Camino del Norte – Etappe 1 t/m 6: van Irun naar Bilbao

MINKE WINK

Eindelijk is het zo ver! Sandra en ik vertrekken naar Spanje en gaan de Camino del Norte lopen van Irun naar Santiago de Compostella. Om 3 uur ’s nachts brengt Daddy ons naar Schiphol. Wanneer we daar om half 5 ’s nachts aankomen, zakt de moed ons even in de schoenen. Er staat een mega lange rij van mensen buiten de vertrekhal. Moeten we daar tussen gaan staan? We gaan eerst maar eens op zoek naar de incheckbalie. Een chagrijnige meid checkt ons in en deelt ons mee dat onze bagage niet mee mag in het vliegtuig. Veel te groot. Volgens ons past het prima in het bagagevak en zitten we binnen de afmetingen met onze rugzakken. Ze laat ons door en zegt dat we in de rij moeten staan voor de security. Een beetje een apart begin van ons avontuur zo. We hopen maar dat we ons vliegtuig halen. Gelukkig loopt de rij goed door en anderhalf uur later zitten we aan de koffie bij de gate. Nu kan de reis echt beginnen!

Via Madrid vliegen we naar San Sebastián vanwaar we met een taxi naar ons hotel in Irun reizen, dat maar een kwartiertje van het vliegveld ligt. Het kleine stadje Irun ligt aan de grens met Frankrijk. Hier starten we morgen met onze wandeltocht naar Santiago de Compostella.

Camino del Norte – Etappe 1: van Irun naar San Sebastián (26km)

We beginnen de Camino del Norte op de brug in Irun die de grens tussen Spanje en Frankrijk markeert. Het is een klein kwartiertje lopen vanaf ons hotel en de zon is nog maar net op. Een magisch moment. Nu gaat het écht beginnen! We volgen de gele lijn in onze ‘Buen Camino’ app en niet veel later zien we de eerste officiële gele pijl. Mijn hart maakt een sprongetje. We lopen door het centrum van Irun de stad uit en wanneer we de natuur intrekken, spotten we de eerste pelgrims. Via een plattelandsweggetje lopen we naar de eerste kerk op de route. Hier stoppen we om water te drinken en iets te eten. Het begint te regenen en we trekken onze waterdichte sokken en poncho’s aan. We komen aan bij een splitsing. Rechtdoor is de officiële camino, maar wel steil omhoog. Linksaf is de alternatieve route die er een stuk vlakker uitziet. Vanwege de regen is de keuze voor ons snel gemaakt. We lopen via de alternatieve route een lange tijd door de regen. Gelukkig blijven we onder onze poncho droog en ook onze voeten worden niet nat. De poncho en waterdichte sokken hebben de test doorstaan.

Uiteindelijk komen we aan in het kleine dorpje Pasaia waar we onze voeten luchten en gaan lunchen. Na de lunch lopen we verder. We moeten met een klein bootje het water over en daarna met een steile trap omhoog. Intens. Na een kleine 2 uur klimmen en dalen bereiken we eindelijk het surfstrand in San Sebastián. Over de boulevard lopen we deze prachtige stad in naar ons pension.

We rusten uit, doen boodschappen en gaan daarna naar het oude centrum om pintxos te eten. Oftewel, de Spaanse tapas die hier pintxos genoemd worden. We gaan naar een bar die word aangeraden door de eigenaar van ons pension. De typische wijn van hier heet Txakoli en die moeten we volgens hem proeven. De Basken zijn trots op hun eigen wijn. Dat is te merken. Toevallig is vriendin Nadine ook in San Sebastián samen met haar moeder. Ze komen ons vergezellen bij de pinxtos bar waar we buiten een goede spot hebben kunnen scoren. Het is super gezellig. Samen drinken we de typische witte wijn en dat is inmiddels al ons derde wijntje. Oeps. Morgen maar iets later opstaan. Om 9 uur vinden we het mooi geweest en nemen we afscheid. We lopen nog even langs een restaurant voor de lekkerste (en duurste) cheesecake ever. Voordat we gaan slapen nemen we nog een paar hapjes en de rest bewaren we voor morgen als ontbijt.

Camino del Norte – Etappe 2: van San Sebastián naar Zarautz (22km)

Om 7 uur gaat de wekker. We maken ons klaar, werken 2 bananen en de rest van de cheesecake naar binnen en pakken onze spullen in. Een half uur later staan we buiten. Het is mega bewolkt, maar gelukkig regent het niet. We wisselen onze gewone sokken om voor de waterdichte variant (we vertrouwen het weer toch niet helemaal) en lopen verder langs het strand en niet veel later de stad uit.

