Camino del Norte – De etappes

MINKE WINK

De Camino Del Norte is een route van bijna 850 kilometer langs de noordkust van Spanje. Een stuk rustiger dan de klassieke Camino Francés, maar ook fysiek uitdagender door de grote hoogteverschillen in het landschap. Het is een afwisselende route met onderweg de mooiste uitzichten. De Camino del Norte start in Irun op de grens met Frankrijk en eindigt in Santiago de Compostella. Onderweg loop je door de regio’s Baskenland, Cantabrië, Asturië en Galicië.

De meeste pelgrims doen 30-34 dagen over deze route. Wij liepen de Camino del Norte in 31 dagen en wandelden gemiddeld 26 kilometer per dag. We hebben geen echte rustdagen gepakt, maar liepen soms een etappe van 15 kilometer zodat we de rest van de dag bij konden komen. Hierdoor zaten er ook etappes tussen van meer dan 30 kilometer en deze waren soms wel echt zwaar. Als je meer tijd hebt kun je het iets rustiger aandoen en eventueel wat meer rustdagen pakken in mooie steden als Bilbao en Santander.

In deze blog deel ik de etappes die wij hebben gelopen en onze accommodaties onderweg.

Dag 1: Irun – San Sebastián (26km)

De Camino del Norte start in het Baskenland op de brug in Irun die de grens tussen Spanje en Frankrijk markeert. Nadat je de stad uitgelopen bent, volg je een plattelandsweggetje naar de eerste kerk op de route. Hierna kom je aan bij een splitsing. Rechtdoor is de officiële Camino die loopt over de berg Jaizkibel. Linksaf kun je de alternatieve route volgen langs de berg. Bij mooi weer is het aan te raden om het officiële pad te volgen voor spectaculaire uitzichten. Als het regent kun je beter de alternatieve route pakken omdat het officiële pad dan erg modderig en glad is. Halverwege de route passeer je het dorpje Pasaia waar je met een klein bootje het water over moet steken. Vervolgens klim je een steile trap omhoog en brengt een heuvelachtig bospad je naar het surfstrand in San Sebastián. Via de boulevard loop je het historisch centrum van deze prachtige stad binnen.

Accommodaties: Alcazár Hotel en Pensión Régil

Dag 2: San Sebastián – Zarautz (22km)

De stad maakt weer plaats voor platteland en kilometers lang loop je over een asfaltweg door een groen, heuvelachtig landschap langs boerderijen en vee. Daarna loop je weer een stuk door het bos langs de kust. Asfaltweg en bospad wisselen elkaar af op deze etappe. Onderweg passeer je het kleine dorpje Orio waar je het water oversteekt en het pad niet veel later weer in het bos verdwijnt. De laatste kilometers word je beloond met prachtige uitzichten voordat je op het strand van Zarautz arriveert. In Zarautz zijn slechts twee hostels. Beide zijn niet erg boeiend en aan de prijzige kant.

Accommodatie: Galerna Zarautz Hostel

Dag 3: Zarautz – Deba (22km)

De route tot aan het dorpje Getaria is vlak en gaat langs de kust. Vanaf Getaria is het klimmen en dalen door het platteland. De uitzichten zijn prachtig, vooral wanneer je het dorpje Zumaia in de verte ziet liggen. Vanaf Zumaia loopt het pad veelal door heuvelachtig platteland met af een toe een stukje door een bos of langs de grote weg. Het stuk naar het dorpje Itziar is een pittige klim. Daarna daal je weer af naar Deba, een gezellig dorpje met een dorpsplein vol leuke terrasjes. Er is maar één herberg en deze bevindt zich in hetzelfde gebouw als het treinstation van Deba. Zorg ervoor dat je hier op tijd aankomt.

Accommodatie: Geltoki Pilgrims Hostel

Dag 4: Deba – Markina (26km)

Het eerste stuk vanuit Deba is vooral klimmen door het bos. De uitzichten zijn weer fenomenaal. Groene heuvels, bossen en kleine boerderijen. Na 8 kilometer kom je aan in het piepkleine dorpje Orlatz. Er is een klein kerkje, één restaurant en misschien 5 huizen. Neem voldoende snacks mee op deze etappe want het restaurant is niet altijd open. Tijdens de volgende 16 kilometer naar Markina vind je geen eetgelegenheden. Vanuit Orlatz maak je een terror klim naar boven. Gelukkig maken de uitzichten een hoop goed. Daarna is de route makkelijker, vooral dalen met af en toe een kleine klim. De herberg in Markina bevindt zich achter de kerk in het klooster.

