‘Camino del Norte – Etappe 25 t/m 31: van Ribadeo naar Santiago de Compostella’
MINKE WINK
We verlaten de kust en lopen vanaf Ribadeo het binnenland van Spanje in. We zijn aangekomen in de volgende en laatste provincie op de Camino del Norte, namelijk Galicië.
Camino del Norte – Etappe 25: van Ribadeo naar Lourenzá (28km)
Als ik naar buiten kijk, krijg ik gelijk zin om te gaan lopen. Ik kijk naar een prachtige zonsopkomst. Sandra en Adrien zijn ook vroeg wakker en met z’n drieën gaan we aan de tafel ontbijten. Na het ontbijt pakken we onze spullen en beginnen we aan de wandeling. We zijn overduidelijk in een nieuwe provincie als we de stad uitlopen. Galicië is super groen, een stuk kouder en veel minder bewoond. Het waait best wel hard, maar voor het wandelen is dit perfect. In een klein dorpje stoppen we bij een wit kerkje voor de lunch. We eten de pasta van gisteren met een spork uit ziplock zakjes. IPA biertje erbij. Heerlijk! Het is 1 minuut voor 12 dus dat kan prima. Na de break lopen we weer verder.
Het pad gaat voornamelijk over plattelandswegen en gedeeltelijk door het bos, maar wel over een asfaltweg. Er is geen kip op straat. We komen een tijd lang geen dorp tegen en ook auto’s zien we amper. Opeens begint het te regenen. We smijten halsoverkop onze tas op de grond en trekken onze poncho aan. We hebben geen tijd voor de waterdichte sokken. Het gaat echt los. Kilometers lang lopen we door de wind en regen. Onze voeten soppend in onze schoenen. Als een bordje op een gegeven moment aangeeft dat er een pelgrimshotel met café over 1.8 kilometer is, besluiten we daar pauze te nemen. Het is de langste 1.8 kilometer van m’n leven die eindigt met een flinke klim. Bij het pelgrimshotel belonen we onszelf met een mega bak cappuccino en een stuk taart. Ondertussen trek ik droge sokken aan en mijn waterdichte sokken eroverheen. En een fleece trui want het is ineens een stuk kouder.
Nog 9 kilometer lopen. M’n voeten en benen doen behoorlijk pijn. Het is af en toe klimmen en dalen. Gelukkig regent het niet meer. Ik loop (of eigenlijk meer strompel) achter Sandra aan. Tijdens de laatste kilometers pak ik m’n oordoppen erbij en ga ik muziek luisteren. Het helpt me de aandacht af te leiden van m’n zere voeten.
Aan het einde van de dag komen we eindelijk aan in het kleine dorpje Lourenzá. We droppen onze spullen in de herberg, springen onder de douche en rusten even uit. We hebben een eigen kamer in de herberg (wat een luxe!). We gaan samen met Adrien in het dorp wat eten scoren. Er is een soort lokaal festival gaande. Het ziet er een beetje middeleeuws uit met die verklede mensen. Op het grasveld bij de kerk is een podium met band en verschillende kraampjes waar dingen worden verkocht. We gaan aan een tafeltje bij de bar in de hoek zitten nadat we een rondje hebben gelopen. We drinken een biertje en bestellen een crêpe met kaas en ham bij één van de kraampjes. Omdat we alle drie best wel kapot zijn, houden we het bij één biertje. We zijn al gauw weer terug in de herberg en duiken op tijd ons bed in.
Camino del Norte – Etappe 26: van Lourenzá naar As Paredes (28km)
De wekker gaat weer lekker vroeg en we zijn de eersten die de herberg verlaten. We lopen de eerste 9 kilometer langs slaperige dorpjes naar het historische Mondoñedo. Tegenover de kathedraal in het centrum gaan we op het terras zitten van de enige bar die open is. We bestellen koffie en broodjes en niet veel later volgen meerdere pelgrims ons voorbeeld. Ook Adrien komt er even later bij zitten.
Met z’n drieën lopen we weer verder. Adrien loopt algauw weer voorop en wij raken achterop. Er staat ons een mega klim te wachten. Ik heb best veel last van mijn voeten en benen en ik loop met muziek verder. Dat helpt wel een beetje. Na de klim zijn de volgende kilometers gelukkig een stuk relaxter. Het is mega bewolkt, maar het pad en de uitzichten zijn (voor zo ver die te zien zijn) fantastisch. Er is geen mens, auto of iets van bewoonde wereld te bekennen. Het is ontzettend groen hier. Behalve de windmolens is het landschap echt prachtig. Na ongeveer 12 kilometer lopen, komen we weer in de bewoonde wereld terecht. In het dorpje Abadín. Behalve één bar en wat huizen langs een hoofdweg is hier niet zoveel. Het is nog maar 6 kilometer naar onze herberg en we besluiten door te lopen. De laatste kilometers zijn voor mij puur in trance. M’n voeten en benen schreeuwen om rust, maar we lopen door. Ik heb het gevoel dat m’n kuiten elk moment kunnen exploderen.
Na wat een eeuwigheid lijkt te duren, komen we eindelijk aan bij onze prachtige herberg. Adrien wacht al op ons en met z’n drieën drinken we een biertje. Adrien besluit om nog verder te gaan lopen naar het volgende dorp 14 kilometer verderop. We nemen afscheid. De herberg waar we verblijven heeft een prachtige tuin met zwembad. Ook al is het best wel koud, we duiken er toch even in. De herberg is ook vanbinnen prachtig. Het is echt een fijne plek om te verblijven. Om 7 uur wordt het avondeten geserveerd aan twee tafels. Na het eten duiken we, net als de andere pelgrims, ons bed in.
Camino del Norte – Etappe 27: van As Paredes naar Vilalba (15km)
Vandaag wordt een relaxte dag. We zijn van plan om maar 15 kilometer te lopen naar Vilalba waar we een appartement hebben geboekt om de rest van de dag te kunnen rusten. Onze benen kunnen ook wel wat rust gebruiken. Na het self-service ontbijt pakken we rustig onze spullen in en gaan we op pad. Vanaf nu is de camino voornamelijk vlak. Dat is wel heel fijn.
We lopen voornamelijk door het bos. Af en toe passeren we een huis of boerderij. Bij één boerderij staat een tafel met wat fruit, kaas en souvenirs die je kunt kopen. Zó leuk! We pakken een banaan en een appel, leggen een euro neer, en lopen weer verder. Als we op een gegeven moment de weg oversteken zien we een kerk met daarachter een bijzondere begraafplaats. Ik loop erheen om even te kijken en zie dan in de verte een ooievaarsnest. Prachtig om te zien.
Het is nog maar 5 kilometer naar Vilalba waar we iets voor twaalven aankomen. We vinden een typisch Spaanse bar waar we bier en een plato met ei, patat en worst bestellen. Daarna drinken we nog een wit wijntje.
Als het bijna 2 uur ’s middags is, lopen we naar de supermarkt voor een voedsel voorraad. Vervolgens lopen we naar ons appartement. Het is klein, maar perfect. Keuken, koelkast, chille douche, alles is aanwezig. We gaan op het bed liggen met onze benen languit. De rest van de dag komen we de deur niet meer uit. Het gaat ook nog eens regenen wat het extra fijn maakt om binnen te blijven. Hopelijk kunnen we er morgen weer tegenaan.
Camino del Norte – Etappe 28: van Vilalba naar Miraz (34km)
De wekker gaat om 5 uur. Kneiter vroeg. We pakken onze spullen, ontbijten en verlaten ons chille appartement. In het donker lopen we het dorp uit. Het pad verdwijnt meteen het bos in en een zaklamp is geen overbodige luxe. We kunnen de gele pijlen op de paaltjes niet eens zien van afstand. We lopen 19 kilometer achter elkaar door een bosrijk gebied naar het dorpje Baamonde. Hier vinden we een café aan de weg waar we 2 bakken koffie en een chocoladebroodje naar binnen werken. We geven onze voeten ook even rust. Als ik loop op m’n trailrunners gaat het nog wel met m’n voeten, maar zodra ik m’n schoenen uitdoe, even zit en weer opsta doen mijn benen en vooral de onderkant van m’n voeten echt pijn. Maar we moeten door. Het is nog 13 kilometer lopen tot aan de herberg die we geboekt hebben. We komen helaas geen bekenden meer tegen. Wel veel nieuwe pelgrims en groepjes jongens, waarschijnlijk schoolkinderen.