De stad maakt weer plaats voor platteland en kilometers lang lopen we over asfaltweg door een groen, heuvelachtig landschap langs boerderijen en vee. Daarna lopen we weer een stuk door het bos langs de kust. Als het pad weer overgaat in asfaltweg stuiten we niet veel later op een tafel met koffie en koekjes. De man die erbij staat vertelt dat hij hier een community heeft en elke dag langs de weg staat om pelgrims te voorzien van gratis koffie. Daar kunnen we natuurlijk geen nee tegen zeggen en we kopen er ook een koekje bij. We lopen verder door weer een stukje bos en een klein stukje naast de weg.

Uiteindelijk komen we aan in het dorpje Orio waar we op een bankje neerploffen op het plein aan het water. We halen een koffie to go en smeren onze wraps met avocado, tonijn en edamame boontjes. Lekker en vullend! Na een lange pauze hijsen we onze tassen weer op de rug en lopen we verder. We lopen over de brug het water over en niet veel later verdwijnt het pad weer in het bos. Tot nu toe wordt het pad trouwens heel goed aangegeven met gele pijlen en hoeven we bijna niet in onze app te kijken of we goed lopen. Na 6 pittige kilometers die worden beloond met prachtige uitzichten komen we eindelijk aan bij het strand van Zarautz.

We ploffen neer op een goedkoop uitziend terras voor een koud blikje cola. Precies dat wat we nu nodig hebben! Daarna gaan we op zoek naar een slaapplek. Er zijn geen herbergen in Zarautz en slechts 2 hostels. Een duurdere en goedkopere. We rusten wat uit, douchen en gaan daarna naar de supermarkt voor boodschappen. Ons avondeten bestaat uit Griekse yoghurt, stokbrood met chorizo en gekookte eieren waar we heel lang op wachten omdat de kookplaat niet goed werkt. Wat een culinair hoogtepunt. Na het eten kruipen we meteen ons wiebel stapelbed in.

Camino del Norte – Etappe 3: van Zarautz naar Deba (22km)

Ik heb echt slecht geslapen. Het is zó wennen om weer in een hostel te slapen. Buiten is het nog donker. In stilte zitten we aan ons ontbijt. In de schemer lopen we naar het strand en starten we onze derde etappe. Het eerste stuk tot aan het dorpje Getaria is easy peasy. Vlak en langs de kust. Een mooie route. Vanaf Getaria is het klimmen en dalen door het platteland. De uitzichten zijn prachtig, vooral als we het dorpje Zumaia in de verte zien liggen.

In het dorpje Zumaia aan de route ligt een café slash bakkertje. De perfecte plek om even te stoppen voor koffie en een chocobroodje. Met een bak koffie achter onze kiezen, stappen we vol energie weer verder. Het pad loopt veelal door het heuvelachtige platteland met af een toe een stukje door een bos of langs de grote weg. Het laatste stuk naar het dorpje Itziar is een pittige klim. We beginnen trek te krijgen en onze benen protesteren hevig. Uitgeput en bezweet komen we uiteindelijk aan in het dorpje en belanden we naast de kerk op een bankje. M’n voeten tintelen en m’n kuiten branden. En dit is nog maar dag 3.

Het is nog maar een half uurtje dalen naar Deba, ons eindpunt voor vandaag. Al is het wel mega steil dalen. Onze tenen schreeuwen om genade. We zijn er bijna. Met geplette tenen bereiken we uiteindelijk het dorpsplein. De terrassen zitten vol en de zon schijnt. Wat een gezelligheid! Supermarkt DIA voorziet ons van een koud blikje cola en we ploffen neer op een bankje. Even later checken we in bij de herberg die zich in hetzelfde gebouw bevindt als het treinstation van Deba. Heel bijzonder. We krijgen de rottigste bedden toegewezen. Allebei bovenin. Sandra kan haar bed niet normaal opklimmen en ik lig midden in het gangpad. Heel fijn. Schrale troost: dit bed kost ons maar 5 euro. We lopen weer naar de supermarkt om nog meer eten te scoren. Aan een picknickbankje in de zon voor onze herberg smullen we van de gekochte boodschappen omringd door was die ligt te drogen. Moe en voldaan van deze dag kruipen we niet veel later onze wankele stapelbedden in.