Accommodatie: Markina Pilgrims Hostel

Dag 5: Markina – Muxika (32km)

Het eerste stuk van deze etappe is easy peasy zonder klimmen en dalen. Binnen no-time passeer je het piepkleine dorpje Bolibar en daarna loop je afwisselend door het bos en over plattelandsweggetjes. In het kleine plaatsje Munitibar is een pleintje met terras waar je een korte pauze kunt nemen. Daarna is het nog meer klimmen en dalen, maar niet zo erg dat je helemaal uitgeput raakt. Na een pittiger klimmetje kom je aan bij een kerkje waar je weer even kunt uitrusten. Daarna is het nog 6 kilometer naar het kleine stadje Gernika, de oude hoofdstad van het Baskenland. Je kunt ervoor kiezen om hier te overnachten, maar 6 kilometer verderop ligt een fijne herberg op een prachtige plek die je eigenlijk niet mag missen. Als je voeten het aankunnen, loop dan nog een stukje door. De laatste kilometers zijn wel pittig omdat je ook nog een klim moet maken.

Accommodatie: Pozueta Rooms

Dag 6: Muxika – Bilbao (26km)

Je loopt voornamelijk door het bos en over plattelandsweggetjes totdat je het dorpje Larrabetzu bereikt. Na Larrabetzu wordt de route erg saai. Je loopt kilometers lang langs de weg en passeert nietszeggende dorpjes als Lemaza en Zamudio. Na het dorpje Zamudio is het nog 7 kilometer lopen naar Bilbao met een pittige klim in het vooruitzicht. Als je deze klim eindelijk getrotseerd hebt, zie je niet veel later de stad Bilbao al liggen. Een paar kilometer verder kom je aan in het centrum van deze trendy stad. Vlakbij het Guggenheim museum ligt een prima hostel.

Accommodatie: Poshtel Bilbao

Dag 7: Bilbao – Pobeña (26km)

Via het bekende Guggenheim museum loop je langs het water en steek je de rivier over voor de alternatieve route naar Portugalete, een stad aan het einde van de rivier. Deze route is wat korter dan de officiële route en makkelijker omdat je niet hoeft te klimmen en dalen. Het eerste stuk is prachtig als je nog in de stad bent en langs het water loopt. Daarna wordt de route wat saaier omdat je kilometers lang over industrieterrein loopt totdat je bij de zogenaamde transportbrug in Getxo aankomt. De Vizcayabrug is een brug die de Spaanse plaatsen Portugalete en Las Arenas verbindt over de Nervión rivier. Het is ‘s werelds oudste zweefbrug, gebouwd in 1893. De Vizcayabrug werd ontworpen door Alberto Palacio, een van Gustave Eiffel’s leerlingen. Aldus Wikipedia. Al met al een bijzondere constructie die wel wat weg heeft van een horizontale Eifeltoren. Leuk om te zien. Onder aan de brug hangt een gondel die je naar de overkant van het water brengt. Vanaf Portugalete is het nog 11 kilometer lopen naar Pobeña. Deze hele route loopt over een asfaltweg met amper schaduw.

De herberg in Pobeña is klein en alle bedden staan heel dicht bij elkaar, maar voor een donativo (herberg op donatiebasis) is het prima.

Accommodatie: Muskiz Pilgrims Hostel

Dag 8: Pobeña – Castro Urdiales (16km)

Een trap net buiten het dorpje brengt je naar de kustweg. De eerste kilometers loop je heerlijk langs de kust met prachtige uitzichten. Met een beetje geluk spot je hier zelfs een kudde berggeiten. De kustweg loopt tot aan het mini dorpje Ontón. Hier staan maar een paar huisjes, een kerk en heel veel moestuinen. Vanuit Ontón kun je de kustroute naar Castro Urdiales volgen in plaats van de langere route die meer via het binnenland loopt. Je bent inmiddels in de provincie Cantabrië aangekomen. In het volgende dorpje Mioño zijn een paar cafeetjes voor een korte pauze. Daarna loop je via een tunnel en een stuk door het bos naar een asfaltweg die je naar het dorpje Castro Urdiales brengt. De herberg in Castro Urdiales was gesloten toen wij er waren, maar er zijn hier ook een aantal goedkope hotels.

Accommodatie: Pensión Catamarán

Dag 9: Castro Urdiales – Santoña (33km)

De eerste kilometers loop je over asfalt langs verlaten huizen en troosteloze dorpen als Cerdigo. Het volgende dorp Islares oogt niet veel levendiger, maar hier is wel een grote camping met café. In het dorpje Pontaron kun je kiezen voor de kortere route die over de weg gaat. Er is genoeg ruimte en er komen weinig auto’s langsrijden dus dit is prima te doen. Vervolgens leidt het pad je weer langs de kust naar het dorpje Laredo. De uitzichten op dit kustpad zijn werkelijk adembenemend. Vanaf Laredo loop je een aantal kilometers over het strand of de boulevard totdat je niet meer verder kunt en je de boot moet pakken naar het dorpje Santoña. Hier vind je verschillende hostels en herbergen.

Accommodatie: La Bilbaina Hostel

Dag 10: Santoña – Guëmes (22km)

De eerste kilometers loop je langs een gevangenis, het strand van Bernia en heel veel verlaten huizen. Daarna sta je voor de keuze of je de heuvel gaat beklimmen om een stuk langs de kust te lopen of dat je de weg blijft volgen. Via de weg is korter, maar via de kust is indrukwekkender. Hierna loopt de route over plattelandsweggetjes naar het dorpje Bayero. Onderweg passeer je veel boerderijen en wordt je aangestaard door de koeien in de wei. Net buiten het dorpje Bayero ligt een enorme camping met café en terras. Daarna loopt de route weer verder over rustige landweggetjes totdat je aankomt bij de beroemdste slaapplek op de Camino del Norte. Dé herberg van Güemes. Opgericht door priester Ernesto samen met talloze vrijwilligers. Echt een bijzondere plek!

Accommodatie: La Cabaña del Abuelo Peuto

Dag 11: Guëmes – Boo de Pielagos (30km)

Na een aantal kilometers over een asfaltweg kom je terecht op een pad langs de kust. De eerste kilometers over dit pad zijn heerlijk. De uitzichten zijn prachtig en het is fijn om even niet over asfalt te lopen. In Somo pak je de ferry naar Santander, een mooie stad aan het water. In een rechte lijn loop je de stad uit en na kilometers over asfalt langs de weg kom je eindelijk aan in het dorpje Boo de Pielagos. Niet de mooiste route, maar het hostel in Boo de Pielagos maakt dit meer dan goed

Accommodatie: Piedad Hostel

Dag 12: Boo de Pielagos – Santillana del Mar (24km)

Vanaf het hostel loop je naar de treinhalte op een paar honderd meter afstand. De trein brengt je naar de overkant van de rivier. Het voelt misschien een beetje als valsspelen, maar anders moet je 8 kilometer omlopen via een niet interessante route. Lopen over de spoorbrug zou ik niet aanraden want het schijnt dat je hier een fikse boete voor kunt krijgen. De eerste kilometers zijn relaxt over een plattelandsweg langs kleine dorpjes. Daarna loop je voornamelijk langs de weg en langs een enorme fabriek. De laatste 8 kilometer loop je weer over gemoedelijke plattelandsweggetjes naar het dorpje Santillana del Mar. Het landschap is groen en heuvelachtig met hier en daar een boerderij. Santillana del Mar is een pareltje op de Camino del Norte. Hier lijkt de tijd stil te staan. Niet voor niks komen hier dan ook veel toeristen. In de herberg in Santillana del Mar slaap je in een prachtig gebouw in een oude nonnen slaapcel.

Accommodatie: El Convento Hostel

Dag 13: Santillana del Mar – Comillas (23km)

De gele pijlen brengen je wederom over plattelandsweggetjes door verschillende kleine dorpjes. Voor een ontbijtje kun je terecht in het kleine dorpje Caborredondo na 7 kilometer lopen. Op een gegeven moment kun je een alternatieve route kiezen door het kleine dorpje Cóbreces met bovenop de heuvel een prachtige roze kathedraal. Hierna kom je al snel aan bij een prachtig strandje. Na het strandje is het even een flinke klim naar boven waarna het pad weer langs kleine dorpjes loopt. De route vandaag is heerlijk! Uiteindelijk kom je aan bij het prachtige strand van Comillas. Het centrum en je slaapplek liggen nog anderhalve kilometer verderop.

Accommodatie: La Huella del Camino Hostel

Dag 14: Comillas – Unquera (26km)

Het eerste stuk loop je langs de kust, langs een paar mooie stranden. Daarna loop je langs het prachtige dorpje San Vicente de la Barquera. Bij helder weer zie je hier de bergketen Picos de Europa op de achtergrond liggen. De laatste kilometers loop je half langs het spoor totdat je in het dorpje Unquera aankomt. Dit dorpje is totaal niet aantrekkelijk, maar hier vind je wel een spotgoedkoop hotel voor wat meer rust en privacy.

Accommodatie: Río Deva Hostal

Dag 15: Unquera – Llanes (30km)

Vanuit Unquera maak je een klim naar het kleine dorpje Colombres. Je bent nu in de provincie Asturië. Daarna loop je een stuk langs de weg tot het dorpje La Franca. Hier vind je een café voor koffie en ontbijt. Je kunt ervoor kiezen om de weg te blijven volgen of een alternatief kustpad pakken. In het dorpje Pendueles heb je weer de mogelijkheid om wat te eten of drinken in een klein cafeetje. Daarna kun je weer een alternatieve route langs de kust volgen tot aan het dorpje Llanes. De uitzichten zijn hier werkelijk adembenemend. In Llanes vind je een bijzondere haven met enorme kleurrijke blokken en een klein, gemoedelijk strandje. Een van de leukere plekken om te verblijven op de Camino del Norte!

Accommodatie: Pensión Iberia

Dag 16: Llanes – Ribadesella (31km)

Als je Llanes uitloopt, kom je niet veel later op een pad langs stranden en kliffen. Wijk ietsje van de route af om een kijkje te nemen bij een ruïne op een klif. Vanaf hier heb je een prachtige uitzicht op de andere kliffen en een verlaten strand. Je loopt verder gedeeltelijk over de weg en gedeeltelijk over onverharde wegen. Je komt langs een mooie witte kerk die aan een meertje ligt en vervolgens wandel je een stukje door het bos, totdat je weer bij een weg aankomt die langs een prachtig strand loopt. Een mooie afwisselende route! In het kleine dorpje Naves kun je stoppen voor een hapje en/of drankje. Daarna loopt het pad afwisselend door bos en langs weilanden totdat je een prachtig kerkje op een heuvel bereikt. Via het kleine dorpje Cuerra kom je aan in het toeristische Ribadesella. 

Accommodatie: Hotel Covadonga

Dag 17: Ribadesella – Villaviciosa (38km)

Langs het strand loop je Ribadesella weer uit. De eerste kilometers zijn een steile klim naar het mini dorpje San Esteban de Leces. Vervolgens loop je verder naar het dorpje Vega dat aan het strand ligt. Over een smal paadje loop je verder langs het strand. Wederom een route met prachtige uitzichten. Na de kustroute loop je langs een autoweg naar het dorpje Colunga. Hier vind je genoeg cafés en restaurants voor een pauze momentje. Na Colunga loop je naar Sebrayo via een pad dat deels over de weg en deels door de bossen loopt. Sebrayo is een heel klein dorpje met weinig faciliteiten. Er is één herberg, maar deze is niet altijd open. Je kunt ervoor kiezen om door te lopen naar het levendige ciderdorp Villaviciosa. Cider is de specialiteit in Asturië en deze wordt telkens door de ober in een hoge boog in de glazen geschonken. Een leuke culturele ervaring!

Accommodatie: El Congreso Hostel

Dag 18: Villaviciosa – Gijón (30km)

De eerste kilometers loop je over een verlaten weg langs een paar slaperige dorpjes. Op een gegeven moment moet je een pittige klim maken. In het piepkleine dorpje Peón dat achter de klim ligt, vind je een café waar je even kunt pauzeren. Vervolgens loop je weer deels over asfalt en deels door het bos naar camping Deva. Hier is een herberg voor pelgrims, maar je kunt er ook voor kiezen om door te lopen naar de stad Gijón. De route hiernaartoe vanaf de camping is niet erg boeiend en gaat voornamelijk door woonwijken. Eenmaal aangekomen in de stad kun je de route pakken langs het kanaal tot aan het strand en loop je via de boulevard naar het centrum. Gijón is een gezellige, niet te drukke stad met veel ciderbars.

Accommodatie: Good House Hostal

Dag 19: Gijón – Avilés (25km)

Een saaie en tikje deprimerende route op de Camino del Norte. Het grootste gedeelte van het pad gaat langs industriegebied en langs een drukke autoweg. De eerste kilometers loop je langs een rechte weg de stad uit. Als je de stad uitloopt, kom je langs industrieterrein en een aantal vervallen huizen. Na een klim omhoog loopt het pad wat meer door de natuur. Na een aantal kilometers gaat de route daarna weer verder langs een drukke autoweg tot je de stad Avilés bereikt.

Accommodatie: Pedro Solís Pilgrims Hostel

Dag 20: Avilés  Muros de Nalón (22km)

Via het historische centrum van Avilés loop je de stad weer uit. Het eerste deel van de route is niet heel boeiend en al snel kom je aan in het dorpje Piedras Blancas. Hier kun je even kort pauzeren op één van de terrasjes op het pleintje. Vervolgens loop je een stuk door het bos naar het dorpje Soto del Barco waar een pelgrimsbar aan de rand van dit dorp je uitnodigt voor een hapje en een drankje. Hierna loop je het laatste stuk over de rivier en een heuvel op totdat je bij het hostel in Muros de Nalón aankomt. Dit fijne hostel heeft een grote tuin met hangmatten en een bar met de lekkerste hamburgers.

Accommodatie: Casa Carmina Hostel

Dag 21: Muros de Nalón – Soto de Luiña (15km)

Het eerste dorpje dat je passeert is El Pito. De route loopt gedeeltelijk over de weg en gedeeltelijk door het bos. Onderweg geniet je van een paar mooie uitzichtpunten. Uiteindelijk kom je aan bij een super schattig geel huisje waar je welkom wordt geheten door Helena, de vrouw des huizes. Dit is één van de fijnste pelgrimsherbergen op de Camino del Norte. Helena en haar man creëren hier echt een thuisgevoel en zorgen voor ontbijt en avondeten. Ze wonen zelf naast de herberg en eten gezellig mee met de pelgrims. Helena doet zelfs de was voor je. Zó lief! Alles is op basis van donatie. Zorg er wel voor dat je van tevoren reserveert want er zijn niet veel bedden in deze herberg.

Accommodatie: La Reguera Pilgrims Hostel

Dag 22: Soto de Luiña – Canero (31km)

Het eerste stuk van de route is best wel steil en al snel sta je voor de keuze. Pak je de kustroute of de bergroute? De bergroute betekent één dikke klim en daarna weer dalen. Maar wel 18 kilometer lang geen dorpjes. De kustroute is non-stop klimmen en dalen, maar wel met dorpjes tussendoor. Deze route gaat half door het bos en half over asfalt langs wat huizen en af en toe een dorpje. Je kunt een kleine omweg maken naar een viewpoint met uitzicht op Playa Silencia, een prachtig strand. In de dorpjes Santa Marina en Cadavedo heb je de mogelijkheid om bij een cafeetje wat te eten en/of drinken. De laatste kilometers naar eindbestemming Canero loop je over de weg. Behalve een paar huizen en een herberg/hotel met uitzicht op een viaduct is er niks te beleven in Canero. Wel is er een strand in de buurt waar je met een beetje geluk kunt genieten van een prachtige zonsondergang.