We zijn voorbij het 100 kilometer punt net na Baamonde. Het is nog maar een paar dagen lopen naar Santiago. Echt een heel gek gevoel. We hebben flink de pas erin en zijn al om half 2 bij de herberg. Het ziet er een beetje schraal uit allemaal, maar er is wel een bar en er zijn hangmatten. We gaan zitten en bestellen eerst een biertje. Niet veel later komt het eerste groepje schoolkinderen inchecken. Shit, hier hebben we geen zin in. We komen erachter dat er 2 kilometer verderop in Miraz nog een herberg is op donatiebasis. We lopen toch nog even door.
Als we een half uur later bij de herberg aankomen, voelen we ons een stuk beter. Dit is meer wat voor ons! We worden super vriendelijk ontvangen door een oudere Engelse man die non-stop grappen maakt. We kiezen 2 bedden in het hoekje en gaan chips eten in de tuin. De zon schijnt even en daar genieten we van. Ook al is het maar voor 15 minuten want dan zweeft er alweer een donkere wolk voor. We gaan weer naar binnen en duiken even ons bed in. We vallen meteen in slaap. Een uurtje later zijn we weer wakker en gaan we naar het dichtstbijzijnde restaurant. De keuken is helaas nog niet open, maar gelukkig kunnen we wel een broodje en rode wijn krijgen. En die smaken beide goed! We bestellen nog wat kroketjes en een tweede glas wijn. Na de hapjes en drankjes gaan we weer terug naar de herberg en duiken we ons bed in.
Camino del Norte – Etappe 29: van Miraz naar Sobrado dos Monxes (25km)
Om half 7 staat het ontbijt klaar. Wit brood met jam en pindakaas, en koffie met melk. De herberg wordt gerund door oudere vrijwilligers en één van hen heeft het ontbijt klaar gezet. Echt geweldig!
Na het ontbijt gaan we op pad. Net als de vorige dagen gaat de route voornamelijk door bosrijk gebied over asfalt en af en toe kiezelsteentjes. Af en toe wandelen we door een mini dorp met een paar huizen. Na 10 kilometer lopen, komen we langs de eerste herberg. Een schattig vrouwtje komt aanlopen en bij haar kunnen we koffie bestellen. Omdat het steeds harder gaat miezeren, schuiven we onze regenhoes om de backpack en trekken we onze regenjas aan. Daarna lopen we weer verder.
We lopen uren door de regen. Vanwege de mist kunnen we niet ver kijken en dus genieten we ook niet van mooie uitzichten. Eerlijk gezegd is het lopen op dit moment best wel saai. M’n benen hebben er geen zin meer in. Ik wil al in Santiago zijn. We zijn nu zó dichtbij dat ik ongeduldig begin te worden.
Na nog eens 10 kilometer stoppen we bij een bar aan de weg. Het is bijna 12 uur en het regent nog steeds. Tijd voor wijn. We bestellen er tortilla en een broodje met ham en kaas bij. We krijgen een karaf wijn, een tortilla en zowat een heel stokbrood met ham en kaas. Hierna is het nog maar 5 kilometer lopen door de regen dus we nemen het ervan. Meerdere pelgrims komen de bar in en volgen ons voorbeeld. Een tikje tipsy lopen we na de wijn weer verder. Capuchon op, oordoppen in, muziek aan, en gaan.
Sneller dan ik verwacht zijn we in Sobrado. We zien de kerk en het klooster al liggen waar we vannacht slapen. Als we naar binnen gaan voor de check in maken we kennis met een ietwat aparte vrijwilliger die ons ontvangt en een super schattige kat. Het klooster en de kerk zijn echt prachtig om te zien. Wat een bijzondere ervaring om hier te mogen slapen. Er zijn verschillende gedeelde kamers met stapelbedden, een ruimte met toiletten en douches, en een enorme keuken. Er zijn een aantal vierkante binnentuintjes die alles met elkaar verbinden. Ook de kerk is indrukwekkend om te zien.
Aan het eind van de middag gaan we het dorp in op zoek naar wat eten. We vinden een super lokale bar met een paar mannetjes met cowboyhoeden waar we nog een menú del día kunnen scoren voor 10 euro. Perfect! We krijgen een bord vol kaas, chorizo, salami en ham met brood erbij als voorgerecht. Daarna een lap vlees met patat en als toetje flan met slagroom. Dit alles uiteraard vergezeld met een fles rode wijn die door ons tot de bodem wordt leeggedronken.
Om kwart voor 7 is er een avondgebed in het klooster. Samen met een paar andere pelgrims en een grote groep bejaarden met mondkapjes (waar die ineens vandaan komen?) zitten we op rieten kraakstoeltjes in een zaal te kijken naar het midden waar iets gaat gebeuren. In een soort slow motion komen er een aantal mannen in witte gewaden binnen en zodra ze in een halve cirkel staan, wordt het licht aangeknipt. En dan beginnen ze zachtjes te zingen in een voor mij onbekende taal. Er volgen nog wat gebeden en meer gezang. Alles bij elkaar duurt de hele voorstelling een uur en m’n ogen zijn vaker dicht dan open. Die wijn hakt er in. Ik moet m’n bed in. Als het licht eindelijk weer uitgaat ben ik opgelucht dat ik eindelijk m’n bed in kan kruipen. Het is al bijna 8 uur ’s avonds. Hoog tijd dus.
Camino del Norte – Etappe 30: van Sobrado dos Monxes naar Calle (30km)
Om 5 uur ’s nachts tikt Sandra me wakker. Tijd om op te staan. De volksverhuizing vindt weer plaats en niet veel later zitten we aan ons zelfgemaakte ontbijt in de keuken. Oploskoffie met melk en klonteryoghurt met banaan. Vanaf kwart over 6 is de deur open en zijn we als eerste vogels gevlogen. Het miezert en de regenhoes en jas zijn ook vandaag weer geen overbodige luxe. De eerste 10 kilometer lopen we aan één stuk door naar het kleine dorpje Boimorto. Onderweg pakken we een shortcut over de weg. In Boimorto is een bar open waar we koffie en een broodje bestellen. Het is lastig om weer op te staan na ons tweede ontbijt. Buiten is het grijs en regent het. Waarom doen we dit ook alweer? Santiago ligt inmiddels op een half uur rijden en wij kiezen ervoor om dagen door de regen te lopen. De verleiding om een taxi te bellen is groot. Maar nee, we zijn bikkels. We gaan door.
We spreken af dat we nog eens 10 kilometer gaan lopen en in het dorpje Arzúa ons eerste wijntje mogen nuttigen. Hoezo alcoholics? Als we daar aankomen is het alweer bijna 12 uur dus dat kan prima. Ik loop 10 kilometer met muziek in m’n oren totdat we aankomen in Arzúa. Op dat moment ben ik ook helemaal klaar met muziek luisteren. Het is als met een lange busreis. Op een gegeven moment heb je alles gedaan en nergens meer zin in. Tijd voor pauze. En wijn.
Na het goedgevulde glas wijn gaan we er weer voor. De laatste 6,5 kilometer. De omgeving is eigenlijk al dagen hetzelfde. Asfaltweg afgewisseld met bospaden in een bosrijke omgeving en af en toe door een verlaten dorp. Het verschil is nu wel dat we meer rustplekken, prullenbakken en koffietentjes onderweg tegenkomen. Sinds Arzúa wandelen we namelijk over de populaire Camino Francés. We hadden een soort pelgrim invasie verwacht, maar dat valt gelukkig nog mee. Om 2 uur ’s middags komen we aan bij onze accommodatie in Calle. Een soort lokale bar en herberg in één. Knus en gezellig. Ook gehorig, komen we later achter. Maar nu eerst een biertje. Met een biertje achter onze kiezen checken we even later in. Omdat we één van de eersten zijn, kiezen we de beste bedden.
Gelukkig voor ons gaat de keuken al om 6 uur open (uitzonderlijk in Spanje) want m’n maag gaat alweer lekker tekeer. Van al dat lopen krijg je trek, dat blijkt wel. Stipt om 6 uur zitten we als een stel uitgehongerde hyena’s aan een tafel in de bar te wachten op onze pelgrimsmaaltijd. Na het eten kruipen we (net als vele andere pelgrims) ons bed in.
Camino del Norte – Etappe 30: van Calle naar Santiago de Compostella (30km)
We pakken onze spullen in en gaan naar beneden naar de bar voor het ontbijt. Er is niet heel veel ruimte en het is druk met pelgrims. Ik moet echt even wakker worden. Gelukkig is Sandra full focus en bestelt ze als eerste ontbijt voor ons zodat we ook als eerste weg kunnen. De laatste dag. Nog 30 kilometer. Het voelt echt heel raar. Ik heb kriebels in m’n buik en ik ben ongeduldig. Eigenlijk wil ik er nu al zijn.