Camino del Norte – Etappe 4: van Deba naar Markina (26km)

Bepakt en bezakt lopen we naar buiten om bij de picknicktafel onze zelf gesmeerde boterhammen met Philadelphia naar binnen te werken. Daarna gaan we op pad. Het wordt langzaam licht. Het eerste stuk is vooral klimmen door het bos. De uitzichten zijn weer fenomenaal. Groene heuvels, bossen en kleine boerderijtjes met daarboven een strakblauwe lucht. 

Na 8 kilometer lopen komen we aan in het piepkleine dorpje Orlatz. Er is een klein kerkje, één restaurant en misschien 5 huizen. Helaas is het restaurant niet open waardoor we genoodzaakt zijn om de 16 kilometer naar Markina op wat nootjes, energierepen en een berg wilskracht te lopen. Vol goede moed lopen we verder. Het volgende stuk is een terror klim naar boven. Echt terror. Ik strompel achter Sandra aan en probeer me te focussen op mijn ademhaling. Dit is zwaar. Als Sandra eindelijk boven is, draait ze zich naar me om met een blik die een mix van verbazing en dankbaarheid uitdrukt. In slow motion zegt ze: ‘Er staat een tafel…’

Er staat inderdaad een tafel. En op die tafel ligt allemaal eten en drinken. Ik zie bananen. Ik zie nootjes. Ik zie water. Ik zie CHOCOLADE. Achter de tafel staan 2 wat oudere Spaanse mannen. Ze staan hier vanwege een mars die 1x per jaar wordt georganiseerd in deze regio en ‘toevallig’ is dat vandaag. We mogen pakken wat we willen. Net op het moment dat ik dacht dat we nooit genoeg voedsel zouden hebben om deze terror klim te overleven. De camino provides 😉

We pakken een halve banaan en een stuk chocolade. Vooral de chocolade doet me janken van geluk. Volgens de mannen is er nog één terror klim die we moeten volbrengen en daarna wordt het makkelijker. De uitzichten op de top maken gelukkig een hoop goed. Echt wauw!

Op een gegeven moment zijn we echt even op en zitten we letterlijk naast het pad uit te rusten. We eten ons één na laatste energiereepje. Nog 10 kilometer te gaan. Op dat moment lijkt dat nog heel veel. M’n voeten en kuiten doen pijn, maar we moeten toch echt door. Tijdens onze laatste kilometers komen we een local tegen die ons vertelt dat Markina nog minder dan een uur lopen is. Hij vertelt ons ook waar we pinxtos kunnen eten. Het water loopt me al in de mond. We hebben ons allerlaatste energiereepje inmiddels op en ik heb heel erg behoefte aan rust en voedsel. De laatste kilometers is het weer tenenplettend dalen.

Als we eindelijk in het centrum aankomen, ploffen we neer op het terras en vieren we deze overwinning met bier en pinxtos. De schoenen en sokken gaan uit. Wat een verademing. We made it! Als we weer een beetje zijn bijgekomen, lopen we naar de herberg achter de kerk. Als één van de eersten krijgen we een bed toegewezen in een soort zij-ingang waar maar 6 bedden staan. Wat fijn, niet op de slaapzaal met tientallen bedden. We gaan meteen douchen en daarna willen we boodschappen doen. Helaas, het is zondag en de supermarkt is dicht. We halen dure broodjes in een zogenaamde taartenwinkel en gaan daarna in het gras chillen. Rond 6 uur krijgen we trek en gaan we naar een restaurant voor onze pelgrimsmaaltijd: 3 gangen en een fles wijn voor 12 euro. Super fijn! En het is veel. We eten onze buiken helemaal rond en rollen na het eten meteen ons bed in.

Camino del Norte – Etappe 5: van Markina naar Muxika (32km)

De wekker gaat vanochtend om half 6 en we zijn de eersten die opstaan. We pakken al onze spullen en verplaatsen onszelf naar de hal waar het omkleden, inpakken en klaarmaken begint. De eetzaal is helaas nog niet open en dus gaan we buiten op een bankje de luxe broodjes die we gisteren gekocht hebben, opeten. De zon komt net op en de lucht kleurt roze-blauw.