Accommodatie: Hotel Restaurante Canero

Dag 23: Canero – Navia (30km)

Vanuit Canero kun je in één stuk doorlopen naar het prachtige dorpje Luarca, dat 10 kilometer verderop ligt. De perfecte plek voor een rustmoment. Tijdens deze etappe hoef je gelukkig niet heel veel te klimmen en dalen. De route brengt je met name over asfalt door het platteland en af en toe een stukje bos tot aan het dorpje Navia.

Accommodatie: San Francisco Boarding House

Dag 24: Navia – Ribadeo (33km)

Na een korte klim vanuit het dorp is de route daarna voornamelijk vlak. Je loopt langs landbouwvelden en af en toe een huis of boerderij. Na 10 kilometer kom je aan in het dorpje La Caridad waar een aantal cafeetjes zijn. Daarna heb je weer de optie om voor de kustroute of de binnenlandse route te kiezen. De kustroute valt een beetje tegen. Je ziet weinig kust en vooral veel platteland. Het dorpje Tapia de Casariego is wel een klein hoogtepuntje op deze route. Op een terrasje aan de kleine haven kun je even een momentje rust pakken. Het pad loopt verder langs een mooi strand en komt uiteindelijk bij een brug aan die je naar de overkant naar het dorpje Ribadeo brengt. Dit is het laatste kustdorpje op de Camino del Norte.

Accommodatie: Apartamento o Cargadeiro

Dag 25: Ribadeo – Lourenzá (28km)

Je verlaat de kust en loopt vanaf Ribadeo het binnenland van Spanje in. Je bent aangekomen in de volgende en laatste provincie op de Camino del Norte, namelijk Galicië. Deze provincie is super groen, een stuk kouder en veel minder bewoond. Het pad gaat voornamelijk over plattelandswegen en gedeeltelijk door het bos, maar wel over een asfaltweg. Je komt een tijd lang geen dorp tegen en ook auto’s zie je hier amper. Na een flinke klim kom je aan bij een pelgrimshotel met café waar je de grootste kop cappuccino van je leven kunt bestellen. Daarna is het klimmen en dalen tot het dorpje Lourenzá. Hier vind je een fijne, kleinschalige pelgrimsherberg op donatiebasis.

Accommodatie: Triskel Pilgrims Hostel

Dag 26: Lourenzá – As Paredes (28km)

De eerste 9 kilometer loop je langs slaperige dorpjes naar het historische Mondoñedo. Tegenover de kathedraal in het centrum kun je op het terras plaatsnemen voor een korte pauze. Een aanrader, want de volgende 12 kilometer is er geen eetgelegenheid op de route. Na Mondoñedo staat je een heftige klim te wachten. Gelukkig is dit tevens de laatste klim op de Camino del Norte. Daarna loopt het een stuk relaxter over een uitgestorven pad door niemandsland met prachtige uitzichten. Even helemaal weg van de bewoonde wereld, kilometers lang. Heerlijk! Het eerste stukje bewoonde wereld is het dorpje Abadín. Behalve één bar en herberg is hier niet zoveel.

Je kunt hier overnachten, maar je kunt er ook voor kiezen om verder te lopen naar één van de mooiste herbergen op de Camino del Norte. De albergue is een oud huis (16e eeuw) dat van binnenuit helemaal is gerenoveerd, terwijl het er van buiten nog steeds uitziet als een traditionele Galicische boerderij. Een geweldige plek om te relaxen en uit te rusten zowel binnen als buiten in de grote tuin met buitenzwembad.

Accommodatie: O Xistral Hostel

Dag 27: As Paredes – Vilalba (15km)

De wat grotere stad Vilalba ligt op slechts 15 kilometer afstand van de herberg en daarmee is dit een rustige wandeldag. Het pad loopt voornamelijk door het bos en af en toe passeer je een huis of boerderij. Ook kom je langs een kerk met een bijzondere begraafplaats, kenmerkend voor deze regio. In Vilalba vind je een pelgrimsherberg, maar je kunt er ook voor kiezen om in een hotel of appartement te overnachten. Er zijn genoeg opties in deze stad.

Accommodatie: Apartamentos Turísticos o Palomar

Dag 28: Vilalba – Miraz (34km)

Het pad verdwijnt meteen het bos in zodra je Vilalba uitloopt. Door een bosrijk gebied loop je in bijna 20 kilometer naar het dorpje Baamonde. Hier zijn een aantal cafés waar je een rustmoment kunt pakken. Net na Baamonde ligt het 100 kilometer punt en vanaf hier is het nog maar een paar dagen lopen naar Santiago de Compostella. Vanuit Baamonde loop je verder over asfalt door bosrijk gebied met hier en daar een dorpje. In het kleine dorpje Miraz ligt een fijne herberg op donatiebasis.

Accommodatie: San Martín Pilgrims Hostel

Dag 29: Miraz – Sobrado dos Monxes (25km)

Net als de vorige dagen gaat de route voornamelijk door bosrijk gebied over asfalt en af en toe kiezelsteentjes. Af en toe wandel je door een mini dorp met een paar huizen. Na 10 kilometer lopen, kom je langs de eerste herberg waar je even uit kunt rusten en koffie kunt bestellen. Na nog eens 10 kilometer lopen kun je stoppen bij een bar aan de weg. Niet veel later kom je aan in Sobrado. Bij binnenkomst zie je de prachtige kerk en het klooster al liggen. Als pelgrim ben je meer dan welkom om in het klooster naast de kerk te overnachten. Ook kun je hier het avondgebed bijwonen. Een bijzondere ervaring!

Accommodatie: Sobrado dos Monxes Pilgrims Hostel

Dag 30: Sobrado dos Monxes – Calle (30km)

De eerste 10 kilometer kun je aan één stuk doorlopen naar het kleine dorpje Boimorto. Hier vind je een bar voor koffie en broodjes. Daarna is het nog eens 10 kilometer lopen naar het dorpje Arzúa. De omgeving is nog steeds hetzelfde. Asfaltweg afgewisseld met bospaden in een bosrijke omgeving en af en toe door een verlaten dorp. Het verschil is nu wel dat er meer rustplekken, prullenbakken en koffietentjes onderweg zijn. Vanaf Arzúa wandel je namelijk het laatste stuk naar Santiago de Compostella over de populaire Camino Francés. In het kleine dorpje Calle vind je een herberg die ook dienstdoet als bar en restaurant.

Accommodatie: A Ponte de Ferreiros Hostel

Dag 31: Calle – Santiago de Compostella (30km)

De laatste wandeldag! De eerste 10 kilometer kun je in één keer naar O Pedrouzo lopen voor een korte pauze. Onderweg kom je waarschijnlijk meerdere pelgrims tegen. Op de Camino Francés is het namelijk een stuk drukker dan op de Camino del Norte. Door de drukte en het gebrek aan uitzichten is de route niet erg indrukwekkend. Monto de Gozo is het laatste dorp voordat je Santiago de Compostella bereikt. Hier is een enorme herberg met 400 bedden waar je de laatste nacht kunt verblijven om zo de volgende ochtend vroeg naar Santiago te lopen. Het enorme complex ziet er wat mij betreft erg ongezellig uit en nu je toch al zo ver bent, kun je ook meteen doorlopen naar Santiago. De laatste kilometers zijn typerend als je een grote stad inloopt. Je loopt veel langs de weg en door buitenwijken. Eenmaal aangekomen in het historische centrum kun je de doedelzak al horen wanneer je door de poort naar het plein loopt. Links van je bevindt zich de iconische kathedraal van Santiago de Compostella. Het moment is echt magisch wanneer je tussen de pelgrims op dit eindpunt bent aangekomen. Wat een onvergetelijk avontuur!

Accommodaties: Last Stamp Hostel en Hospedaría San Martín Pinario

Lees verder:

Camino del Norte – De kustroute naar Santiago de Compostella
Mijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostella

Uitgebreide reisverslagen:

Etappe 1 t/m 6 : van Irun naar Bilbao
Etappe 7 t/m 12 : van Bilbao naar Santillana del Mar
Etappe 13 t/m 18 : van Santillana del Mar naar Gijón
Etappe 19 t/m 24 : van Gijón naar Ribadeo
Etappe 25 t/m 31 : van Ribadeo naar Santiago de Compostella