‘2 weken chillen op Isla Holbox’
TINEKE WINK
Zaterdag 13 november word ik wakker met kriebels in mijn buik. Ik ga weer op reis! Daddy brengt me naar Schiphol. Ik ben er 2,5 uur van tevoren, maar ik zou er net zo goed een uur van tevoren kunnen zijn. Terwijl er overal rijen zijn op Schiphol, kan ik zo doorlopen. Ik heb alleen handbagage en ik heb al online ingecheckt. Ik hoef ook geen QR-code of negatief testresultaat te laten zien, omdat Mexico geen inreisbeperkingen heeft. Wat voelt dit goed. Eindelijk weer eens normaal reizen! Afgezien van het mondkapje dan.
Het vliegtuig naar Cancún zit bomvol met voornamelijk families en gezinnen die op vakantie gaan. Het lijkt alsof alle stoelen bezet zijn. Hier moet ik wel weer even aan wennen. Vliegen zal sowieso nooit mijn grootste hobby worden. Ik voel me altijd zo gaar, gekreukeld en gedesoriënteerd na een vlucht. En dan te bedenken dat ik vroeger stewardess wilde worden…
Na 10,5 uur kan ik eindelijk weer de frisse buitenlucht inademen. Hoewel, fris… Altijd als ik uit het vliegtuig stap, verwacht ik dat de wind voelt als een hete föhn in mijn gezicht. Dit keer valt het mee, het is vrij bewolkt. Op een reisdag is dat altijd wel een voordeel vind ik, dan kom je niet zo bezweet aan op je bestemming. Ik loop naar het ADO loket om een buskaartje naar het centrum van Cancún te kopen. Daar slaap ik met Vera in een guesthouse. Zij is twee dagen geleden al aangekomen. Mijn pinpas weigert dienst, dus eerst maar even cash uit een automaat halen. Daarvoor moet ik weer een stukje lopen en ik kan het niet direct vinden. Eén van de taxichauffeurs wil me helpen en wijst me de weg. Hij loopt ook helemaal met me mee. Ik ben een beetje argwanend, wil hij geld? Wil hij me overtuigen om een taxi te pakken? Nee niks van dit alles, hij is gewoon vriendelijk. Ik ben gewend dat mensen op een vliegveld opdringerig kunnen zijn, maar dat is hier helemaal niet zo.
De route naar het guesthouse is wat onduidelijk. Vera kan ik niet bereiken omdat ik geen internet heb. Ik vraag het aan een local die net haar huis uitloopt. Zij zal de buurt vast wel een beetje kennen. Ze spreekt alleen geen Engels, dus dat geeft mij de gelegenheid om weer wat woordjes Spaans te spreken. Ik heb tien jaar geleden vijf maanden in Spanje gewoond en sindsdien nog weinig Spaans gesproken. Ik ben ook altijd blijven steken bij de basis. Gelukkig zit de kennis nog wel ergens verstopt en kan ik me enigszins redden. De vrouw weet echter niet waar het is en ze vraagt iemand anders om hulp. Die man spreekt in rap tempo Spaans, wat ik echt niet meer kan volgen. Maar hij denkt volgens mij dat het aan de andere kant van de stad ligt, wat niet zo is. Uiteindelijk geeft de vrouw me haar wificode zodat ik Vera kan bereiken. Heel fijn om zulke vriendelijke en behulpzame locals te ontmoeten, dat maakt het reizen altijd makkelijker.
Het guesthouse ligt in het centrum, maar wel op een rustige locatie. Er staan een paar keukenspullen, zoals een waterkoker, toaster, twee mini koffiekopjes en twee plastic wijnglazen. Bijzonder voor een land waar amper wijn wordt gedronken. Het is hier zes uur vroeger dan in Nederland, waardoor ik ’s avonds om acht uur al uitgeteld ben en al lekker vroeg ga slapen.
Isla Holbox
Cancún is voor mij geen plek waar ik al te lang wil blijven, te groot en te druk. De volgende dag reizen we verder naar Isla Holbox. Esther komt ons ook vergezellen en vliegt van Mexico-Stad naar Cancún. Om op het tropische eiland Isla Holbox te komen pakken we de bus naar Chiquilá. Daarna pakken we de ferry die er zo’n 20 minuten over doet. In totaal is het zo’n drie uurtjes reizen, goed te doen!