Het is mistig en miezerig als we vertrekken. De eerste 10 kilometer naar O Pedrouzo lopen we in één keer. Onderweg komen we meerdere pelgrims tegen. Het is duidelijk dat we inmiddels op de Camino Francés zitten want het wordt steeds drukker. In O Pedrouzo vinden we een lokale bar voor koffie en wat eten. Het weer is wat je zegt wisselvallig. Het regent als we weglopen, maar al gauw begint de zon te schijnen en zweten we ons een ongeluk in onze regenjassen. Op een gegeven moment ben ik er klaar mee en trek ik de regenhoes van m’n tas en prop m’n jas erin. Letterlijk 5 minuten later begint het weer te regenen. Hard genoeg dat ik m’n tas weer openrits, m’n jas eruit haal en de hoes er weer omheen moet stropen.
Terwijl het harder begint te regenen, ploffen we neer op een terras onder een parasol die voldoende bescherming biedt. Sandra bestelt een fles rode wijn omdat dit in verhouding een stuk goedkoper is dan twee losse glazen wijn. Terwijl de regen op de parasol tikt en de pelgrims verwikkeld in poncho’s langslopen, zitten wij met ons broodje ham en kaas en fles rode wijn te wachten tot het droog wordt.
Een uur later begint de zon te schijnen en ons humeur op te knappen. We lopen verder, de gele pijlen volgend. Het is nog 11 kilometer naar Santiago. Dit kunnen we! We komen aan in Monto de Gozo, het laatste dorp voor Santiago waar een enorme herberg is met 400 bedden. Vanaf hier is het nog maar 4 kilometer lopen naar Santiago. We lopen langs de herberg die wel wat weg heeft van een vluchtelingenkamp. Het is een enorm complex en het ziet er heel ongezellig uit. In eerste instantie zouden we hier verblijven om zo in de vroege ochtend naar Santiago te kunnen lopen. Dat idee hebben we inmiddels laten varen en als ik dit hele gebeuren zo zie dan ben ik blij met deze beslissing. Op naar Santiago!
Een paar kilometer later komen we aan de rand van de stad. Het begint te kriebelen in m’n buik en het begint weer te regenen. Sandra drinkt nog een bakje koffie onder een parasol bij een pulperia (een restaurant waar ze de famous octopus serveren) en we wachten tot de bui overwaait. Daarna lopen we weer verder. Bij de eerstvolgende supermarkt kopen we een fles wijn. Het laatste stukje! Shit, we lopen verkeerd. Hoe dom. Oké weer terug naar de fontein en nu de goeie straat pakken. De zenuwen gieren door m’n lijf. De laatste meters. We horen de doedelzak al en lopen door de poort naar het plein waar de kathedraal staat. Een beetje verdwaasd door alle drukte en commotie kijken we om ons heen. Achter ons is de kathedraal. Voor ons staan de pelgrims op het plein. Heel veel pelgrims. Ik weet niet zo goed hoe ik moet reageren. De verwarring maakt plaats voor vreugde en zelfs verdriet op het moment dat ik besef dat dit geweldige avontuur tot een einde komt.
Al snel zien we Adrien en omhelzen we elkaar. We zien meerdere pelgrims die we ontmoet hebben tijdens onze camino en het is geweldig om weer even bij te praten en te zien dat ze het ook gehaald hebben. Terwijl we onze backpacks neerzetten en even bijkomen is Adrien zo lief om onze fles wijn ergens te openen. Als Adrien weer terug komt, gaan we op de grond zitten met onze schelpen. We schenken de wijn in de schelpen en verdelen deze onderling. Ik word weer emotioneel en begin bijna te huilen. We zijn er gewoon. Het eindpunt. Santiago de Compostella. Ik kan het amper bevatten. Wat een avontuur!
Lees verder:
Etappe 1 t/m 6 : van Irun naar Bilbao
Etappe 7 t/m 12 : van Bilbao naar Santillana del Mar
Etappe 13 t/m 18 : van Santillana del Mar naar Gijón
Etappe 19 t/m 24 : van Gijón naar Ribadeo
Of ga naar het complete overzicht en onze ervaring:
Camino del Norte – De kustroute naar Santiago de Compostella
Mijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostella