6 dingen die je beter niet kunt doen op reis
TINEKE WINK
Dit keer geen blog over reistips, maar tips over wat je beter niet kan doen als je door Yucatan in Mexico reist. In deze blog deel ik 6 dingen waar ik me op twee punten na zelf ook weleens schuldig aan maak.
1. Op de heetste uren van de dag wandelen of op de fiets zitten
Je zou zeggen dat dit logisch is, maar toch hebben we zelf ook een paar keer deze fout gemaakt. Tussen 12 en 3 uur in de volle zon lopen of fietsen. Gebruik deze uren liever voor een siësta of om ergens in de schaduw te bivakkeren. Ik vind de zon heel erg belangrijk, maar liever niet meer op de heetste uren van de dag.
Op dag 1 dachten we dat het leuk zou zijn om vanaf onze accommodatie naar de hotelzone van Cancun te wandelen. Dik een uur lopen. We vergaten even de zonkracht en het feit dat een paar palmbomen langs de weg niet altijd voor schaduw zorgen. Gevolg: een verbrande rug en schouders. Ik heb het tij nog enigszins weten te keren met het gebruik van een palmblad.
Op een andere dag dachten we dat het leuk zijn om 13 kilometer van Valladolid naar het dorpje Temozón te fietsen. Naast dat we erachter kwamen dat we het grootste gedeelte oncomfortabel op een (snel)weg moesten fietsen was er de heenweg ook nergens schaduw. En dan duurt 13 kilometer heel lang voor je gevoel. De terugweg hebben we dan ook wat slimmer aangepakt door pas na drie uur te vertrekken. De schaduw op de terugweg redde ons ook.
2. Te laat arriveren bij toeristische trekpleisters
Als je foto’s van bekende bezienswaardigheden op populaire blogs en Instagram bekijkt, lijken reizigers de plek helemaal voor zichzelf te hebben. In werkelijkheid zijn de populairste bezienswaardigheden vaak veel drukker dan foto’s doen vermoeden. Denk aan Chichén Itzá, wat één van de populairste bezienswaardigheden in Yucatán is. Chichén Itzá was één van de belangrijkste oude Maya steden in Mexico en staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Iedereen komt hier voor de beroemde piramide van Kukulcán. De oude Maya-stad wordt door ruim 1,2 miljoen mensen per jaar bezocht. Gemiddeld zijn dat er 3000 per dag. Je kan je dus voorstellen hoe druk het wordt als al deze mensen tegelijk aanwezig zijn.
Zorg er dus voor dat je als één van de eersten de toegangspoort van Chichén Itzá binnenloopt. Dat doe je door al een half uur voor openingstijd (8.00) in de rij te staan. De groepsreizen arriveren pas rond een uur of negen dus het eerste uurtje heb je nog een kans dat je foto’s kunt maken van de beroemde piramide zonder dat er andere toeristen op komen. Daarnaast komt de indrukwekkende piramide dan nog meer bij je binnen. Het is ook wel handig om de zondag te vermijden. Voor Mexicanen is de toegang dan gratis.
Vanuit de stad Valladolid kun je rond zeven uur ’s ochtends met de collectivo (minibusje) naar Chichén Itzá. Voor 40 pesos (2 euro) ben je iets langer dan een half uur onderweg. Ook voor de collectivo’s geld: wees er liever wat eerder. Als de minibusjes vol zitten rijden ze weg en moet je maar mazzel hebben dat er snel een tweede komt. Ik dacht nog wel even snel koffie op het station te kunnen halen, maar ik was even vergeten dat koffie halen in Mexico niet zo snel en efficiënt gaat als bij de Albert Heijn to go in Nederland. De eerste collectivo misten wij daardoor op een haar na, gelukkig vertrok de tweede direct daarna. Iets over half acht stonden wij als één van de eersten in de rij. Het eerste uurtje is heerlijk, je deelt het complex dan met relatief weinig toeristen. Na negen uur wordt het steeds drukker en kun je niet meer om de roze parapluutjes van de groepsreizen heen. Toen we om 11 uur weer vertrokken na drie uren op ons gemak rondgewandeld te hebben, was de drukte op het hoogtepunt.
Bij de Maya-stad Uxmal waren we ook stipt om acht uur al aanwezig. Vanuit Merida vertrokken we namelijk al om zes uur ’s ochtends met een rammelende bus naar Uxmal. Het eerste uur waren hier maar een paar andere mensen die zich snel verspreiden, waardoor we het gevoel hadden helemaal alleen te zijn. Heel bijzonder! Toen we na twee uren Uxmal verlieten, kwamen juist de groepsreizen en schoolklassen binnen.
3. Alle kosten onderschatten
Ik wil dit dit jaar met ongeveer hetzelfde budget reizen als twee jaar geleden. Het liefst zelfs minder. Toen gaf ik gemiddeld 50 euro per dag uit, dus 1400 euro per maand. Dat was wel inclusief een retraite, kleding en langere verblijven op het dure Isla Holbox en Mazunte. We konden ook wel relatief luxe reizen en aten veel buiten de deur. Omdat alles duurder is geworden dan twee jaar geleden en we in totaal 4,5 maand reizen moeten er keuzes gemaakt worden.
Voorheen dronk ik veel cappuccino’s met havermelk op reis, nu bestellen we gewoon een hele French Press en kunnen we daar elk twee koffie uithalen voor 5 euro totaal. Ook eten we veel in lokale eettentjes. Gelukkig ben ik gek op avocado’s en laat dat nu een van de goedkoopte en meest gezonde producten te zijn in Mexico, het land waar ze overal suikers aan toevoegen. Zo kun je yoghurt en broodjes al bijna niet meer zonder suiker vinden.
Waar we niet meer te veel op willen beknibbelen zijn de accommodaties. In Mexico proberen we voor rond de 15 euro per persoon per nacht aan accommodaties te vinden. Meestal lukt dat wel om voor die prijs iets goeds te vinden. Ik lees de recensies ook altijd wel even door. In Valladolid boekten we vrij impulsief een van de goedkoopste accommodaties die we konden vinden. Toen we erachter kwamen dat we best wel in een achterbuurtje zaten met buren die elke dag harde muziek opzetten en naar elkaar schreeuwen moesten we wel even slikken. Ook de accommodatie was niet zo comfortabel, op het bed na. We waren ook wel blij dat we hier na een paar dagen weer uit konden checken. Sindsdien letten we iets meer op de prijs-kwaliteit verhouding. Een iets duurdere accommodatie kan af en toe ook wel. Maar dan moet het wel een accommodatie zijn met extra voorzieningen zoals een zwembad, gratis fietsen huren, wasmachine en/of een gratis ontbijt. Dit scheelt weer in de kosten die je verder maakt.
4. Steeds maar doorgaan
Een reis kan heel intensief zijn. Je doet heel veel nieuwe indrukken op en je bent veel aan het regelen en uitzoeken. Plan regelmatig een rustdag in om al deze indrukken weer te verwerken. Nu hebben wij de mazzel dat we vier maanden kunnen reizen en dus alle tijd hebben, maar ook al heb je drie weken, ga dan ook niet in sneltreinvaart door de reis heen. Een rustdag hoeft niet perse te betekenen dat je de hele dag in je bed bivakkeert, tenzij je net als ik een keer je enkel verstuikt en hinkelend de dag daar moet komen. Een rustige dag kan ook betekenen dat je grote bezienswaardigheden even overslaat en gaat chillen op het strand of bij het zwembad (indien beschikbaar).
Als je te veel achter elkaar plant kan je batterij opraken en word je sneller reismoe. Zo’n rustdag heb je dan echt even nodig om weer met hernieuwde energie verder te reizen. Ook kun je op zo’n rustdag je reis dan verder uitstippelen en reflecteren op je reis: zit je nog op de goede weg en wil je wat veranderen? Zo kwamen wij erachter dat drie steden achter elkaar iets te veel van het goede zijn omdat je dan moeilijker tot rust komt. We willen ons nu meer concentreren op plekken in de natuur en steden zoveel mogelijk vermijden. Daarnaast hadden we thuis vrijwel niets aan voorbereiding gedaan en nu alle tijd en ruimte voor. Een regenachtige dag leent zich daar ook perfect voor.
5. Hoge verwachtingen hebben
Op veel reisblogs en op Instagram wordt het perfecte leven op reis gepresenteerd. Je ziet zoenende stelletjes met palmbomen op de achtergrond, de mooiste stranden met strakblauwe luchten en prachtige tempels zonder andere mensen in beeld. Dit alles nog kleurrijker bewerkt. Hierdoor kun je vergeten dat het op reis ook weleens regent en dat niet alles altijd zo loopt zoals je hoopt.
Zo wilden wij iets van Dia de Los Muertos (Dag van de Doden) meemaken. We hadden hier wel hoge verwachtingen van. Het zou vast een groot feest worden. Tot we in Merida kwamen en erachter kwamen dat de optocht al een paar dagen eerder was geweest. We zagen her en der wel wat verklede mensen (de uitgedoste kinderen hadden een hoog schattigheidsgehalte) en altaren met bloemen, maar geen uitbundige optochten of feesten. Misschien wordt het in Yucatán wat meer ingetogen gevierd dan in Mexico-Stad, maar we vonden het toch wel jammer. Ik probeer nu wat meer blanco te reizen en niet te veel verwachtingen te hebben. Zo kun je ook meer verrast worden op reis.
6. Het staartje van het regenseizoen onderschatten
Een voordeel van reizen net na het regenseizoen is dat de natuur dan op haar mooist is. Alles is groen en bloemen staan vol in bloei. Wij vertrokken 23 oktober naar Mexico, het moment dat het regenseizoen tegen het einde loopt. Ik verwachtte dagelijks buien maar er viel tot november geen druppel regen. Hierdoor leken we de (regen)dans te zijn ontsprongen. Tot we begin november in Mérida kwamen en de dagen met strakblauwe luchten voorbij leken te zijn. Er kwamen steeds meer wolken voor de zon met af en toe een buitje. Wel lekker, dachten we nog. In een stad is hitte vaak geen pretje.
Tot we in Bacalar kwamen en het daar twee dagen achter elkaar regende. Met als gevolg overal waterplassen, modderpoelen op onverharde wegen en geulen door hoosbuien. Het normaal zo mooie meer in zeven tinten blauw lag er dofjes bij. Gelukkig hebben we de luxe om langer te reizen en langer op een bestemming te blijven om mooier weer af te wachten. Dus we boekten nog een paar extra nachten in Bacalar, op een andere plek met koelkast en kitchenette die iets goedkoper. Maar als je maar een paar weken de tijd hebt dan is het wel zonde als je activiteiten moet skippen vanwege het weer. Al kan het ook heel erg meevallen en dan heb je wel mazzel. Een groot voordeel van het regenseizoen: je hebt veel meer keus in accommodaties.