De straten van Isla Holbox zijn modderig. Het heeft geregend en het water blijft hier op de niet-geasfalteerde straten liggen. Vera laat ons enthousiast het hotel zien waar we gaan verblijven. Zij is er zelf al een keer geweest en ze hoopt dat we het net zo leuk vinden als zij. Het is inderdaad een geweldig hotel. De hotelkamer is vrij groot, met twee tweepersoonsbedden, badkamer en een balkon. Op het dakterras is een zwembad en je kijkt er uit over een deel van het eiland en over tientallen palmbomen. Dit voelt niet als backpacken, maar als een vakantie. Heerlijk dat we hier twee weken gaan blijven. ’s Avonds eten we bij het veganistische restaurant Arte Sano. De binnentuin is een tropische, groene oase en de hamburgers smaken overheerlijk.
De volgende ochtend ga ik baantjes zwemmen. Ik zie de zon opkomen, terwijl ik uitzicht heb over de vele palmbomen. Wat een goed begin van de dag! Isla Holbox is een eiland waar meer toeristen zijn dan locals, dus als je echt voor de pure, lokale ervaring wilt gaan, moet je hier niet naartoe gaan. Maar Isla Holbox is wel een heel bijzonder eiland. Het eiland is een groot openluchtmuseum vol met street art, mensen rijden in golfkarretjes in plaats van auto’s, het staat vol met hippe eettentjes, je kunt er honden uitlaten van het dierenasiel en dat alles in een paradijselijke setting. Hoewel ik niet altijd houd van hele toeristische plekken, vind ik het hier niet storend. Het is in ieder geval vol leven. ’s Avonds kun je hier dansen bij de Hot Corner, een bar die half buiten en half binnen is. Eigenlijk staat iedereen hier voornamelijk op straat te dansen, heel erg leuk. We ontmoeten twee jongens uit Texas (één van hen doet me qua energie zo denken aan Tisjeboy Jay) die super goed kunnen dansen. Je kunt wel zien dat ze Afrikaanse roots hebben. Ze krijgen iedereen mee op de dansvloer (oftewel de straat) en ze barsten van de energie. Dansen verbindt mensen en dat maakt het zo leuk. Drankjes kun je bij de bar halen of bij de naastgelegen supermarkt. Lekker low budget 😊
We genieten volop van het eiland. We zonnen op het dakterras met zwembad, laten hondjes uit van het dierenasiel, maken strandwandelingen en gaan elke dag uiteten. het is een vrij duur eiland, maar we proberen wel een beetje op ons geld te letten en niet drie keer per dag buiten de deur te eten. De eerste week gaat me dit goed af, alhoewel het aanbod in de supermarkten minimaal is. We mogen de waterkoker en magnetron bij de receptie gebruiken en ik maak vaak havermout ontbijtjes en drink er een thee bij. In de tweede week ontdek ik echter de smoothie bowls in koffietentjes. Deze zijn heerlijk met romige yoghurt, granola en een overdaad aan fruit. En dan is een cappuccino erbij ook wel heel lekker. Halverwege de tweede week doe ik het iets rustiger aan om mijn budget niet te overschrijden. Dat is best een uitdaging want er zijn hier zoveel lekkere eettentjes. We hebben een paar favorieten waar we vaker komen. Vooral de taco’s, salade bowls en veganistische hamburgers zijn favoriet bij mij.
Het allerleukste aan Isla Holbox vind ik het dierenasiel waar je de honden uit kunt laten. Ik had niet verwacht dat ik het zo leuk zou vinden. We gaan er een paar keer per week naartoe en kennen inmiddels al vele honden bij naam omdat we al eens met ze hebben gewandeld. Zo is Stip een hele sterke hond die altijd achter de vogels op het strand aan wil rennen, Arena (zand in het Spaans) is heel mellow, maar heeft wel last van diarree en Panda mist zijn twee achterpoten. Hij gaat in een karretje, maar mag er op het strand uit omdat hij zich door het zachte zand wel voort kan bewegen. Je smelt gewoon als je dit ziet, hij is dan helemaal in zijn element. Wel is hij sneller uitgeput dan de andere honden. Mijn favoriete hond is Blondie, die altijd ligt te chillen en zich niet zo druk maakt. Zij is al geadopteerd en verhuist binnenkort naar Canada. Ik ben wel een beetje jaloers op die Canadezen die haar gaan adopteren. Door Blondie krijg ik ook wel de wens om ooit zelf een asielhond te adopteren. Vanwege de warmte is de beste tijd om met de honden te wandelen ´s ochtends vroeg of aan het eind van de middag / begin van de avond. Het voordeel van ’s ochtends vroeg is dat ze dan allemaal uitgelaten zijn en zin in de wandeling hebben. Later heb je het risico dat ze al een keer gewandeld hebben en er geen zin meer in hebben. Ik denk dat er geen enkel ander dierenasiel is waar er zoveel vrijwilligers zijn die met de honden willen wandelen als hier.
Samen met een Nederlandse vrouw die we in het hotel hebben ontmoet, gaan we een uurtje naar een Zumba les. Je kan voor 30 pesos (ongeveer €1,50) meedoen. Het tempo van de pasjes ligt echter hoog en de locals hebben zo’n goed ritmegevoel. Mijn innerlijke criticaster zegt dat ik beter kan stoppen omdat ik het niet bij kan houden. Ik besluit niet meer naar de stem te luisteren, terug te keren in het nu en gewoon te dansen, genieten van de muziek en het dansen. Binnen de kortste keren zijn we helemaal bezweet. Wat een energie krijg je hier van! Maar ik vind één keer wel mooi genoeg want het is mega intens en het niveau ligt voor mij wat te hoog. Vera en Esther hebben de smaak wel te pakken en gaan nog een paar keer naar een les.
Ook al hebben we zelf een zwembad bij ons hotel, toch is het leuk om ook eens een dagje van een ander zwembad gebruik te maken. Vooral als het gaat om een paradijselijke plek: een hotel dat normaal ver boven je budget ligt. Bij Hotel Spirit Holbox kun je genieten van het dakterras met zwembad. Op de bedjes liggen matrassen met kussens waar je zo op kunt slapen. Het uitzicht is ongelofelijk hier, je kijkt uit op de helderblauwe zee en vele palmbomen. Je hoeft niks voor het zwembad te betalen, als je maar iets te eten of drinken bestelt. Bij aankomst bestellen we wat te drinken en tussen de middag lunchen we hier. Eten moeten we toch en zo hebben we een win-win situatie.
Na twee weken Isla Holbox is het tijd om afscheid te nemen van het eiland. Heel jammer, maar ik kom gelukkig terug! In februari ga ik hier nog een keer met Ingrid heen. Er zijn nog wat dingen die ik er wel doen: zoals een golfkarretje huren en de drie eilanden tour. Dus die kan ik dan bewaren voor dan 😊
Sinds maandagavond ben ik in Playa del Carmen met Vera. We slapen in een heel fijn hotel in een enorme kamer met twee tweepersoonsbedden, een koelkast en kookplaatje, een enorme kledingkast met twee grote spiegels, een zithoekje en badkamer. Het voelt bijna als een penthouse terwijl de kamer maar 15 euro per persoon per nacht is inclusief ontbijt. De afgelopen dagen waren voornamelijk bewolkt en regenachtig, dus ik heb nog niet veel van de omgeving gezien behalve de toeristische hoofdstraat en verschillende eettentjes. Het is ook wel lekker om wat tijd te hebben om wat nuttige dingen te doen zoals handwas, boodschappen, dingen uitzoeken voor de reis en schrijven. Activiteiten zoals boodschappen doen nemen zomaar een paar uur van je tijd in beslag. Het is altijd zo leuk om te kijken wat ze in andere landen aan producten hebben. Ook maken we er een sport van om gezonde producten te zoeken in een land waar mensen liters Coca Cola op een dag drinken en waar overal suiker aan wordt toegevoegd. Zo hebben we twee ijssalons ontdekt waar ze vegan ijs zonder suiker verkopen. Dat vind ik één van de leukste dingen van reizen, je neemt voor basisdingen als eten (zoeken) veel meer de tijd.
Vandaag komt Ingrid ook in Mexico 😊 We blijven dan nog een paar dagen bij Vera en vanaf dinsdag reizen Ingrid en ik verder naar Tulum. In december reizen we door de provincie Yucatán en vanaf januari gaan we andere delen van Mexico ontdekken.