Ik moet alweer bijna huilen. Ik ben echt sentimenteel geworden sinds Zuid-Amerika, maar serieus ik heb zoveel mooie, nieuwe, overweldigende natuurlandschappen gezien, daar krijg je gewoon tranen van in je ogen.

Eenmaal weer terug beneden eet ik samen met Daniëlle in een lokaal restaurantje voordat we weer op de boot stappen die ons weer terugbrengt naar Copacabana. Diezelfde avond zitten we alweer in een bus naar onze volgende bestemming, de hoogste hoofdstad ter wereld.

La Paz

La Paz, de hoofdstad van Bolivia ligt op zo’n 3600 meter hoogte en wordt omringd door bergen. Terwijl we nietsvermoedend in de bus zitten doemen er ineens duizenden lichtjes op. Wanneer we naar buiten kijken zien we een enorme liggende kerstboom in een diepe kloof. We zijn in La Paz. Heel indrukwekkend.

Niet veel later komen we aan bij ons hostel met de meest comfortabele bedden ooit en een enorm donzen dekbed. Ik verdwijn helemaal onder het dekbed en slaap als een croissant. Ik wil hier nooit meer weg. Ik wil in dit bed wonen.

We slapen zo lang mogelijk uit de volgende dag en na een ontbijtje in het hostel gaan we de stad in. La Paz staat vooral bekend om zijn vele markten die werkelijk overal in de stad te vinden zijn. Als je een zonnebril nodig hebt ga je naar de zonnebrillenstraat. Heb je bouwmateriaal nodig? Dan ga je naar de bouwmateriaalstraat. Zo werkt het. Wij zijn toeristen en wij hebben souvenirs en warme kleding nodig en daarom gaan we naar de souvenirstraat. Hier vinden we tientallen kleurrijke winkeltjes naast elkaar die ons verleiden. Uren en uren shoppen we. We gaan helemaal los. Alles is zo mooi, zo kleurrijk en zo goedkoop. We scoren tassen vol warme kleding en souvenirs. Ben ik ook alvast maar voorbereid op de terrorwinter in Nederland.

Tiwanaku

In de buurt van La Paz ligt een hele oude stad die nog voor het Incarijk is gebouwd door de Tiwanaku-indianen. We maken een dagtrip vanuit La Paz naar deze historische stad. Er is nog steeds weinig bekend over deze mysterieuze stad, die misschien wel de oudste ter wereld is. Onze gids vertelt ons van alles over de Tiwanaku bevolking, de tradities, de religie en de bouwstijl van de tempels. Het is echt super interessant vooral omdat niemand eigenlijk zeker weet hoe deze opmerkelijke bevolking precies leefde en hoe al die enorm zware stenen in dit droge gebied zijn gebracht zoveel honderden jaren geleden.

Na de tour krijgen we lunch, koude lama met patat en rijst, voordat we weer teruggebracht worden naar La Paz. De gids dropt ons in een wijk ver buiten het centrum vanwaar we in een kabelbaan naar beneden, naar het centrum reizen. Het uitzicht is absurd. Deze stad maakt, vanuit het bakje van de kabelbaan, heel veel indruk op ons.

De volgende dag reizen we met de bus naar Oruru. Een vieze en onaantrekkelijke stad, maar vanaf hier kunnen we een trein pakken naar onze volgende bestemming, Uyuni.

Na een relaxte treinreis komen we laat in de avond aan in Uyuni. We lopen de paar meter naar ons hostel en duiken meteen ons bed in. Ik mis mijn bedje in La Paz nu al.

Het kleine stadje Uyuni is ook niet erg aantrekkelijk maar het is de uitvalsbasis voor tours naar de bekende Salar de Uyuni. De volgende dag boeken we dan ook meteen een driedaagse tour naar deze eindeloze zoutvlakten.

Salar de Uyuni

Na een dag bijkomen in het bouwvallige stadje Uyuni gaan we op jeeptour samen met onze gids Joel en vier Engelsen. Onze eerste stop is de zogenaamde treinbegraafplaats, net buiten Uyuni. Op een afgelegen stuk droge vlakte staan allemaal verlaten oude treinen. Een bizar gezicht. We klimmen en klauteren als een stel kleine kinderen op de treinen. Helemaal leuk!

Wanneer we uitgespeeld zijn rijden we verder naar de zoutvlakten van Uyuni. Vanuit de jeep zien we het landschap veranderen van dor en droog naar oogverblindend wit. We maken eerst een stop bij een zouthotel voor de lunch en daarna stappen we weer in de jeep en scheuren we over de eindeloos witte zoutvlakten. Ergens te midden van dit niemandsland stopt onze gids de auto en mogen we eruit om foto’s te maken. Ik probeer mijn zonnebril af te zetten maar ik moet meteen mijn ogen dichtknijpen. Het is letterlijk oogverblindend wit, overal waar je kijkt. Heel bizar en indrukwekkend.

Onze gids heeft een aantal spullen meegenomen voor de typische optische-illusie foto’s die we gaan maken. We vermaken ons uitstekend met speelgoed dinosaurussen, een pak cornflakes, een fles wijn en onze camera. Gelukkig helpt Joel ons want we krijgen het zelf niet voor elkaar om van die grappige foto’s te maken.

Na de fotoshoot rijden we verder over de zoutvlakten naar onze volgende stop. Midden in het witte niemandsland stuiten we ineens op een bizar eiland. Dit eiland is eigenlijk een berg die opgerezen is uit al het zout en waarop planten kunnen groeien, in dit geval cactussen. Metershoge cactussen. Een heel grappig bordje waarschuwt ons dat we de cactussen niet mogen aanraken. Natuurlijk kan ik het niet laten om toch even een enorme cactus te aaien maar inderdaad, ze prikken echt heel erg.

Aan het eind van de middag komen we aan in een klein dorpje in de middle of nowhere waar we de nacht doorbrengen. We maken nog een korte hike om de zonsondergang te bewonderen en daarna krijgen we avondeten.

Iedereen in de groep is best wel gaar van alle indrukken en het lange reizen en we liggen dan ook al vroeg in ons bedje.

Los Lípez

De volgende dag worden we weer mooi op tijd bij het ontbijt verwacht en niet veel later zitten we allemaal weer in de jeep. We laten de zoutvlakten achter ons en rijden door een steeds veranderend landschap in de provincie Los Lípez. Adembenemend mooi. Onderweg spotten we lama’s, struisvogels, flamingo’s en meer wilde dieren waarvan ik de naam niet meer weet omdat ze alleen in Bolivia voorkomen. We kijken onze ogen uit.

We maken verschillende stops in de meest bizarre natuurlandschappen en bij verschillende kleurrijke lagunes. De lunch wordt achterin de jeep geserveerd bij een prachtige lagune waar de flamingo’s ons compleet negeren maar wegrennen als we foto’s van ze willen maken. Het is echt bizar mooi hier.

Als we aan het eind van de middag aankomen bij onze accommodatie is het koud. Heel erg koud. We slapen in een soort lodge in de bergen zonder verwarming. We trekken al onze warme kleding aan en  krijgen thee en biscuitjes terwijl het buiten begint te sneeuwen. Bibberend spelen we kaartspelletjes tot het avondeten. Bij het avondeten krijgen we gelukkig een fles rode wijn die ons een beetje opwarmt. Omdat we om vier uur ’s nachts op moeten staan duikt iedereen meteen na de maaltijd onder alle mogelijke dekens.

Om vier uur ’s nachts gaan alle wekkers af en een half uur later zit iedereen met halfdichte ogen bij het ontbijt. In het donker vertrekken we. Het witte zoutlandschap van twee dagen geleden is veranderd in een wit sneeuwlandschap. We rijden over besneeuwde onverharde wegen midden in de bergen terwijl de zon langzaam opkomt. Magisch.

We stoppen bij een aantal naar ei stinkende geisers waar we binnen vijf minuten zoveel mogelijk foto’s maken om daarna weer terug te rennen naar de jeep om op te warmen.

Maar echt opwarmen doen we pas een tijdje later wanneer we stoppen bij een natuurlijke warmwaterbron waar we tot onze nek in dobberen. Heerlijk!

Helaas moeten we er veel te snel alweer uit omdat twee meiden in onze groep de grens met Chili over gaan steken. We maken nog een laatste stop bij een schitterende lagune met een zwembadblauwe kleur voordat we naar de grens rijden.

De grens is een klein huisje midden in de bergen. Als er niet heel groot Immigration op het huisje stond had denk ik niemand geweten dat je hier Bolivia verlaat. Dit is een van de meest afgelegen grensposten is die ik ooit in mijn leven heb gezien.

Na uren wachten, omdat het niet zeker is of Chili wel of niet open gaat vanwege de sneeuwval, kunnen we eindelijk terugrijden naar Uyuni waar we aan het eind van de middag aankomen.

Diezelfde avond zitten we alweer in een trein naar onze laatste bestemming in Bolivia.

Tupiza

Om drie uur ’s nachts komen we eindelijk aan in Tupiza. Ik ben doodop. Ik heb geen oog dichtgedaan in de trein omdat iedereen om me heen lag te snurken als een stel varkens. Echt verschrikkelijk. Ik wil maar een ding, een bed.

Ondanks dat ik zo laat pas in een bed lig word ik wel weer om negen uur ’s ochtends wakker. Nog net op tijd om een ontbijtje in het hotel te scoren. Na het ontbijt gaan we naar de markt in het kleine dorpje en slaan we, voor een prikkie, allemaal pasta, vlees en groente in voor de lunch.

De rest van de dag ben ik best wel gaar en blijf ik in het hotel terwijl Daniëlle gaat paardrijden.

We blijven nog een dag in Tupiza chillen voordat we verder reizen naar het laatste land van onze trip.