Het eerste stuk is easy peasy zonder klimmen en dalen. Binnen no-time passeren we het piepkleine dorpje Bolibar. We lopen verder en ook de volgende kilometers gaan ons goed af. We lopen afwisselend door het bos en over plattelandsweggetjes. In het kleine plaatsje Munitibar vinden we welgeteld 1 terras waar we neerploffen voor koffie en een koek met chocolade in de vorm van een hart. Na de koffie lopen we vol energie weer verder. We klimmen en dalen, maar niet zo erg dat we helemaal uitgeput raken. Of misschien is onze conditie vooruit gegaan. Na een pittiger klimmetje komen we bij een kerkje aan waar we even op een bankje uitrusten en onze snacks opeten. Vanaf hier is het nog maar 6 kilometer naar Gernika, dat misschien onze eindstop wordt. Na nog een klein klimmetje is het vooral veel dalen totdat we in de wat grotere plaats Gernika aankomen. We besluiten dat we verder gaan lopen naar de volgende herberg die 6 kilometer verderop ligt. 

De laatste kilometers zijn pittig, vooral omdat we ook nog een klim moeten maken. We lopen het dorp uit en vanaf dat moment is het klimmen over een bospad totdat we weer bij een plattelandsweggetje aankomen. Een zelfgemaakt bordje vertelt ons dat het nog 600 meter lopen is naar de herberg. We zijn er bijna! De herberg ligt op een prachtige plek en we worden hartelijk ontvangen. Voor diner en ontbijt wordt gezorgd en we kunnen hier zelfs een koud blikje bier kopen. Score! Dat is dan ook het eerste wat we doen als we aankomen. In de zon genieten we van ons koude biertje. Wat een ultiem geluksmoment is dit.

Na ons biertje gaan we douchen en chillen. En wachten tot het diner. Dat wordt pas om 8 uur geserveerd. Vrij laat voor ons Hollanders, maar we zijn allang blij dat we niet zelf op zoek hoeven te gaan naar voedsel. Tegen de tijd dat het eten klaar is ben ik super koud en hongerig. Gelukkig krijgen we genoeg te eten. Met z’n allen zitten we aan 2 tafels terwijl het eten in verschillende gangen wordt opgediend. Voor het eerst heb ik dat echte pelgrimsgevoel. Zó leuk!

Camino del Norte – Etappe 6: van Muxika naar Bilbao (26km)

’s Ochtends word ik gewekt door een kraaiende haan. Niet veel later is Sandra ook wakker en herhalen we het riedeltje van alle spullen verplaatsen naar een andere kamer, omkleden en inpakken. Om half 7 staat het ontbijt voor ons klaar.

Na het ontbijt vervolgen we het pad. Het eerste stuk is voornamelijk door het bos en over plattelandsweggetjes totdat we het dorpje Larrabetzu bereiken. We houden hier een korte koekjespauze en lopen daarna weer door. Na Larrabetzu wordt de route erg saai. Ook dat hoort erbij. We lopen kilometers lang langs de weg en passeren nietszeggende dorpjes als Lemaza en Zamudio. Vlak voor dit laatste dorpje stoppen we nog even bij een benzine station om even bij te tanken met een flesje Aquarius. Na het dorpje Zamudio is het nog 7 kilometer lopen naar Bilbao met een pittige klim in het vooruitzicht. Als we deze klim eindelijk getrotseerd hebben zien we niet veel later de stad Bilbao al liggen. Het is het typische ‘we can walk there’ plaatje van een enorme stad en ergens in het midden moeten we zijn. We beginnen inmiddels behoorlijk trek te krijgen, maar het is nog wel een stukje lopen. Het laatste half uur lopen in 33 graden door de stad voelt echt heel zwaar. Onze voeten protesteren hevig, maar ons hoofd wil door. Hyperfocus on!

Kapot komen we uiteindelijk aan in het centrum van de stad waar we een all you can eat restaurant vinden. Tijd om te bunkeren. We hebben nog anderhalf uur voordat de tent sluit. We eten onszelf helemaal rond en strompelen daarna met onze sokken in sandalen naar ons hostel. We gaan douchen en even uitrusten. Daarna duiken we de stad in voor onze eerste ontmoeting met de spin. We lopen naar het Guggenheim museum en al gauw vinden we de spin aan de waterkant. We maken een paar foto’s en daarna gaan we op zoek naar postzegels voor onze geschreven kaartjes, een brievenbus en een supermarkt. We zijn blij als alle klusjes zijn geklaard en we terug kunnen naar het hostel. Moe en voldaan kruipen we ons bedje in.

Lees verder:

Etappe 7 t/m 12 : van Bilbao naar Santillana del Mar
Etappe 13 t/m 18 : van Santillana del Mar naar Gijón
Etappe 19 t/m 24 : van Gijón naar Ribadeo
Etappe 25 t/m 31 : van Ribadeo naar Santiago de Compostella

Of ga naar het complete overzicht en onze ervaring:

Camino del Norte – De kustroute naar Santiago de Compostella
Mijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostella